NZa: prijzen in mondzorg verder gestegen

Uit de marktscan in juni kwam nog een prijsstijging van 9,6% naar voren, waarop minister Schippers van VWS besloot het experiment met de vrije tarieven te stoppen. Hoewel voorstanders zoals de NMT het besluit van de minister voorbarig vonden, zijn de nieuwe gegevens zo mogelijk nog negatiever over de markt- en prijsontwikkelingen sinds de invoering van het experiment. Hiermee is de marktscan een steun in de rug voor critici van de vrije tarieven.

Als er geen vrije prijzen waren geweest, zou de NZa de prijzen van 2011 met 3,31% geïndexeerd hebben. De prijsstijging ten opzichte van een denkbeeldig scenario met vaste tarieven komt daardoor op 7,2% uit. In juni was de reële stijging nog 6,1%.

De prijsstijging verschilt sterk per behandeling. De prijs van de periodieke controle steeg met maar 3,2%, waardoor deze behandeling in 2012 na correctie zelfs iets goedkoper is geworden. De prijzen voor veel voorkomende orthodontiebehandelingen bleven gelijk of daalden. Wortelkanaalbehandelingen, tandheelkundige chirurgie en vullingen werden daarentegen beduidend duurder: de prijs van een eenvlaksvulling steeg met 21,8% en van een volledige wortelkanaalbehandeling met maar liefst 40,6%.

Er zijn in 2012 minder contracten gesloten dan gemiddeld in voorgaande jaren. Dit is deels te verklaren doordat één verzekeraar 3000 contracten minder heeft afgesloten dan in 2011. De NZa merkt op dat het verschil met contracten die worden gesloten binnen de mondzorg en in andere eerstelijnssectoren aanzienlijk blijft. De voornaamste reden voor het uitblijven van contracten is volgens verzekeraars dat mondzorgaanbieders niet reageren op hun voorstellen. Als andere reden voeren ze aan dat er geen overeenkomst over de prijs werd bereikt. Positief is dat in 2012 het aantal kwaliteitsafspraken gestegen is.

Uit het consumentenonderzoek, dat eerder in december 2011 werd uitgevoerd, blijkt dat in 2012 meer mensen overwogen over te stappen op een andere mondzorgprofessional of daadwerkelijk overgestapt zijn dan in 2011. Zowel in 2011 als in 2012 waren patiënten zeer tevreden over hun mondzorgaanbieder, hoewel er in 2012 meer ontevredenheid bestond over de hoeveelheid informatie over mondzorgaanbieders en over hun wachttijden en openingstijden.

In een reactie zegt de NMT bij haar standpunt te blijven dat het onmogelijk is harde conclusies te trekken over de verschillen in tarieven tussen 2011 en 2012. “Doordat de tandartsen begin 2012 moesten gaan werken met nieuwe, samengestelde prestaties in plaats van separate verrichtingen, is een goede vergelijking vrijwel onmogelijk. Als zowel het systeem van beprijzen als de invulling van het 'product' veranderen, is elke omrekenmethode gebaseerd op (te) veel aannames.”

Ook haalt de NMT aan dat uit onderzoek is gebleken dat de kosten van mondzorg per patiënt in 2012 vrijwel hetzelfde zijn als in 2011. Volgens de NMT had het experiment langer de tijd moeten krijgen, ook omdat tandartsen dan hadden kunnen wennen aan het nieuwe systeem. Zij wisten van tevoren niet wat voor effect zelf bepaalde tarieven zouden hebben op hun bedrijfsvoering.

De NZa komt volgend jaar met een laatste marktscan om te rapporteren over de laatste fase van het experiment en de nieuwe regulering van de tarieven. (bronnen: NZa, NMT)