DT News - Netherlands - “Preventie blijft een van onze belangrijkste speerpunten”

Search Dental Tribune

“Preventie blijft een van onze belangrijkste speerpunten”

Loes Velthoven-Verlinden nieuwe voorzitter NVM-mondhygiënisten. Foto: Suzanne Blanchard
Reinier van de Vrie, Redactie Dental Tribune

Reinier van de Vrie, Redactie Dental Tribune

di. 16 april 2024

Bewaar

Mondzorg moet niet in de basisverzekering. Het aantal mondhygiënisten moet omhoog. En het experiment tijdelijke zelfstandige bevoegdheid voor de mondhygiënist is een succes. Loes Velthoven-Verlinden is net honderd dagen voorzitter van NVM-mondhygiënisten, maar durft op basis van haar vijfjarige bestuurservaring bij de vereniging deze uitspraken al wel te doen. En net als haar voorgangers pleit ze onvermoeid voor meer aandacht voor preventie.

Hoe bevalt het voorzitterschap je na de eerste honderd dagen?

Goed, maar het is wel turbulent. Er gebeurt altijd wel wat in de mondzorg, never a dull moment. Nu het kabinet demissionair is, moeten wij bijvoorbeeld behoorlijk schakelen richting Den Haag. De nieuwe zorgwoordvoerders in de Tweede Kamer willen we dan allemaal briefen en onze standpunten doorgeven.

En invloed uitoefenen op het regeerakkoord? Bijvoorbeeld mondzorg in het basispakket proberen te krijgen?

We willen vooral meegeven dat we geen voorstander zijn van mondzorg in het basispakket. Dat is een gezamenlijk standpunt van de Mondzorgalliantie, waarin we samen zitten met de KNMT en de ONT, de verenigingen van tandartsen en tandtechnici. Voor de groep Nederlanders voor wie het financieel niet haalbaar is naar een mondzorgverlener te gaan vinden we mondzorg in de basisverzekering geen oplossing. Voor die groep is maatwerk nodig. En de zorg moet ook betaald kunnen worden. Als mondzorg in de basisverzekering komt, heeft dat consequenties voor het eigen risico, worden de premies hoger en wordt het waarschijnlijk complexer voor een grote groep Nederlanders om mondzorg te krijgen. Daar komt nog bij dat er te weinig mondhygiënisten en tandartsen zijn, terwijl er waarschijnlijk meer vraag en werk komt, onder meer door veel achterstallig onderhoud.

Is er echt een tekort aan mondhygiënisten?

Er is zeker een tekort en dat zal groter worden. De vergrijzing is gaande en hoe ouder mensen worden, hoe meer gebitsproblemen ze krijgen; ze verliezen elementen en krijgen problemen met implantaten. De vergrijzing van onze beroepsgroep komt ook een keer. We zijn nu nog een relatief jonge groep, maar de eerste mondhygiënisten zitten rond de pensioengerechtigde leeftijd en gaan het vak verlaten. Daar hebben we nog niet zo veel last van, omdat de eerste lichtingen niet zo groot waren en er in verhouding nu veel meer afgestudeerden instromen. Maar op termijn komt dat natuurlijk wel. Het aantal mondhygiënisten groeit in Nederland nog steeds. Er werken er nu rond de vierduizend en we hebben nu ongeveer twaalfhonderd studentleden. Maar als we meer aan voorzorg willen doen en meer de preventiekant op willen gaan we handjes tekortkomen.

Pleit je er dan voor om meer mondhygiënisten op te leiden?

Zeker. Hoeveel precies, zou eens goed berekend moeten worden. Het Capaciteitsorgaan raamt nu in het huidige zorglandschap niet op basis van meer inzet op preventie. Dus dan blijft het gissen hoeveel mondhygiënisten en tandartsen je precies nodig zou hebben.

Wordt er met de KNMT in het kader van het experiment tijdelijke zelfstandige bevoegdheid ook gesproken over verzelfstandiging van een aantal taken van de mondhygiënisten, zodat tandartsen zich meer kunnen richten op complexere problematiek?

We zijn zelfstandig bevoegd en mogen zelfstandig behandelingen uitvoeren, met uitzondering van de drie voorbehouden behandelingen waarvoor een opdracht nodig is: kleine gaatjes vullen, röntgenfoto’s maken en het plaatsen van een verdoving. Daarvoor is een opdracht van de tandarts nodig. Die voorbehouden handelingen deden we al voordat het experiment startte. Het verschil met het experiment zit puur in de administratieve last, niet in de uitvoering. In 2006 studeerden de eerste mondhygiënisten af die al cariës zijn gaan behandelen door te prepareren en restaureren. Er zijn dus mondhygiënisten die dat nu al achttien jaar doen. Als de administratieve last wegvalt, levert dat tijdswinst op. Voor een mondhygiënist die onder hetzelfde dak als de tandarts werkt hoeft het niet zo heel veel tijd te kosten, maar als je extern zit kost dat best behoorlijk wat tijd. Het opvragen en sturen van röntgenfoto’s kost ook tijd. Als dat niet meer hoeft, maken we de zorg efficiënter. Als de kwaliteit hetzelfde is, lijkt het me een heel logische stap om die drie voorbehouden behandelingen compleet zelfstandig uit te mogen voeren.

Hoe staat de KNMT daar in?

Anders dan NVM-mondhygiënisten. We agree to disagree. We verschillen van mening en accepteren dat van elkaar. Het is wat het is.

Hoe is het om een voorzitter als Manon van Splunter op te volgen die toch jarenlang een stempel op de vereniging heeft weten te drukken en een flinke reputatie heeft opgebouwd?

Manon heeft jarenlang de vereniging heel goed geleid. De overgang naar mijn voorzitterschap is heel soepel verlopen. Ik heb heel lang kunnen inwerken en ik zat ook al vijf jaar in het bestuur. Van bijna alle dossiers was ik al op de hoogte. Ieder heeft natuurlijk zijn eigen stijl. Ik heb niet de ambitie om mijn voorganger te kopiëren. Voor mij staan het belang van de leden en de vereniging voorop. Ik zie mezelf als een verbinder in de mondzorg.

Een vereniging is in mijn ogen ook meer dan een boegbeeld. Een voorzitter is een passant. Na mij komt er ook weer iemand anders. Wat belangrijker voor mij is, is dat een ondersteunend bureau een stevig fundament biedt en weet wat het doet. Het is ook belangrijk dat we een heel goede achterban hebben, met actieve leden. Het is nodig dat de vereniging en de leden elkaar ondersteunen om er met elkaar een succes van te maken.

Wat zijn jouw speerpunten voor de komende drie jaar?

De mondhygiënist positioneren, waarbij dus het efficiënter inzetten door taakherschikking hoort. In zijn algemeenheid willen we voor de langere termijn investeren in preventie. Van nazorg naar voorzorg. We moeten kinderen van kleins af aan leren over goede mondhygiëne, poetsgewoonten, voeding en eetpatronen. Daarmee kun je op latere leeftijd veel ellende voorkomen. We zijn er daarom voorstander van om mondhygiënisten in te zetten op het consultatiebureau.

We merken ook steeds meer dat volwassenen mondzorg mijden. Het zit dan niet meer in hun systeem om ervoor te zorgen dat hun gebit netjes en goed blijft of dat het regelmatig gecheckt wordt. Niet iedereen hoeft standaard twee keer per jaar op controle, maar er moet wel maatwerk geleverd kunnen worden.

Wat verwacht je van de uitkomsten van het experiment?

Het zit nu in de laatste fase. Uiterlijk 1 april (het interview vond eind februari plaats, red.) gaat het eindrapport naar de minister. We wachten die resultaten vol vertrouwen af. Het experiment loopt officieel nog wel door tot 1 juli 2025. Er doen op dit moment meer dan twaalfhonderd BIG-geregistreerde mondhygiënisten aan mee. Dat is een enorm aantal, waar we ontzettend trots op zijn. De achterban is er ook heel tevreden over. Ze ervaren meer werkplezier, het is gemakkelijker en er is minder administratieve rompslomp. Ik hoor ook dat veel tandartsen het prettig vinden dat mondhygiënisten het werk doen waar zij soms geen tijd voor hebben en dat ze ook minder administratie hebben. Patiënten zijn ook blij als ze voor een kleine caviteit of het maken van een foto niet een aparte afspraak hoeven te maken. En wat voor ons ook heel belangrijk is, is dat er nul klachten zijn geweest.

Nu zal de patiënt niet zo heel erg op de hoogte zijn van het experiment…

Nou, het is wel de taak van de mondhygiënisten om dat uit te leggen. En dat doen ze ook. Ze hebben namelijk ook een andere titel op hun badge staan. Wat we ook vaak horen, is dat patiënten een goede band met de mondhygiënist hebben omdat ze al jarenlang komen. Veel patiënten hebben een intensiever contact met hun mondhygiënist dan met hun tandarts.

Wat is voor jullie de ideale uitkomst van het experiment?

Dat alle mondhygiënisten volgens artikel 3 zelfstandig die genoemde voorbehouden handelingen mogen doen.

Marnix van Romph van de ONT zei bij het afscheid van de vorige NVM-voorzitter dat hij direct een band met haar voelde omdat ze beiden verenigingen van niet-tandartsen vertegenwoordigen. Geldt dat andersom ook voor jou?

Ik ervaar dat niet zo. Ik vind dat je met iedereen goed moet kunnen samenwerken, ook al ben je misschien uit ander hout gesneden. Ik vind het belangrijk om met alle stakeholders goed contact te hebben. Daar willen we altijd een constructieve bijdrage aan leveren.

Is de samenwerking met de andere verenigingen nu beter dan pakweg vijf jaar geleden?

Ik denk dat het ons in coronatijd heel erg samen heeft gebracht. Toen stonden we allemaal voor dezelfde grote vraagstukken. Dat heeft gezorgd dat de Mondzorgalliantie is ontstaan en we beter tot elkaar zijn gekomen. Nu, na corona, ligt de focus toch wel weer een beetje voor iedereen anders. Ik ben wel heel positief over ons gezamenlijk advies dat we in november aan de minister hebben uitgebracht over de acute en noodzakelijke mondzorg voor financieel kwetsbaren. De beroepsverenigingen in de alliantie voelen allemaal de maatschappelijke verantwoordelijkheid om dat voor die groepen zo goed mogelijk te regelen.

Over het algemeen hebben we dus een constructieve en intensieve samenwerking op meerdere vlakken en niveaus. Dat moet ook, omdat we als mondzorg één geluid willen laten horen.

Is de samenwerking met de tandartsen gemakkelijker na de fusie tussen KNMT en ANT?

Het is gemakkelijker omdat we met één partij minder hoeven af te stemmen. Maar het zegt nog niks over eventueel andere ideeën of opvattingen. Daar zijn wel discussies over. Maar dat mag ook zolang je er met elkaar constructief over kunt praten.

Naast de Mondzorgalliantie is er ook de Eerstelijnscoalitie, waar we samen met andere eerstelijnsorganisaties heel actief in zijn. We maken ons hard voor minder administratieve last in de zorg, die met name voor praktijkhouders erg hoog is en steeds meer toeneemt met – voor kleine aanbieders – bijvoorbeeld onnodige verplichte jaarrekeningen en toezichtraden. Als resultaat hebben we bereikt dat voor 2022 en 2023 op de pauzeknop is gedrukt voor de jaarverantwoording in het kader van de Wet toetreding zorgaanbieders. Dat scheelt aanzienlijk in tijd en kosten.

Welke actuele kwesties spelen er nog meer op dit moment?

Nu, eind februari, zijn we weer druk bezig met de Week van de Mondhygiënist, waarin op 20 maart ook de Wereld Mondgezondheidsdag is. Met een pakkende campagne gaan we de paden op en de lanen in. We zetten in op het belang van goede mondgezondheid voor kinderen van 0 tot 18 jaar en hun ouders. Uit een nulmeting die we in dat kader door een onafhankelijk bureau hebben laten doen, blijkt dat we als mondhygiënisten een heel positief imago hebben. Daar kunnen we trots op zijn.

Verder volgen we nauwlettend de wetsvoorstellen rond het anders vormgeven van het zzp’schap. Dat kan ontzettend grote consequenties hebben voor de mondzorg. Wij hebben ook een grote achterban die als zzp’er werkt. We bereiden ons daarom voor om onze leden bij te staan als het nodig wordt om van samenwerkingsvormen te veranderen.

Wat wil je met NVM-mondhygiënisten de komende drie jaar bereiken?

Als vereniging groeien we nog steeds. Ik ben dan ook vol vertrouwen over de toekomst. Maar we merken wel dat de populatie leden verandert. De generaties die nu afstuderen hebben heel andere verwachtingen van de vereniging dan oudere generaties. Je moet veel harder je best doen om te laten zien waar je voor staat. Jongeren vragen zich veel sneller af: What’s in it for me? Dat vraagt wel wat andere inspanningen, maar het zorgt er ook voor dat je steeds nadenkt voor wie en waarom je het doet. Dat is ook een heel leuke uitdaging. En natuurlijk belangrijk, want zonder leden bestaat de vereniging niet. Dat mogen we nooit vergeten. Uiteindelijk behartigen we de belangen van één groep, en dat zijn de mondhygiënisten. Hoe diep je ook in een dossier zit, aan het einde van de dag is altijd weer de vraag wat de leden ermee winnen of eraan hebben.

Labels:
To post a reply please login or register
advertisement
advertisement