Vrees voor einde vrije artsenkeuze door wetsvoorstel

Veruit de meeste mondzorgaanbieders hebben geen overeenkomst met de zorgverzekeraar. Verzekeraars hanteren in de basisverzekerde mondzorg vaker een zogenoemde restitutiekorting, waarbij patiënten slechts een gedeelte van de nota vergoed krijgen als zij naar een ongecontracteerde tandarts gaan. Op dit moment bedraagt die vergoeding 75% van het tarief dat de gecontracteerde zorgaanbieders van de verzekeraar ontvangen. Het resterende bedrag is voor rekening van de patiënt.

Het kabinetsplan biedt de optie om zorgverzekeraars een maximum op te leggen als zij zorg vergoeden van een aanbieder waar ze geen deal mee hebben. Het doel daarvan is het aandeel ongecontracteerde zorg terugdringen. Voor gecontracteerde zorgaanbieders betekent het wetsvoorstel mogelijk dat zij uiteindelijk genoegen moeten nemen met minder goede contractvoorwaarden. Het niet tekenen van de overeenkomst is bij een lagere vergoeding voor de patiënt minder aantrekkelijk, wat een minder goede onderhandelingspositie ten opzichte van de verzekeraar tot gevolg heeft.

Stichting Handhaving Vrije Artsenkeuze (SHVA) is het oneens met het wetsvoorstel en schreef een brandbrief aan de Raad van State: “Door dit wetsvoorstel goed te keuren, geeft u de zorgverzekeraars de macht om tarieven van niet-gecontracteerde zorgverleners tot bijvoorbeeld 50% te verlagen.” Het gevolg volgens de stichting: patiënten krijgen een gepeperde rekening en maken voortaan geen gebruik meer van niet-gecontracteerde aanbieders.

De minister heeft aangegeven voor het einde van 2019 het wetsvoorstel met het advies van de Raad van State aan de Tweede Kamer te zullen sturen.

(bron: AD, KNMT, ANT)

Labels: