DT News - Netherlands - Bijzonder hoogleraar Parodontologie Mark Timmerman: “Niemand verdedigde de afgelopen jaren het belang van ons vakgebied”

Search Dental Tribune

Bijzonder hoogleraar Parodontologie Mark Timmerman: “Niemand verdedigde de afgelopen jaren het belang van ons vakgebied”

Bijzonder hoogleraar Parodontologie Mark Timmerma
Hedwig Fossen, Redactie Dental Tribune

Hedwig Fossen, Redactie Dental Tribune

do. 1 juni 2023

Bewaar

Mark Timmerman is vanaf 1 december 2022 bijzonder hoogleraar Parodontologie aan het Radboudumc in Nijmegen. Wat zijn zijn ambities voor het onderwijs over parodontologie in Nederland? En waarom is hij de geschikte kandidaat voor deze leerstoel? Dental Tribune ging met Timmerman in gesprek.

De allure van de vroegere parodontologievakgroep in Nijmegen is weggeëbd, aldus de kersverse hoogleraar. Met vertrek van de hoogleraar parodontologie in 2008 heeft de universiteit geen opleiding meer tot parodontoloog. “Niemand kon in die afgelopen jaren het belang van ons vakgebied voldoende verdedigen. Dat is de reden dat de Nederlandse Vereniging voor Parodontologie (NVvP) deze bijzondere leerstoel wilde initiëren en ondersteunen. Ik wil alle docenten weer ‘besmetten’ met dit vreselijk leuke vak.”

Had het ook met geld te maken, dat niemand meer het belang van parodontologie in Nijmegen verdedigde?

Ja, altijd. Als iemand vindt dat het geld anders besteed moet worden, dan gebeurt dat. Er waren een aantal andere sterke vakgroepen. De belangen van de parodontologie kunnen we nu hopelijk weer meer op de kaart zetten.

Hoe is uw eigen interesse voor de parodontologie ontstaan?

Dat gaat terug tot de eerste week van mijn studie, toen ik mijn eerste college parodontologie had. Bij het zien van de parodontale problemen dacht ik ‘dit gun je niemand’ en ik was direct gedreven om ervoor te zorgen dat zo min mogelijk mensen hier last van krijgen. Vervolgens heb ik een grote doos floss gekocht en ben ik gaan flossen. Achteraf is overigens aangetoond dat dat helemaal niet zo goed werkt tegen parodontitis.

Ook ontstond mijn interesse tijdens een hele leuke wetenschapsstage binnen de Experimentele Parodontologie aan de UvA. Paro is een mooie samensmelting van kliniek en wetenschap en ik vond het onderzoek naar biologische processen, waar je op probeert in te grijpen, erg interessant. Bovendien zijn parodontale behandelingen vaak succesvol en maak je mensen er ontzettend blij mee, maar dat geldt wel voor de gehele tandheelkunde.

Waarom bent u naar voren geschoven voor deze positie?

Dat moet je eigenlijk aan de NVvP vragen. Ik was lang – van 1982 tot 2006 – actief bij het ACTA in onderzoek en onderwijs. Ik heb toen twee jaar geen tandheelkunde gedaan, maar was ik wel werkzaam in het onderwijs. Daarna heb ik tien jaar in de parodontologiepraktijk gewerkt. Toen kwam al vanuit de NVvP ter sprake dat ik bij het Radboudumc hoogleraar zou kunnen worden. In 2017 ben ik daar als docent komen werken, maar vanaf 2020 zijn er pas concrete stappen gezet om het hoogleraarschap in te vullen. Dat heeft prof. Hugo de Bruyn, afdelingshoofd en leerstoelhouder parodontologie, flink aangejaagd.

Hoe kwam het uitstapje dat u twee jaar lang buiten de tandheelkunde maakte?

Je krijgt altijd spijt van de dingen die je niet hebt gedaan. Thuis hebben we een trainingscentrum voor IJslandse paarden, waarin mijn vrouw fulltime actief is. Er diende zich een plek aan in het managementteam van het hippisch opleidingscentrum in Deurne, dus na 22 jaar tandheelkunde wilde ik eens iets heel anders gaan doen. Het was enigszins raar, omdat er toen al kansen lagen om eens hoogleraar te worden, maar dit was ook heel aantrekkelijk.

Alles wat ik hier in Nijmegen bijdraag aan onderwijs en visie daarop, neem ik mee uit die onderwijstijd. Daar heb ik twee jaar gewerkt en daarna nog een jaar parttime. Op die school werd ik meegenomen in allerlei ontwikkelingstrajecten. In Nederland maakten we toen net de stap naar competentiegericht onderwijs en dat speelt nog altijd in elke onderwijsorganisatie door. Ik dacht mee over programma’s, de toetsing en de functieprofielen. Of je nou een paardrijdinstructeur of een tandarts opleidt, het kunstje in hetzelfde. Vakinhoudelijk komen er alleen andere dingen bij kijken.

Wat zijn dingen die u in Deurne heeft geleerd, waar u nu nog steeds iets aan hebt?

Niet wakker liggen van de dingen die je overdag bezighouden. Dat lukt bijna altijd, door niet te vroeg naar bed te gaan en dan gewoon in slaap te vallen. Als je wat ouder wordt, zie je ook de relativiteit van dingen in. Alles wat onomkeerbaar lijkt, blijkt ineens toch omkeerbaar. En ik leerde met afstand naar de organisatie kijken.

Ook merkte ik dat je met een bepaalde manier van aansturen uitkomsten ten positieve kunt veranderen. Ik leidde een groot subsidietraject omtrent meerdere onderzoeken op gebied van de hippische sport en paardenhouderij, waarbij ik veel universiteiten en hogescholen bij elkaar moest brengen. Dan weet je op een gegeven moment hoe je de juiste mensen benadert om alles goed te laten lopen.

Waarom stopte u met het werk in het onderwijs voor paardrijdinstructeurs?

Als je alleen maar in het onderwijs werkt, mis je dat blij maken van mensen. Studenten, docenten en onderwijsinspectie hadden allemaal hun zegje klaar. Dat ze te hard moesten werken of dat dingen niet goed gingen, bijvoorbeeld. Er was nooit iemand gelukkig. Als je patiënten behandelt, zijn het team en de patiënten gelukkig, dus een praktijk is een hele prettige omgeving waar dingen werken.

Wat zou u willen veranderen in het onderwijs over parodontologie?

Ik hoef niets te veranderen, maar wil wel de accenten verleggen. Nu zijn we veel aan het reflecteren, waardoor je soms ook excuses aan het verzinnen bent waarom iets niet goed gaat, bijvoorbeeld als het resultaat van een behandeling beneden verwachting is. Dat moeten we er enigszins uithalen, want je moet het gewoon goed doen volgens de theorieën en protocollen. Bij 5 à 10 procent van de patiënten werkt de standaardbehandeling niet en moet je verder denken, maar die groep ontdek je alleen maar als je eerst normaal volgens de theorie werkt. Die patiënten zijn niet voor de gewone tandheelkundestudent, maar voor de parodontoloog.

De basis van parodontologie is niet heel moeilijk, maar de uitvoering vergt een hoog niveau van vaardigheid en consequent gebruik van het behandelprotocol. Consequent zijn is moeilijk aan te leren. Je moet een soort ‘drilling attitude’ krijgen, dat je denkt: ‘zo moet het gewoon.’ Die houding creëer je met veel herhaling.

U bent voor drie jaar benoemd als bijzonder hoogleraar. Wat hoopt u over drie jaar te hebben bereikt in het parodontologie onderwijs?

Ik hoop dat docenten dan makkelijker schakelen tussen vakgebieden en daar de studenten in meenemen. Studenten doen uiteindelijk wat hen voorgedaan wordt. Hopelijk verdelen toekomstige tandartsen hun aandacht voor de problemen van de patiënt evenredig. Docenten moeten niet pak ‘m beet 25 minuten over restauraties uitleggen, terwijl de patiënt ook op parodontologisch vlak allerlei problemen heeft, waar dan nog vijf minuten voor over is.

Verder hoop ik dat de hele populatie studenten over een paar jaar meer parate kennis heeft over parodontologie. Dan gaat het vooral om de anatomie, ontstekingsprocessen, gevoel voor de diagnostiek en snel röntgenfoto’s kunnen uitlezen. Ik weet nu nog niet hoe dat meetbaar wordt, maar ik wil het hele niveau helpen optillen. Nu is het heerlijk om aan het begin van mijn opdracht te staan, want dan kun je dat nog allemaal definiëren.

Ik zie wel onder mijn handen dingen gebeuren, maar het gaat niet zo snel als in de praktijk. Op papier kun je veranderingen doorvoeren, maar voordat iedereen het echt doet, ben je heel wat jaren verder. Als tandarts los je razendsnel dingen op, maar in organisaties en in het onderwijs duurt alles langer. Dus ik heb constant het idee dat het niet snel genoeg gaat. Als het maar sneller gaat dan de Noord/Zuidlijn in Amsterdam, die vijftien jaar te laat klaar was.

Wat had u gehoopt dat sneller zou gaan?

Ik had de gemeenschappelijke leerdoelen van de opleidingen al klaar willen hebben. Ik heb de ambitie om de inhoud van parodontologie in de opleiding beter te harmoniseren tussen de drie opleidingen. Nu staat er als eindterm voor parodontologie iets als ‘voert parodontale behandelingen uit.’ Dat is heel breed, dus dat willen we specifieker maken. Hiervoor zaten we een half jaar geleden voor het eerst bij elkaar. Uiteindelijk is een half jaar ook maar kort, als je dit doet naast je werk in de praktijk, studenten begeleiden en meer.

Uiteindelijk heeft elke opleiding hier voordeel van, ook door al het opleidingsmateriaal te verzamelen in een centrale databank en meer uit te wisselen. Vooral in Groningen en Nijmegen lopen we tegen een tekort aan mankracht aan. ACTA zit iets ruimer in zijn jas, maar daar gaat de oude garde op een gegeven moment ook weg, waardoor het waardevol is als dit soort dingen goed geregeld zijn.

Wat moet je als tandarts nog meer kunnen als je jezelf wilt specialiseren in de parodontologie?

Dat komt neer op internaliseren wat je heel goed in een boek kan lezen. Op basis van je diagnostiek moet je weten hoe je patiënt in elkaar zit en al een verwachting hebben wat voor effect jouw behandeling heeft. Wanneer ik de laatste pocket meet, heb ik al tachtig procent van het behandelplan in mijn hoofd en weet ik ongeveer wat het resultaat gaat zijn.

Om je dit eigen te maken, heb je natuurlijk ook ervaring nodig die je door de jaren heen opbouwt. Dat kun je niet direct aan jonge tandartsen bijbrengen, maar je kunt ze wel ontvankelijk maken om uitdagingen aan te gaan en niet te bang te zijn om iets verkeerd te doen. Wanneer je niks durft als tandarts, ben je bezig met defensieve tandheelkunde. Ook als je te weinig doet, heb je het niet goed gedaan.

Kijkt u uit naar de komende jaren?

Zeker, het is een mooie en leuke uitdaging, omdat er bij het Radboudumc wat te winnen valt op het gebied van de parodontologie. De positie wordt in mijn beleving ook gedragen door mensen binnen de afdeling. Dat geeft me meer mogelijkheden om het tot een succes te maken, heel leuk!

Over drie jaar zit uw termijn voor uw hoogleraarschap er in principe op. Waar ziet u uzelf daarna?

Geen idee, eerlijk gezegd. Er zit zoveel avontuur in deze stap en dé eigenschap van een avontuur is dat je het einde niet kunt voorspellen. Anders is het geen avontuur, maar een gelopen race.

Meer lezen? https://nl.dental-tribune.com/news/mark-timmerman-bijzonder-hoogleraar-parodontologie/?sec=1940391572dac8084d475c8b6d2fb96c

Biografie Mark Timmerman

Mark Timmerman (Amsterdam, 1961) studeerde in 1984 cum laude af in de Tandheelkunde aan de UvA. In 2001 promoveerde hij daar op de prevalentie en progressie van parodontitis in Indonesië. Hij werkte in een algemene praktijk en later als parodontoloog in Amsterdam en Utrecht. Van 2006 tot en met 2009 was hij werkzaam in het managementteam van het hippisch opleidingscentrum NHB Deurne. Sinds2008 werkt hij als parodontoloog en implantoloog bij de Praktijk voor Parodontologie en Implantologie Nijmegen/Horst. Vanaf 2017 werkt hij daarnaast als docent Implantologie en Parodontologie bij het Radboudumc en sinds 2021 is hij daar voorzitter van de examencommissie Tandheelkunde. Per 1 december 2022 is hij voor drie jaar benoemd tot bijzonder hoogleraar Parodontologie.

 

Labels:
To post a reply please login or register
advertisement
advertisement