ANT vraagt minister Bruins opheldering na Kamerdebat

Volgens de ANT bleek tijdens het Algemeen Overleg op 1 februari dat er meer vragen zijn dan antwoorden rondom Bruins’ beslissing om de taakherschikking door te voeren. Dat de samenwerking tussen tandarts en mondhygiënist niet goed zou zijn, noemt de ANT ‘bevreemdend’. “Meer dan driekwart van alle mondhygiënisten in de praktijken van tandartsen en tandartsketens werkt juist heel goed samen,” schrijft de ANT op haar eigen website.

In de brief bekritiseert de ANT verder de keuze van Bruins om zijn beleid te baseren op het ‘sterk verouderde’ rapport Linschoten, dat dateert van 2006. Tegenwoordig worden meer geavanceerde technieken gebruikt en de opleiding mondzorgkunde heeft daar niet op ingespeeld, aldus de beroepsvereniging. “Een belangrijk deel van de mondhygiënisten acteert niet op het vereiste technische niveau en veel mondhygiënisten willen helemaal niet boren. Indien u curatieve taakherschikking wilt doorzetten, dan zal de opleiding mondzorgkunde zowel qua niveau van de instroom als ook het niveau van de opleiding gelijkgeschakeld moeten gaan worden met het niveau van de bachelor tandheelkunde. Vervolgens kunnen ook aparte masteropleidingen specifiek voor de jeugdmondzorg als ook de ouderenzorg vorm worden gegeven,” valt in de brief te lezen.

Verder vraagt ANT-voorzitter Jan Willem Vaartjes om opheldering over Bruins’ uitspraak over de rol van de tandarts als achterwacht en over de term primaire caviteit. Daarnaast is de voorzitter in de brief kritisch over het kostenaspect. “Per saldo zal met de maatregel het fysieke volume aan handelingen gaan toenemen zonder dat daar lagere tarieven tegenover staan. Hierdoor zullen de zorgkosten, en met name in de basisverzekering, alleen maar kunnen gaan stijgen.”

De gehele brief aan minister Bruins is terug te vinden op de website van de ANT.
(bron: ANT)

Tags: