DT News - Netherlands - 120 jaar FDI: mondgezondheid mondiaal op de kaart

Search Dental Tribune

120 jaar FDI: mondgezondheid mondiaal op de kaart

Henk Donker (KNMT) en Stefaan Hanson (VVT)
Kees Adolfsen

Kees Adolfsen

di. 10 november 2020

Bewaar

191 beroepsorganisaties uit 130 landen, met meer dan 1 miljoen tandartsleden. Die cijfers laten zien dat FDI World Dental Federation in 120 jaar is uitgegroeid tot een organisatie met een indrukwekkend mondiaal bereik. Maar wat kún je eigenlijk bereiken? En hoe wordt daaraan gewerkt? Indrukken van een Nederlandse en Vlaamse FDI-vertegenwoordiger.

Zes mannen kwamen in het jaar 1900 in Parijs bijeen, aangevoerd door de Franse tandarts Dr. Charles Godon. Hij had vanaf 1889 al congressen georganiseerd, waarop de dentale opvoeding van de bevolking centraal stond. De Fédération Dentaire Internationale (FDI) was een feit, en een jaar later vond in Londen het eerste World Congress plaats.

Al aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog werd het belang van wereldwijde dentale zorg volledig losgekoppeld van elke politieke voorkeur en maatschappelijke situatie. Vooral na de Tweede Wereldoorlog won de FDI aan belang, met begin jaren vijftig bijvoorbeeld de resolutie over de inzet van fluoride als hét instrument tegen tandbederf. In 1960 werd de relatie met de Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO) bestendigd: gezamenlijk riepen ze 1994 uit tot internationaal jaar van de mondgezondheid. Sinds 2007 is 20 maart wereldwijd Oral Health Day. Langs lijnen van geleidelijkheid werkt FDI World Dental Federation continu verder om optimale mondgezondheid mondiaal op de kaart te krijgen.

Breed gedragen
Elk land dat lid is van de FDI, heeft een National Liaison Officer, die het FDI-beleid bij zijn overheid onder de aandacht brengt. Henk Donker, sinds 2016 de Nederlandse  National Liaison Officer (NLO), bezoekt namens de KNMT het jaarlijkse congres als een van de twee gedelegeerden die elke beroepsorganisatie naar het congres afvaardigt. Belangrijk op de congressen is het proces waarmee wordt toegewerkt naar breed gedragen policy statements, zegt Donker. “Natuurlijk zijn de niveauverschillen qua mondzorg enorm groot, per werelddeel en ook per land. Dat heeft alles te maken met de economische standaard. Maar het is niet zo dat wij er op zo’n congres westerse waarden en standaarden doorheen drukken. Elk land is naar grootte met een evenredig aantal stemmen vertegenwoordigd. De resoluties, of statements, worden aan de hele zaal – met zo’n 400 stemgerechtigden – voorgelegd. Als ze onhaalbaar zijn, worden ze bijgesteld. Ze worden sowieso regelmatig en deels via bijeenkomsten gedurende het jaar geëvalueerd. Ze moeten werken als richtlijnen waarmee iedere NLO bij zijn regering kan aankloppen en hopelijk iets weet te bewerkstelligen.”

Te kostbaar
De resoluties bestrijken uiteenlopende thema’s: kwaliteit, pijnbestrijding, nascholing, duurzaamheid. Actueel is het Minamataverdrag, dat beoogt het gebruik van amalgaam terug te dringen. Dat illustreert volgens Donker waarom Nederland niet altijd het meest betrokken is. “Vanuit ons perspectief zou je kunnen twijfelen aan de waarde van zo’n resolutie. Het gebruik van amalgaam ligt in Nederland op 0,6%. Maar in heel veel landen is composiet als alternatief domweg veel te kostbaar. En dan hebben we het echt niet alleen over Afrikaanse landen. In Engeland moeten tandheelkundige verrichtingen vanuit de National Health Service zo goedkoop dat daar nog steeds veel amalgaam gebruikt wordt.”

En dat terwijl we amalgaam niet alleen niet meer in de mond willen, maar ook niet in het milieu, zegt Donker. “Dat brengt weer met zich mee dat als je amalgaamafscheiding Europees verplicht zou stellen, een land als Griekenland om extra geld gaat vragen. Officieel beoogden we in 2020 wereldwijd van het amalgaam af te zijn. Maar dat doel wordt voor veel landen bijgesteld, vanuit het inzicht dat dit voor hen gewoon niet haalbaar blijkt. De FDI stelt overigens ook beurzen beschikbaar om specifieke doelen in een land gerealiseerd te krijgen.”

45.000 tandartsen
Vanwege de invloed van regels van de Europese Unie (EU) kunnen sommige issues volgens Donker beter via Brussel worden opgepakt. “We zijn vanuit Nederland actiever in de Council of European Dentists (CED) dan in de FDI. Wil je een probleem als antibioticaresistentie – met in 2050 een verwacht dodental van 10 miljoen(!) wereldwijd – effectief kunnen aanpakken, dan moet je echt eerst proberen om op Europees niveau tot één aanpak en gedragsnorm te komen. Hetzelfde geldt voor bijvoorbeeld adverteren in de mondzorg en voor de regelingen rond ketens. Maar dat doet niets af aan het mondiale belang van de FDI. Bovendien zijn veel actieve CED-leden ook weer actief in diverse FDI-werkgroepen. Het congres vorig jaar in San Francisco was gekoppeld aan dat van de American Dental Association. Stel je voor, met 45.000 tandartsen bij elkaar: een hele stad in de ban van de tandheelkunde!”

Interessante opinies
Stefaan Hanson was van 1979 tot 2018 als NLO afgevaardigde voor het Verbond der Vlaamse Tandartsen bij de FDI. Hij werd in 2018 opgevolgd door Philippe Ducrot.  Hanson bezocht niet minder dan 37 FDI wereldcongressen. Hij ziet het belang van de organisatie wel verschuiven, maar daarmee zeker niet verminderen. “Dat belang schuilt onder meer in het samenkomen van interessante opinies van binnen en buiten het beroep. Er zijn veel professoren bij de congressen, die ook zitting hebben in commissies. Ook de industrie is vertegenwoordigd, niet zo zeer als sponsor, maar vooral als stakeholder.”
Medebepalend voor het belang van de FDI is volgens Hanson de aansluiting bij de WHO. “Dat jaar van de mondgezondheid in 1994 betekende voor mij persoonlijk internationaal gezien een hoogtepunt. Of zo’n jaar – en later opgevolgd door een jaarlijkse dag – meer waarde krijgt dan een symbolische hangt helemaal af van je inzet in je eigen land. Er is heel veel pr gegenereerd voor de mondgezondheid en voor de rol van de tandarts in de maatschappij. In België hebben we in 1994 het allerhoogst gescoord op het gebied van de preventieboodschap.”

Belangrijke issues
Vooral de laatste tien jaar wint de relatie tussen FDI en WHO sterk aan belang, vindt Hanson. “De focus is weliswaar nogal verlegd naar de ontwikkelingslanden, waar men echt noodzakelijke invloed heeft. Maar ook voor ons in het westen zijn er belangrijke issues die men vanuit de FDI op WHO-conferenties op de voorgrond weet te krijgen. De zorg en aandacht voor sociaal zwakkeren bijvoorbeeld, wat in ieder westers land net zo goed focus verdient. En de relatie tussen mondgezondheid en algehele gezondheid: die punten komen in WHO-resoluties terecht. Vertegenwoordigers van alle aanwezige landen brengen ze als ambassadeurs bij hun regeringen onder de aandacht.”

Volgens Hanson was het belang van de FDI voor Vlaanderen het hoogst in de laatste decennia van de vorige eeuw. “De ontmoetingen met Europese collega’s hebben veel bijgedragen eigen visies te ontwikkelen. Inmiddels is zo’n 90% van alle wet- en regelgeving Europees bepaald. Dat heeft ook voor ons de betekenis van de CED duidelijk groter gemaakt dan van de FDI. Van de best zware investering in tijd en geld vraag je je inmiddels soms wel af wat eigenlijk de return is. Maar de invloed van de FDI blijft interessant en zonder twijfel van belang.”
Om dat te staven noemt Hanson nog een thema met een brede historische horizon: de positie van de tandarts in de mondzorg. “Er zijn binnen FDI-verband heroïsche discussies gevoerd over het lidmaatschap van mondhygiënisten. Amerika, Zweden en ook Nederland wezen op het gevaar van overdelegatie van taken. Dat weerspiegelt waar we veertig tot vijftig jaar voor gestreden hebben: de tandarts is niet primair een ambachtelijke technieker, maar een academisch geschoold medicus. Juist dat beeld moet wereldwijd worden uitgedragen.”

Scherp en alert
Hoe gaat een 120-jarige om met de actualiteit? Scherp en alert. Een door de WHO uitgevaardigd coronaprotocol leidde eerder tot verwarring: het was alleen van toepassing voor landen waar te weinig beschermingsmiddelen beschikbaar waren, maar werd verspreid toen die situatie in veel (westerse) landen al niet meer bestond. De FDI corrigeerde en riep in augustus op per land de daar geldende coronamaatregelen te respecteren. Belangrijker nog: de FDI organiseerde enkele mondiale coronawebinars, waarvoor de NLO’s in alle aangesloten landen werden uitgenodigd. Henk Donker schat in dat het iedereen wel lukte om ergens met een computer in te loggen. Zo werd ook hier de in de tandheelkunde beschikbare kennis wereldwijd verspreid. Die mondiale scope staat steeds weer voorop in de doelstellingen van de FDI.

Voor meer informatie: www.fdiworlddental.org.

Labels:
To post a reply please login or register
advertisement
advertisement