DT News - Netherlands - Ronde Tafel Tandartsen: is de tandarts in de toekomst overbodig?

Search Dental Tribune

Ronde Tafel Tandartsen: is de tandarts in de toekomst overbodig?

(foto: ABN AMRO)
Imelda van de Wardt

Imelda van de Wardt

ma. 11 november 2019

Bewaar

AMSTERDAM – Eind september namen twintig jonge ambitieuze tandartsen deel aan een hackathon, een bijeenkomst waar in een korte tijd een innovatieve oplossing omtrent een bepaald probleem of thema wordt bedacht. Het doel? De code kraken van drie actuele thema’s in de mondzorg. In dat kader organiseerde ABN AMRO op 8 oktober de tweede editie van Ronde Tafel Tandartsen, waar een gevarieerd tafelgezelschap – het ministerie van VWS, de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa), zorgverzekeraar VGZ, beroepsorganisaties, ondernemers en jonge tandartsen – de door jonge tandartsen geformuleerde toekomstvisies bediscussieerde. Dental Tribune schoof aan en zette de meest opmerkelijke punten op een rij.

In 2017 organiseerde ABN AMRO de eerste Ronde Tafel Tandartsen met als doel om partijen met elkaar te verbinden, bruggen te bouwen en elkaar te uit te dagen. “De zorg betaalbaar en toegankelijk houden is de belangrijkste uitdaging voor de komende jaren,” stellen Thera Evers, Nancy Jonkman en Arjan Wijnands, sectorspecialisten Mondzorg bij ABN AMRO en medeorganisatoren van Ronde Tafel Tandartsen. “Het tafelgezelschap wisselt met elkaar van gedachten over drie actuele thema’s zonder dat er een concreet dossier op tafel ligt en er tegenstrijdige belangen zijn.”

Het gevarieerde tafelgezelschap nam plaats aan een grote ovalen tafel in het middel van de zaal. Daaromheen zaten de twintig jonge tandartsen en ongeveer zestig andere belangstellende tandartsen. Drie jonge, ambitieuze tandartsen deelden hun visie op drie prangende thema’s binnen de mondzorg: bevorderen ondernemerschap bij jonge tandartsen, tandartsentekort in krimpregio’s en de mondzorgpraktijk van de toekomst in 2030.

Ondernemerschap bij jonge tandartsen
Er vinden volop ontwikkelingen plaats binnen de mondzorg. Zo neemt de vergrijzing toe en zullen veel tandartsen de komende jaren hun praktijk overdragen. Het ondernemerschap onder jonge tandartsen neemt echter af. “Jonge tandartsen beginnen om uiteenlopende redenen minder vaak een eigen praktijk,” zegt Wijnands. “Wij vinden dat voldoende concurrentie een voorwaarde moet zijn voor een gezond marktevenwicht. Door concurrentie worden ondernemers immers gepusht om out of the box te denken, te innoveren en nieuwe producten en diensten aan te bieden.”

Waarom zijn jonge tandartsen minder gemotiveerd om te ondernemen? Masterstudent Tandheelkunde aan ACTA Joy van der Velde noemt kennis als grootste belemmering. “Tijdens de opleiding wordt voornamelijk aandacht besteed aan werken in loondienst of als zzp’er.” Daarnaast is de financiële prikkel om te ondernemen volgens haar klein, aangezien zzp’ers redelijk goed verdienen.

Aandelen voor tandartsen
KNMT-bestuurslid Henk Donker stelt dat onlangs afgestudeerde tandartsen te weinig praktijkervaring hebben. “In mijn tijd – ik studeerde in de jaren 70 – deed je tijdens de opleiding zo veel ervaring op, dat je na afstuderen de tandheelkunde in volledige omvang kon uitoefenen. Als ik nu hoor dat studenten tijdens de opleiding een of twee extracties en met z’n drieën één wortelkanaalbehandeling hebben uitgevoerd, ben je naar mijn mening niet goed voorbereid op de praktijk.”

Ondernemer en winnaar van ‘Tandartspraktijk van het jaar 2017’ Peter Koelewijn raadt pas afgestudeerden aan om de eerste vijf jaar te investeren in het worden van een vakkundig tandarts. Daarnaast is het ondernemerschap volgens hem niet voor iedereen weggelegd. ANT-voorzitter Jan Willem Vaartjes deelt deze visie. “Uitgaande van de ideale situatie met groepspraktijken denk ik dat ‘slechts’ één op de drie tandartsen ondernemer moet worden.” Wel benadrukt Vaartjes het belang van ondernemen. “Veranderingen en innovaties komen voort uit ondernemerschap. Om te voorkomen dat veel praktijken onderdeel worden van ketens, is het belangrijk dat tandartsen zelf in voldoende mate praktijkeigenaar zijn.” Dit kan volgens hem gestimuleerd worden door het Franse model aan te houden, waar 50% van de aandelen van een keten of groepspraktijk in handen moet zijn van tandartsen.

Integraal zorgteam
Een tandarts in de zaal suggereert dat pas afgestudeerden die een praktijk willen overnemen vaak overruled worden door ketens die een tegenbod doen. Oudere tandartsen verkiezen volgens hem vaak het grote geld boven de jonge ondernemer. Staat de vorming van ketens in oorzakelijk verband met het relatief lage aantal ondernemende tandartsen? Volgens algemeen directeur van tandartsketen Dental Clinics Otto Cazemier zijn niet alle ketens omzetgedreven en hebben ze vaak hetzelfde belang als solopraktijken. Daarnaast is de keten volgens hem net als de groepspraktijk een kostenbesparende organisatie. “Ook in groepspraktijken kan slechts een klein deel van de beroepsgroep ondernemen.”

Groeps- en ketenvorming zijn trends waar je volgens Koelewijn mee om moet leren gaan. “Je kunt wel tegen trends gaan vechten, maar ze komen toch. Het is belangrijk om als ondernemer een manier te vinden om op de golven mee te bewegen.” Uiteindelijk is de kwaliteit van zorg het ultieme uitgangspunt. “Om dit te waarborgen is het van belang dat tandartsen onderdeel uitmaken van de besluitvorming en aansturing van organisaties,” stelt Cazemier. Beleidsadviseur bij het ministerie van VWS Maaike Wijnhoud verwacht dat er in de toekomst meer samengewerkt gaat worden in de eerste lijn en dat hier voor tandartsen ook een belangrijke rol is weggelegd in een integraal behandelcentrum. “Het is belangrijk dat er een integraal zorgteam ontstaat, waarbij er meer verbinding tussen zorgverleners onderling moet zijn.”

Tandartsentekort in krimpregio’s
De inwonersaantallen in krimpregio’s zullen tot 2040 naar verwachting met 12,5% dalen, is de prognose van de Rijksoverheid. Om deze gebieden positief te benaderen, spreekt jonge tandarts Joanna Li over ‘kansregio’s’: gebieden die te maken hebben met bevolkings- of huishoudensdaling. Nederland telt negen krimpgebieden verspreid over Groningen, Friesland, Noord-Holland, Zeeland, Limburg en de Achterhoek. Waarom is er sprake van een tandartsentekort in deze gebieden? Volgens Li blijven tandartsen vaak hangen in de stad waar ze tijdens hun opleiding een sociaal leven hebben opgebouwd. Daarnaast zijn er in kansregio’s vaak minder voorzieningen dan in de Randstad en is er sprake van een vergrijsde populatie. Desondanks biedt werken in een kansregio wel degelijk voordelen. Zo kun je er goedkoper wonen, is het patiëntenbestand per tandarts groter en staan er vaak minder files.

Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap denkt na over de uitbreiding van het aantal opleidingsplaatsen Tandheelkunde om het tandartsentekort in te krimpen. Zorginkoper bij zorgverzekeraar VGZ Leontine Schalk merkt op dat er de afgelopen jaren meer zorgverleners – tandartsassistenten, preventieassistenten en mondhygiënisten – zijn toegevoegd aan het tandheelkundig team en vraagt zich af of dit in combinatie met de taakherschikking niet mogelijk tot genoeg capaciteit leidt. Donker (KNMT) gaat hierop in. “Het aantal mensen dat op latere leeftijd nog eigen tanden heeft, is explosief gestegen. Mondhygiënisten zijn hard nodig, maar het is niet genoeg.”

Maatschappelijke verantwoordelijkheid
Hoe problematisch is het als patiënten iets verder moeten reizen voor een tandartsbezoek? Beleidsmedewerker bij de NZa Thijs Vietje stelt dat de focus op preventie de zorgbehoefte in de toekomst wellicht kan verminderen. Daarnaast richt Vietje zich tot Cazemier: “Voel je als keten de maatschappelijke verantwoordelijkheid om uit te zoeken of je in krimpregio’s een bijdrage kunt leveren?” Cazemier is van mening dat ondernemerschap gestimuleerd moet worden, maar geeft aan voorzichtiger te zijn wat betreft krimpregio’s. “Er zijn risico’s aan verbonden. Straks heb je praktijken waar je moeilijk aan behandelaren kunt komen.”

Praktijk van de toekomst in 2030
Als ondernemer is het belangrijk om vooruit te blijven kijken, vroegtijdig op veranderingen in te spelen en strategische keuzes te maken. Dit om een voordeel te behouden ten opzichte van concurrenten. Door digitalisering en robotisering komt de werkgelegenheid in de tandheelkunde in de toekomst mogelijk op losse schroeven te staan. Jong cosmetisch tandarts Roy Koster vormt een toekomstbeeld waarbij de tandarts verschuift van behandelaar naar consultant op afstand. Vietje vraagt zich af: “Zijn er in de toekomst nog tandartsen? En waar krijg je dan voor betaald als tandarts?”

Volgens Vaartjes vorderen de ontwikkelingen niet zo rap. “Misschien zijn tandartsen in 2080 overbodig, maar in 2030 is daar zeker nog geen sprake van.” Wel stelt hij dat er met de komst van nieuwe apparatuur op het gebied van diagnostiek veel veranderingen plaats zullen vinden. Ook zullen volgens Vaartjes in de toekomst meer hubs gevormd worden: centra met enkel tandarts-specialisten. Daarnaast zullen er kleine preventieloketten ontstaan die wellicht zonder tandarts uitgerust kunnen worden. Hier kunnen scans gemaakt worden en indien nodig worden patiënten doorgestuurd naar de tandarts.

Ook Wijnhoud (VWS) verwacht niet dat de tandarts in de toekomst overbodig zal zijn. “Begin 2000 was ik betrokken bij discussies over het eventueel verdwijnen van reisbureaus. Mensen konden immers zelf online hun vakanties boeken. Maar al snel werd duidelijk dat mensen waarde hechten aan het vertrouwen, de kennis en de expertise van reisbureaus.” Alle partijen aan tafel zijn het erover eens: de patiënt verdrinkt in keuzes en zal ook in de toekomst waarde hechten aan een vertrouwde zorgverlener.

Vrije tarieven
Waarom is investeren in de tandartspraktijk belangrijk? Vaartjes adviseert om patiënten meer kwaliteit te bieden, efficiënter te werken of nieuwe patiënten aan te trekken. “Als de tarieven na herijking door de NZa weer kunnen worden bijgesteld, ben ik voorzichtiger met investeren.” Ook jonge tandarts Rinke Blok ondervindt nadelen aan dit systeem. “Als de NZa de tarieven met 5% verlaagt, gaat mijn omzet mogelijk met 20% omlaag.” Vietje: “We werken met een systeem waarbij een norminkomen voor de tandarts is vastgesteld. Wanneer er meer wordt verdiend, gaan de tarieven omlaag. Wordt er minder verdiend, dan verhogen we de tarieven. Wanneer er efficiënter gewerkt wordt, is dat gunstig voor de omzet. Na een bepaalde periode zullen de tarieven echter worden teruggezet naar het norminkomen. Dat is hoe het nu werkt. Of het zo moet blijven, is iets waar we over na kunnen denken.”

Cosmetisch tandarts Koster betwist de vaste tarieven. “Hoe gek is het dat elke tandarts dezelfde tarieven rekent, maar dat de kwaliteit verschilt?” Vietje erkent dat het huidige systeem van regulering niet leidt tot de motivatie om te innoveren. Volgens hem is het een goede zaak als de patiënt zelfstandig keuzes kan maken wat betreft kwaliteit. Cazemier trekt dit in twijfel: “Het is voor de patiënt lastig om te beoordelen of innovatie gelijk staat aan kwaliteit.” De belangen van de patiënt liggen vaak niet op één lijn met wat de tandarts als belangrijk ervaart. Zo kan het zijn dat de patiënt meer waarde hecht aan een effectieve verdoving in plaats van de perfecte cosmetische vulling, meent Cazemier.

Toekomst
Naar aanleiding van de Ronde Tafel Tandartsen heeft de NZa jonge tandartsen uitgenodigd om met elkaar van gedachten te wisselen over wijzigingen in de bekostiging van de mondzorg. Of de tafelgesprekken daadwerkelijk zullen leiden tot gerichte veranderingen binnen de mondzorg zal de toekomst uit moeten wijzen.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

advertisement
advertisement