DT News - Netherlands - Mogelijkheden om ongelijkheid in mondgezondheid te verminderen

Search Dental Tribune

Mogelijkheden om ongelijkheid in mondgezondheid te verminderen

Hedwig Fossen, Redactie Dental Tribune

Hedwig Fossen, Redactie Dental Tribune

wo. 22 februari 2023

Bewaar

UTRECHT – Op 15 februari verdedigde Agatha van Meijeren-van Lunteren haar proefschrift over factoren die de mondgezondheid van kinderen beïnvloeden. Ze promoveerde aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Het is het eerste onderzoek dat de effectiviteit van interventies onderzocht om ongelijkheid in mondgezondheid aan te pakken.

De resultaten geven belangrijke inzichten voor de ontwikkeling van toekomstige preventieve maatregelen. “Ik hoop dat daar iets mee gebeurt. Als ik de datasets bekijk, vind ik het zo oneerlijk om te zien wat voor enorme verschillen er zijn in mondgezondheid,” vertelt Van Meijeren. “Dat zou niet moeten kunnen in een land als Nederland, waar de toegang tot kennis groot is en de mondzorg voor kinderen onder de basisverzekering valt.”

De oorzaken van gezondheidsverschillen zijn zeer complex en hoewel haar onderzoek zich hier ook op richtte, moeten we volgens Van Meijeren vooral vooruitkijken naar mogelijke oplossingen. “We weten genoeg om tot mogelijke oplossingen te komen,” vertelt ze. In een van haar onderzoeken heeft ze potentiële effectieve interventiestrategieën op een rijtje gezet om ongelijkheden in de mondgezondheid te verminderen. Dit betreft een literatuuronderzoek, waarin veertien interventiestudies zijn geïncludeerd.

Dagelijkse interventie

Uit haar studie bleek dat de frequentie van interventies essentieel is om de ongelijkheid te verminderen. “Interventies waarbij kinderen dagelijks op school oefenen met tandenpoetsen werpen sneller hun vruchten af dan een jaarlijkse poetsles,” stelt Van Meijeren. “Dat klinkt direct intens, maar door herhaling blijft de kennis simpelweg beter hangen.”

Verder is het belangrijk dat een interventie vroeg begint, bijvoorbeeld al op het consultatiebureau, en dat interventies op verschillende niveaus plaatsvinden. Van Meijeren: “Nu richten interventieprogramma’s zich vooral op de tandartspraktijk. Maar daar bereik je kinderen mee die toch al naar de praktijk komen, of kinderen voor wie het al te laat is, omdat de problemen vergevorderd zijn.” Interventies moeten ook op school en op kinderdagverblijven plaatsvinden om de lage-SES-groep te bereiken en het gewenste verlagende effect op de ongelijkheid te hebben.

Van Meijeren vertelt dat ze in tegenstelling tot voorgaande onderzoeken minder heeft gekeken naar de invloed van individueel gedrag op de mondgezondheid, maar meer naar de bredere context waarin kinderen opgroeien. Van Meijeren: “Alleen wonen in een achterstandswijk heeft al een negatieve invloed op het gebit, zelfs na correctie voor verschillende individuele sociaaleconomische kenmerken. Een ongezonde omgeving, met bijvoorbeeld meer fastfoodketens, draagt bij aan ongezonde keuzes. Die voedselomgeving is relevant om mee te nemen voor toekomstig beleid, ook om bijvoorbeeld obesitas te verminderen.”

Van Meijeren verdedigde op woensdag 15 februari haar proefschrift. “Het was een mooie ceremonie,” laat ze weten. “Tijdens de verdediging kreeg ik vooral vragen over de praktische toepasbaarheid van mijn onderzoek, die ik goed kon beantwoorden.” Het volledige proefschrift, getiteld From disparity to potential. Nutritional and social determinants of children’s oral health is te lezen via: https://bit.ly/3BQdAPn.

Labels:
To post a reply please login or register
advertisement
advertisement