DT News - Netherlands - Helpende hand voor slecht functionerende tandartsen

Search Dental Tribune

Helpende hand voor slecht functionerende tandartsen

Op monitormondzorg.nl kan een melding worden gemaakt over een collega met functioneringsproblemen. Ook kan een tandarts zichzelf aanmelden voor hulp.
Marieke Epping

Marieke Epping

wo. 14 mei 2014

Bewaar

Inspectie sluit praktijk van tandarts X wegens wanbeleid. Het is een bericht dat collega’s uit het land nauwelijks meer de wenkbrauwen doen fronsen. Maar wat voor verhalen gaan er achter dergelijke gevallen schuil? Welke problemen liggen er aan ten grondslag? En was veel ellende te voorkomen geweest? Voor een antwoord op deze vragen klopte Dental Tribune aan bij Monitor Mondzorg, een onafhankelijk meldpunt voor en door tandartsen, dat collega’s die het moeilijk hebben een helpende hand toesteekt. “Het is zonde als de inspectie bij een tandarts ingrijpt en vervolgens collega-tandartsen uit de buurt zeggen dat ze dat allang zagen aankomen,” aldus voorzitter Hans Prakken.

Het idee voor Monitor Mondzorg ontstond vanuit afdelingen van het NMT. “De vraag was of de beroepsgroep zelf iets kon ondernemen, als duidelijk was dat het bij ‘de collega om de hoek’ niet goed ging,” licht voorzitter Prakken, zelf tandarts in Emmen, het ontstaan van het initiatief toe. De tandartsvereniging zette een denktank op die het idee verder uitwerkte. In 2012 werd een onafhankelijke stichting opgericht, die de uitvoering op zich nam: Monitor Mondzorg was geboren. Een plek waar iedereen, collega of niet, tandarts of patiënt, terecht kan met een melding over een tandarts die problemen lijkt te hebben met de beroepsuitoefening.

Juiste hulp
Monitor Mondzorg is geen platform waar een conflict tussen tandarts en patiënt, of tussen twee tandartsen kan worden uitgevochten. Er moet echt sprake zijn van niet goed functioneren, benadrukt Hans Prakken. De term ‘disfunctioneren’ vermijdt Prakken bewust: “Dat is zo zwaar gesteld. Het gaat om iemand die een vaak tijdelijk probleem heeft met de uitvoering van zijn vak, die door wat voor reden dan ook zijn werk niet goed doet. De omgeving ziet dat het niet goed gaat, maar de tandarts komt er zelf niet uit. Daar bieden wij de helpende hand.”

Iedereen kan een melding doen, maar om er zeker van te zijn dat een melding inderdaad een dergelijke situatie betreft, heeft de stichting een aantal voorwaarden gesteld. Zo kunnen alleen natuurlijke personen een melding doen, geen rechtspersonen. Daarnaast dient een melding bij voorkeur door meerdere personen te worden ondersteund, zodat waarschijnlijker wordt dat het om een structureel probleem gaat, in plaats van een persoonlijke ervaring. Vervolgens toetst een commissie van tandartsen of de melding voldoet aan het doel van Monitor Mondzorg. Als deze de melding valide verklaart, neemt een aan de stichting verbonden arbeidsdeskundige contact met de tandarts op. Deze heeft als taak de tandarts het probleem te laten herkennen, en te helpen een weg te vinden naar een hulptraject.

De inhoudelijke hulpverlening ligt niet bij Monitor Mondzorg, benadrukt Prakken. “Wij kaarten het probleem aan en helpen iemand de juiste hulp daarvoor te vinden. Ook kijken we tijdens het traject over de schouder mee, om te volgen hoe het gaat met de tandarts in kwestie.” Het heeft een reden dat juist niet een tandarts maar een arbeidsdeskundige contact opneemt. “Vaak weet een tandarts zelf ook wel dat hij zijn werk niet goed uitvoert. Het tandheelkundige aspect is niet waar het misgaat. De functioneringsproblemen zijn een symptoom van een onderliggend probleem. Dat is vaak een persoonlijk drama en daar heb je andere deskundigen voor nodig.”

Onderaan het lijstje
Die drama’s komt Prakken in allerlei vormen tegen. Hij wil geen specifieke voorbeelden geven, omdat deze al snel te herleiden zijn tot een bepaalde tandarts, maar noemt wel een aantal veel voorkomende aanleidingen: “Het kan demotivatie voor het vak zijn, maar ook verslavingsproblematiek. Een tandarts kan zich in dusdanige persoonlijke omstandigheden bevinden dat de uitoefening van zijn vak helemaal onder aan het lijstje bungelt.” De tandartsen over wie een melding is gedaan, zijn al even divers: jong en oud, mannen en vrouwen. En dat terwijl de Monitor nog maar twee jaar actief is. “Met zo’n tien tot twintig meldingen per jaar kunnen we er nog niet echt statistiek op loslaten,” erkent Prakken. Ook durft hij nog niet veel te zeggen over het slagingspercentage van de gegeven hulp. “Een succesvol hulptraject van een (half) jaar wil natuurlijk niet zeggen dat het over vijf jaar nog steeds goed gaat. Voor definitieve uitspraken hebben we resultaten van een langere periode nodig.”

Maar wat Prakken tot nu toe ziet gebeuren, stemt hem positief. “Dat we bij zoveel tandartsen voor elkaar krijgen dat zij hun probleem herkennen en erkennen, dat is al zo’n belangrijke stap. Als je het probleem eenmaal erkent, ga je ook op zoek naar een oplossing.” De herkenning vindt Prakken het meest hoopvol aan het proces. “Dat je bij een tandarts komt die zich in eerste instantie afvraagt wat we komen doen, en na een kwartier zegt dat hij al verwacht had dat er eens iemand langs zou komen, omdat ook hij wel vindt dat er iets moet gebeuren. Dan weet je dat je op het juiste moment bent gekomen.”

Zelfs wanneer een tandarts ‘nee’ zegt tegen de door Monitor Mondzorg aangeboden hulp, hoeft dat niet te betekenen dat er niets aan het probleem verandert, volgens Prakken. “Dat iemand van ons contact opneemt, geeft toch een signaal af. Een tandarts gaat daarover nadenken.” Er blijft dan ook vaak nog wel contact tussen de tandarts en de coach van Monitor Mondzorg. “We laten die mogelijkheid open: laat het weten als we nog iets voor je kunnen betekenen, geven we zo’n tandarts mee. En dat gebeurt vaak ook.”

Hulpweigeraars
Toch gebeurt het ook een enkele keer dat een tandarts de hulp van Monitor Mondzorg niet aan wil nemen. “Dat zijn moeilijke situaties voor ons,” zegt Prakken. “Vorig jaar hebben we daarvan een aantal schrijnende gevallen meegemaakt. Helaas was het daarbij al zo ver misgegaan, dat de inspectie bij wijze van spreken al om de hoek stond.” De weigering van hulp betekende in deze gevallen direct repressieve maatregelen van de inspectie. Prakken: “Wij hebben een preventief karakter, wij willen hulp bieden zodat het niet tot repressieve maatregelen hoeft te komen. Dan is het ontzettend jammer dat deze situaties uiteindelijk zo negatief moeten eindigen.”

Monitor Mondzorg werkt niet samen met de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ), maar de inspectie is wel op de hoogte van het bestaan en de aanpak van de stichting. Ook aan de Nationale Zorgautoriteit (NZa), het Tandheelkundig Informatiepunt en verschillende arbeidsongeschiktheidsverzekeraars heeft de stichting verteld waar ze voor staat. “Het is belangrijk dat zij ons kennen, juist omdat wij maatregelen willen voorkomen. Het zou mooi zijn als de IGZ wacht met haar oordeel en daarmee het opleggen van maatregelen, wanneer iemand bij Monitor Mondzorg loopt,” aldus Prakken.

Zelf aankloppen

Overigens hoeven tandartsen die in de problemen raken niet te wachten tot een ander hen aanmeldt bij Monitor Mondzorg. Juist niet, zegt Prakken. Als een tandarts zelf aanklopt voor hulp, verloopt het proces hetzelfde als bij een melding door een ander: de tandarts wordt in contact gebracht met een van de coaches van Monitor Mondzorg en begeleid naar de juiste hulpverlening.

Prakken hoopt dat de beroepsgroep het op zich neemt om collega’s te helpen die het moeilijk hebben. “Tandartsen met functioneringsproblemen hebben net als alle andere tandartsen hun diploma gehaald en zich daarna vol enthousiasme op het vak gestort. Alleen is er bij hen, om wat voor reden dan ook, een situatie ontstaan waarin het niet zo goed meer gaat. Het zijn niet per definitie slechte tandartsen, het is hen alleen wat slechter vergaan. Ze verdienen een helpende hand om alles weer op de rails te krijgen. Door contact te zoeken met Monitor Mondzorg kan de beroepsgroep nu zelf die helpende hand bieden.”

Dit artikel is een ingekorte versie. Lees het gehele artikel over Monitor Mondzorg in het meinummer van Dental Tribune The Netherlands Edition, welke verschijnt op 20 mei.

To post a reply please login or register
advertisement
advertisement