DT News - Netherlands - “Goede mondzorg voor thuiswonende kwetsbare oudere is medeverantwoordelijkheid tandarts”

Search Dental Tribune

“Goede mondzorg voor thuiswonende kwetsbare oudere is medeverantwoordelijkheid tandarts”

(foto: Shutterstock)
Tessa Vogelaar

Tessa Vogelaar

wo. 11 december 2019

Bewaar

Het Nederlands Tijdschrift Voor Tandheelkunde (NTVT) brengt in december een themanummer uit waarin de mondzorg bij kwetsbare ouderen centraal staat. We vroegen hoofdredacteur dr. Casper P. Bots zijn keuze voor het onderwerp toe te lichten en vast een tipje van de sluier op te lichten over de inhoud.

“Steeds meer mensen worden ouder, behouden hun eigen tanden en kiezen en blijven tot op latere leeftijd zelfstandig wonen. Daardoor blijven ze langer onder de zorg en verantwoordelijkheid van de tandarts algemeen practicus. De noodzaak om de mondzorg voor kwetsbare ouderen concreet vorm te geven in de praktijk, wordt daardoor steeds groter,” motiveert hoofdredacteur Casper Bots zijn keuze voor het onderwerp van het themanummer. “De mondgezondheid van ouderen die in een verpleeghuis belanden, is vaak heel slecht. Bij degenen die nog naar de praktijk kunnen komen, is dat vaak veel beter. De kloof daartussen ontstaat doordat kwetsbare ouderen makkelijk uit zicht raken. Met dit themanummer willen we bij tandartsen en mondhygiënisten bewustwording creëren en vragen om een proactieve houding in het belang van een schone mond voor deze doelgroep. En daarmee kan iedereen, op lokaal niveau, zelf aan de slag.”

Vanuit zijn werk bij het Nederlands Speekselcentrum kent Bots de complexiteit van mondzorg voor ouderen. Vaak is sprake van medicatiegebruik, een droge mond, vergeetachtigheid en immobiliteit. Bovendien is zijn vrouw, Nelleke Bots-van ‘t Spijker, werkzaam als tandarts-geriatrie. “Onze praktijk in Bunschoten-Spakenburg – een dorp met zo’n 20.000 inwoners – heeft een dependance in het enige verpleeghuis van het dorp. Hier komen, naast bewoners, ook kwetsbare ouderen die vanuit de thuissituatie verwezen worden door bijvoorbeeld de huisarts of thuiszorg. Uiteindelijk komen dus alle ouderen uit het dorp die zorgafhankelijk worden, daar terecht. Toch gebeurde het mij laatst, dat een oudere kwetsbare patiënt uit beeld verdween. Zijn vrouw zag ik nog wel, waardoor ik veronderstelde dat meneer al in het verpleeghuis zat en daar mondzorg kreeg. Dat bleek echter niet het geval.”

In het themanummer is aandacht voor alle facetten van mondzorg voor kwetsbare ouderen. Er wordt een overzicht gegeven van de demografische ontwikkeling, de wetenschapsagenda over dit onderwerp in Nederland en Vlaanderen en de wisselwerking tussen de mondgezondheid en algemene gezondheid. Ook is een artikel gewijd aan de communicatie met de kwetsbare oudere patiënt, en de grote groep hulpverleners rondom die patiënt.

Echt uniek is volgens Bots de samenwerking tussen Nederland en Vlaanderen voor dit NTVT-themanummer. Hij koos niet voor niets voor em. prof. dr. Luc De Visschere als gastredacteur. Al jaren zet de Vlaming zich in voor de mondzorg aan kwetsbare ouderen in Vlaanderen. “Aan bijna ieder artikel in het themanummer heeft zowel een Nederlandse als een Vlaamse schrijver bijgedragen. In Nederland en Vlaanderen wordt veel goed onderzoek gedaan. Ik vind het belangrijk dat dit onderzoek ook in Nederlandse wetenschappelijke literatuur wordt gepubliceerd. Zo verbeteren we gezamenlijk de kwaliteit van de mondzorg in Nederland en Vlaanderen.”

Em. prof. dr. Luc De Visschere is gasthoofdredacteur van het NTVT-themanummer over kwetsbare ouderen. In 2010 startte hij samen met em. prof. dr. Jacques Vanobbergen Gerodent, een mobiel tandartsenproject voor mondzorgcentra in Oost- en West-Vlaanderen. Ook nu hij met emeritaat is, is De Visschere nog parttime actief voor het project. Schiet de mondzorg aan kwetsbare ouderen echt tekort? En moet er meer mondzorg gerealiseerd worden voor thuiswonende kwetsbare ouderen? Dental Tribune vroeg De Visschere te reageren op een aantal stellingen over het thema.

De huidige mondzorg voor kwetsbare ouderen, zowel in Nederland als Vlaanderen, schiet tekort.
“Op basis van onderzoek in Nederland en Vlaanderen rond 2010, moeten we vaststellen dat het niveau van de mondhygiëne bij ouderen in woonzorgcentra inderdaad tekortschiet. Daarbij hebben we destijds gezien dat er een grote behandelachterstand is: veel gevallen met tandbederf, wortelresten, ontstoken tandvlees en bot, en gebitsprotheses die niet aansluiten of aan vervanging toe zijn. Toch zien we vanuit ons werk bij Gerodent de laatste tijd een positieve trend ontstaan: ouderen die nu in een woonzorgcentrum belanden, lijken een kleinere behandelachterstand te hebben dan de patiënten die wij tien jaar geleden bij de start van Gerodent zagen. Een mogelijke verklaring is dat deze nieuwe groep tijdens hun levensloop al meer aandacht voor de mond heeft gehad dan de generatie van een decennium eerder.”

De tandarts en mondhygiënist kunnen mondproblemen bij kwetsbare ouderen voorkomen of verminderen.
“Die stelling ondersteun ik volledig. Maar het is nog breder dan dat. Alle stakeholders – dus mondzorgprofessionals, maar ook huisartsen, geriaters en de patiënt en diens omgeving – spelen hierbij een rol. Als wij de handen ineenslaan en ons gezamenlijk met evenveel enthousiasme inzetten om de mondzorg voor kwetsbare ouderen te verbeteren, kunnen we nog sneller grotere stappen maken. Helaas loopt het daar vaak mis. In Vlaanderen komt het onderwerp mondzorg in de opleiding van de verschillende zorgdragers – van de zorgkundige tot aan de geriater – niet of nauwelijks aan bod. Hier in Vlaanderen gaan we binnenkort met het Vlaams Instituut Mondgezondheid en het ministerie van Onderwijs in gesprek om in elk van deze opleidingen een module mondzorg te introduceren.”

Het is de verantwoordelijkheid van de tandarts om te zorgen dat thuiswonende kwetsbare ouderen goede mondzorg krijgen.
“Ook hiermee ben ik het volledig eens. Toch is dat makkelijker gezegd dan gedaan. Het structureren van mondzorg in woonzorginstellingen is al lastig, maar hetzelfde doen in de thuiszorg blijkt nog lastiger. Thuiszorgmedewerkers zien elkaar minder en hebben zo minder mogelijkheid tot overleg, terwijl dit onmisbaar is voor een gestructureerde aanpak voor goede mondzorg voor kwetsbare ouderen. Met de cliënt als opdrachtgever wordt het bovendien heel lastig om voor deze zorg van buitenaf richtlijnen op te leggen.
Daarnaast speelt de praktische kant een rol. Bij Gerodent zien wij zo’n tien tot twintig patiënten per dag in een woonzorgcentrum; een aantal dat je onmogelijk haalt bij individuele thuisbezoeken. Mogelijke oplossingen zijn te vinden in alternatieve vormen van zorgondersteuning. In Vlaanderen worden nu bijvoorbeeld al ouderen met een busje van huis gehaald om een dagdeel in het woonzorgcentrum door te brengen. Dat is een ideale gelegenheid voor mondzorgprofessionals om inspanningen te leveren op het vlak van de mondgezondheid. Natuurlijk enkel als een oudere patiënt dat zelf ook wil.”

Als jonge tandarts of mondhygiënist werken met kwetsbare ouderen kent weinig (vakinhoudelijke) uitdaging.
“Zelf kan ik daar moeilijk over oordelen, omdat ik al met pensioen ben. Maar als ik me inleef in de jonge tandarts van nu, kan ik me daar wel iets bij voorstellen. Al in 2000 hebben wij in Vlaanderen onderzocht hoe studenten Tandheelkunde dachten over mondzorg bij ouderen, en daaruit kwam een enigszins negatief beeld naar voren.
Hoewel er nu tijdens de opleiding meer aandacht is voor kwetsbare ouderen dan in mijn studententijd, is het uitvoeren van mondgezondheid bij dergelijke doelgroepen vooral minder aantrekkelijk omdat het veel tijd vergt die niet wordt gehonoreerd. Deze doelgroep vraagt om preventie en ‘comfortmondzorg’, met als doel de mond stabiel te houden. Daar is weinig lucratiefs aan voor de jonge tandarts. Een groot voordeel is echter het sociale contact met kwetsbare ouderen: de dankbaarheid die ze tonen en de mooie anekdotes die zoveel jaar levenservaring met zich meebrengt, zijn in mijn optiek onbetaalbaar.”

In de wetenschap is momenteel voldoende aandacht voor mondzorg bij kwetsbare ouderen.
“Dat is een lastige stelling. Persoonlijk vind ik dat er de afgelopen vijftien jaar in zowel Vlaanderen als Nederland heel wat is gebeurd op het vlak van mondzorg voor kwetsbare ouderen. In Nederland hebben Cees de Baat en Rob Schaub daar een boost aan gegeven en in Vlaanderen hebben Jacques Vanobbergen en ikzelf daarvoor gezorgd, en gaat collega dr. Barbara Janssens op dit spoor verder.
In mijn optiek zijn we nu echter op een punt gekomen dat we ons minder moeten richten op epidemiologisch onderzoek, maar vooral onderzoek moeten inzetten om wetenschappelijk ontwikkelde methodieken te implementeren in het werkveld, en die vervolgens te evalueren. We moeten echt tot actie overgaan in onderzoek, zodat dit gaat resulteren in een daadwerkelijke verbetering van de mondhygiëne.”

De samenwerking tussen Nederland en Vlaanderen op het gebied van mondzorgkennis kan nog beter.
“Daar ben ik het voorzichtig mee eens, want alles kan beter. Ik denk dat het NTVT-themanummer een serieuze aanzet is om de samenwerking tussen Nederland en Vlaanderen nog meer te verbeteren. Het Belgisch Nederlands Consortium Onderzoek Mondgezondheid Ouderen (BENECOMO) is begonnen met slechts vijf personen. Inmiddels telt onze organisatie ruim 30 leden: echter zijn maar vijf daarvan Vlaming. Nu in Vlaanderen sinds kort ook het beroep mondhygiënist – bij ons mondzorgkundige genoemd – officieel in het leven is geroepen, zou het mooi zijn als een aantal van hen zich ook zouden kunnen aansluiten.
Ik hoop dat binnen BENECOMO kan geijverd worden om volgens een wetenschapsagenda multicentrisch onderzoek te gaan doen. Daarbij moeten de thema’s slim worden verdeeld, zodat we niet op verschillende plaatsen in Nederland en Vlaanderen dubbel werk doen. Zo kan op meerdere plekken uniek onderzoek worden uitgevoerd, waar we met z’n allen bijzonder veel van kunnen leren.”

 

To post a reply please login or register
advertisement
advertisement