DT News - Netherlands - Een enorme impuls voor webinars en e-learning

Search Dental Tribune

Een enorme impuls voor webinars en e-learning

Michaël Smulders tussen plexiglas in de CIDE-cursusruimte.
Reinier van de Vrie

Reinier van de Vrie

ma. 15 februari 2021

Bewaar

Welke impact heeft de coronacrisis gehad op bij- en nascholing? De verwachting was dat er minder aan scholing is gedaan en dat het online aanbod is toegenomen. Dental Tribune ging het na bij aanbieders en bij het KRT en KRM. De conclusie? Online is in brede kring ontdekt en niet meer weg te denken, maar men snakt ernaar om elkaar ook weer te kunnen ontmoeten.

Als Paul Kalker benaderd wordt voor medewerking aan dit artikel is hij druk bezig om een houten bibliotheektrap te maken. Door corona heeft hij noodgedwongen de twee grote congressen die hij jaarlijks met Bureau Kalker organiseert een jaar uitgesteld. In november vorig jaar zou hij het congres RESTAURATIES houden en deze maand stond het congres KINDERTANDHEELKUNDE2021 in de RAI op het programma, met mogelijk rond de duizend deelnemers. Aangezien hij minimaal een half jaar voor een congres met zijn marketing begint, was het vorige zomer voor hem wel duidelijk dat deze congressen niet door konden gaan.

Hij heeft nog even overwogen om de congressen met ongeveer een kwart van het gebruikelijke aantal deelnemers te houden, maar vond een grotendeels lege zaal en lunchen op afstand niet aantrekkelijk. “Dat leek me zo’n spastisch gedoe. Bij een live-congres gaat het toch ook om het sociale contact, het gezellig bij elkaar zijn,” zegt Kalker.

Hij beschouwt dit maar als een min of meer verloren jaar en heeft noodgedwongen voor een sabbatical gekozen, met tijd voor hobby’s. Een jaar zonder werk betekent geen inkomsten, maar Bureau Kalker kan tegen een stootje, geeft hij aan.

Erg frustrerend
Tandarts Michaël Smulders van CIDE in Den Haag vond het erg jammer dat veel CIDE-cursussen niet door konden gaan in zijn cursusruimte met twaalf praktijkplekken. Tijdens de eerste lockdown in 2020 zijn er zes cursussen geannuleerd. Uiteindelijk kon vorig jaar slechts de helft van de achttien cursussen doorgang vinden. Zoals anders gebruikelijk is, waren de cursussen ook niet altijd volledig bezet. Deelnemers haakten – soms op het laatste moment – af, omdat ze het toch niet aandurfden. Enkele cursussen gingen niet door omdat docenten uit het buitenland eenvoudigweg niet konden komen.

Vanaf de zomer was het dankzij een uitgebreid pakket aan extra veiligheidsmaatregelen weer mogelijk om de cursussen in de CIDE-locatie te houden. Ondanks een omzetverlies van 50% op de cursussen, is CIDE ruimhartig geweest met het restitueren van betaalde cursusgelden. Smulders: ”Ik vind vouchers een beetje flauw en niet zo passen bij onze organisatie.” Hij wil ook niet over de omzet klagen, te meer omdat er branches zijn die het veel slechter hebben. En ook sprekers en praktijken liepen inkomsten mis.

Flinke omzetderving
Van de veertig à vijftig PAOT-cursussen voor assistenten, mondhygiënisten en tandartsen van Radboudumc Health Academy is in 2020 ongeveer de helft niet doorgegaan, laat PAOT-projectmedewerker Ditha Gijsbers-van Rinsum desgevraagd weten. Vanaf maart tot de zomer lag alles stil. Na de zomer is het programma weer op gang gekomen, maar ging een aantal cursussen door te weinig deelnemers niet door. Het voorjaarscongres voor alumni werd verschoven naar het najaar en op verschillende avonden online gehouden. En het najaarscongres van vorig jaar wordt dit jaar gehouden. Dat heeft natuurlijk geleid tot een flinke omzetderving, maar half december kon Gijsbers nog geen bedrag of percentage noemen.

Ook bij ACTA Dental Education was er vorig jaar een flink omzetverlies. In het eerste kwartaal van vorig jaar was dat ongeveer 80%. De rest van 2020 heeft de organisatie wel dezelfde omzet kunnen draaien, maar waren er meer kosten voor online en voor het huren van extra ruimte in verband met de coronamaatregelen, laat hoofd ACTA Dental Education Nora de Vries weten.

Met Quality Practice is er een uitgebreid pakket aan na- en bijscholing. Vorig jaar stonden er onder meer tien congressen en veertig PAOT-cursussen (de meeste meerdere keren per jaar) op het programma. Daarnaast waren er vorig jaar dertig e-learning modules beschikbaar. Ook voor derden faciliteert het congressen en andere activiteiten. In maart tot juni vorig jaar zijn veertig events verplaatst of online gegeven. De twee grote congressen over parodontologie en bruxisme zijn per livestream aangeboden en daarnaast ter compensatie als e-learning module.

Opleidingen assistenten

De coronacrisis had natuurlijk ook direct gevolg voor de opleidingen voor assistenten, die Edin onder meer verzorgt. Bij de eerste lockdown in maart en april vorig jaar werden er zes weken geen fysieke cursussen gegeven. “Dat was echter geen reden om stil te zitten,” zegt Edin-directeur Anne-Peter van Riet. “Tijdens een crisis is het belangrijk dat je direct creatief wordt in wat er nog wel kan. En dat je flexibel bent naar klanten toe. Luisteren naar hun problemen en niet met annuleringsvoorwaarden gaan zwaaien.”

Zo heeft Edin direct haar docenten 30 à 35 videofilmpjes voor de basisopleiding en de opleidingen voor preventieassistent, lokale verdoving en restauratie laten maken met daarin de kern van de theorielessen. In drie filmpjes van tien minuten werd een dagdeel theorie samengevat. Bij de video’s kwamen opdrachten die besproken werden in een Zoomsessie. De theorie kon zo toch voldoende aan bod komen.

Toen de reguliere zorg weer startte kon het praktijkdeel en het leren aan de stoel weer opgepakt worden, omdat de opleiding valt onder de Leidraad Mondzorg Corona. 90% van de cursussen kon toen weer doorgaan. Dat neemt niet weg dat er in 2020 een omzetderving was van rond de 25% ten opzichte van de begroting. Met name de praktijkhouders, die voor 90% de deelnemerskosten betalen, waren terughoudender om hun personeel een opleiding te laten volgen. Van Riet heeft daar wel begrip voor, omdat veel praktijken vorig jaar ook omzetderving hadden.

 

Online als alternatief
Net zoals in het reguliere onderwijs werden oplossingen en alternatieven vooral online gezocht.

De eerste lockdown heeft CIDE direct besteed om de masterclass MTA als online alternatief te ontwikkelen. Die cursus bestaat uit een theoretisch en een praktisch deel. Cursusleider Walter van Driel geeft de theorie per video. De deelnemers sluiten het theoretische deel af met een toets.

Voor het praktische deel stelt CIDE een box met materialen beschikbaar waar tandartsen in hun eigen praktijk een paar uur mee aan de slag moeten. De röntgenfoto’s van de resultaten sturen ze naar de speciale leeromgeving van CIDE. Smulders en Van Driel beoordelen het werk en bespreken het uitgebreid per chat met de deelnemers. Zo kunnen ze toch persoonlijke aandacht geven, al is dat minder dan bij een hands-on cursus die ter plekke wordt gehouden. Het voordeel van de cursus online is wel dat bijvoorbeeld de assistent ook mee kan doen. Dertig deelnemers hebben inmiddels aan de online masterclass MTA meegedaan.

Smulders geeft aan dat het best wat voeten in de aarde heeft gehad om de cursus online te ontwikkelen. De techniek moet bijvoorbeeld goed op orde zijn en je moet precies weten wat er in zo’n box moet. Ook was het volgens Smulders lastig om de KRT-punten geregeld te krijgen vanwege de unieke opzet van de masterclass. Voor de online cursus zijn er vijf punten toegekend, waar dat bij de cursus op locatie zeven is. Smulders vindt dat redelijk, omdat de online cursus ook minder tijd vergt.

Direct bij de eerste lockdown vorig jaar is ACTA Dental Education het online aanbod met een professioneel bedrijf verder gaan ontwikkelen. In een studio in Nieuwegein werden lezingen van sprekers opgenomen die met een livestream gevolgd konden worden. Daarbij was interactie tussen sprekers en deelnemers mogelijk. Daarnaast zijn er veel filmpjes met theorie opgenomen die op ieder gewenst tijdstip door deelnemers kunnen worden bekeken. Het al bestaande vraaggestuurd adaptief aanbod van e-learning werd zo snel verder uitgebreid.

E-learning wordt bij ACTA Dental Education ook steeds meer gedaan in combinatie met en ter voorbereiding op een praktijkcursus. Bij een cursus heeft ieder dan dezelfde basiskennis, waardoor er meer tijd kan zijn voor de praktische kant.

Veel theorielessen zijn het afgelopen jaar ook bij PAOT Nijmegen gedigitaliseerd. Dat had als voordeel dat docenten de stof weer eens opnieuw hebben bekeken en hebben geactualiseerd. “In die zin heeft de coronacrisis geleid tot een verbeteringsslag en online lesgeven in een stroomversnelling gebracht,” zegt Gijsbers. Ze verwacht dat het nu online ontwikkelde aanbod voor de theorie zeker zal blijven. Dat was toch al de bedoeling.

Voor Edin waren de gemaakte video’s en Zoommeetings een goed alternatief, “maar mensen kiezen niet voor niets voor klassikaal onderwijs,” zegt Van Riet. “Die gedijen toch beter met interactie met andere studenten en met docenten. Online kun je niet dezelfde kwaliteit bereiken. Kwalitatief lever je behoorlijk wat in. Docenten kunnen minder ingaan op vragen en minder reageren op non-verbale uitingen.” Dat neemt niet weg dat Edin de gemaakte video’s in het onderwijs blijft gebruiken.

Online was voor Paul Kalker geen optie, omdat het er bij zijn congressen juist om gaat dat men met honderden collega’s bij elkaar komt. Dat geeft toch een speciale, gezellige sfeer, die je niet kunt bereiken als mensen afzonderlijk in pyjama op hun zolderkamer naar een spreker zitten te luisteren, aldus Kalker. Bovendien zou het een hele investering vergen om dat voor elkaar te krijgen.

Minder deskundigheidsbevordering
De grote vraag is natuurlijk of tandartsen en mondhygiënisten vorig jaar minder aan bij- en nascholing hebben gedaan. Bij het Kwaliteitsregister Tandartsen (KRT) en Kwaliteitsregister Mondhygiënisten (KRM) wordt dat bevestigd.

Volgens KRT-directeur Camiel Versluis wijzen de cijfers uit dat de circa 5.000 KRT-geregistreerde tandartsen in 2020 gemiddeld een derde minder tijd hebben besteed aan deskundigheidsbevordering dan in 2019. Ze hebben wel ongeveer evenveel cursussen gevolgd, maar in plaats van klassikale scholing waren dat vaker korter durende webinars en e-learning. Intercollegiaal overleg door tandartsen is met de helft verminderd en vindt nog weinig online plaats, constateert Versluis. En visitaties en patiëntenquêtes zijn voor driekwart niet doorgegaan.

De aanbieders meldden vorig jaar voor de helft minder nieuwe klassikale cursussen bij het KRT aan. Het aanbod van e-learning bleef onveranderd groot en het aantal webinars groeide per maand. De gemiddelde tijdsduur van cursussen is ongeveer een kwart korter geworden in vergelijking met vorig jaar.

Versluis geeft aan dat voor e-learning en webinars ook KRT-punten worden toegekend. Voor het KRT is de tijdsduur bepalend voor het aantal punten. En er moet een waarborg zijn dat een (online) activiteit is gevolgd, bijvoorbeeld met een certificaat van een aanbieder of door een gemaakte toets.

En hoe zit het met de KRM-punten voor mondhygiënisten? In 2020 zijn er door ongeveer 1700 KRM-geregistreerde mondhygiënisten 28% minder KRM-punten behaald dan in 2019, laat hoofd KRM Manon Houter weten. Wel was er vorig jaar een stijging in het aantal individuele activiteiten met 12,5%, bijvoorbeeld met e-learning en webinars. Maar Houter weet ook van mondhygiënisten die de nodige schroom hebben om online te gaan. Misschien uit onwennigheid of onhandigheid, veronderstelt ze. Dat verschil is ook terug te zien bij de ICO-groepen die minimaal zes keer per jaar bij elkaar moeten komen. Twee derde van de ICO-groepen is vrij snel voortvarend online gegaan, 17% heeft nog wel fysieke bijeenkomsten kunnen organiseren, maar 17% heeft in 2020 niets gedaan.

Bij het KRM was er een duidelijke toename van aanvragen voor webinars en online kennistoetsen. Houter denkt dat de kwaliteit van online nascholing op zich niet hoeft in te boeten op fysieke cursussen en congressen, ook al wordt dat vaak wel gedacht. Ze zet wel vraagtekens bij de kwaliteit van sommige webinars. Het kan zijn dat in de toekomst voor het toekennen van KRM-punten niet alleen naar tijdsduur, maar ook naar kwaliteit wordt gekeken.

De kennistoetsen zijn volgens haar wel sterk verbeterd. Ze vindt dat een deelnemer eerst echt kennis en inzicht moet verwerven om vragen in een toets te kunnen beantwoorden en niet min of meer door trial-and-error een toets tot een goed einde moet kunnen brengen, zoals dat tot nu toe soms nog wel het geval was.

Het KRM heeft maart vorig jaar direct het probleem onderkend dat het moeilijk zou kunnen worden voor mondhygiënisten om alle punten te behalen. De groep die van mei tot en met september een herregistratie zou moeten behalen heeft automatisch een half jaar uitstel gekregen voor herregistratie.

Boost online
De meeste betrokkenen zien dat door de coronacrisis online nascholing en e-learning versneld een flinke boost heeft gekregen. Die ontwikkeling was er al, maar wordt nu versneld doorgezet. Het zal dus zeker veel meer gaan plaatsvinden, ter vervanging van ‘fysieke’ bijeenkomsten of in combinatie ermee. Een congres kan dan bijvoorbeeld zowel op locatie als per livestream gevolgd worden, waarschijnlijk voor verschillende tarieven.

Versluis van het KRT denkt dat webinars een nieuwe standaard hebben neergezet, naast en in combinatie met het klassikale gebeuren. ”Webinars zijn echt van 2020. Ze zijn laagdrempeliger te organiseren dan e-learning,” zegt hij.

Bij het Nederlands Tijdschrift voor Tandheelkunde (NTVT) werd een week na de sluiting van mondzorgpraktijken, eind maart 2020, de eerste ‘DentTalk webinar’ georganiseerd. In meerdere webinars kwam de impact van covid-19 op de (mond)zorg aan de orde. “Die eerste webinars trokken meer dan 2500 deelnemers,” herinnert NTVT-hoofdredacteur Casper Bots zich. “Dat bevestigde de meerwaarde ervan: je kunt snel schakelen en veel mensen bereiken. Veel collega's hadden echt behoefte aan betrouwbare info op dat moment. Bovendien is de interactie tussen sprekers en deelnemers erg waardevol.” Wegens het succes is het NTVT doorgegaan met de DentTalk webinars, die nu om de week op dinsdag plaatsvinden en nog steeds veel deelnemers trekken.

Uitgeverij Prelum, die ook betrokken is bij het NTVT, lanceerde in het najaar van 2020 daarnaast AccreDidact Mondhygiënist, een combinatie van e-learning en bijbehorende naslagwerken. “Mondhygiënisten kunnen dit soort nascholing helemaal vanuit huis of vanaf hun werkplek volgen,” vertelt uitgever Ben Adriaanse. “Dat past precies in deze coronatijd, en ik denk dat mede daarom zoveel mondhygiënisten zich al hebben aangemeld. Maar ook afgezien van corona is de e-learning in opmars, want het is een efficiënte manier van nascholen. Zodra – hopelijk later dit jaar – cursussen en trainingen op locatie weer mogelijk zijn, zullen we die met AccreDidact ook gaan organiseren. Want uiteindelijk is de combinatie tussen digitaal leren en op locatie vaardigheden opdoen, erg effectief en prettig voor de gebruiker. Vooral het aanleren van vaardigheden komt tijdens de lockdowns in het gedrang.”

Dat online-activiteiten en e-learning een boost hebben gekregen, merkt men ook bij E-WISE, de organisatie die voor mondhygiënisten en tandartsen met het merk CME-Online e-learning verzorgt en daarin naar eigen zeggen marktleider is. Dat heeft tot duidelijke groeicijfers in het aantal abonnementen geleid, geeft directeur Ellen Smit aan. In 2020 was de groei bij tandartsen 50% ten opzichte van 2019, bij mondhygiënisten was dat 30%. In 2019 was die groei ten opzichte van 2018 respectievelijk 40% en 15%.

Online wordt door de twintig beroepsgroepen waarvoor E-WISE werkt steeds gebruikelijker en ook steeds beter gewaardeerd. Dat blijkt bijvoorbeeld uit het aantal blijvende abonnees dat dit jaar gestegen is van 80% naar rond de 85%.

De techniek wordt ook steeds beter, waardoor het voor deelnemers steeds interessanter wordt. Zo is het mogelijk om dichter op behandelingen te filmen, zodat je ook online beter mee kunt kijken. “Dat benadert steeds meer de situatie in een workshop,” zegt Smit. “Voor veel mensen heeft de crisis toch wel geleid tot een versnelde ontdekking van online en de voordelen die dat heeft.

Normaal draaien
Voor dit jaar staat grotendeels weer hetzelfde programma bij CIDE gepland. De online masterclass MTA is daar, dankzij de coronacrisis, aan toegevoegd. Smulders hoopt dat mede door vaccinatie het weer mogelijk wordt om alle cursussen te kunnen houden, want bij hands-on cursussen is het sterke punt toch de persoonlijke aandacht en de mogelijkheid iets te kunnen demonstreren. “Dat kun je online toch niet zo overbrengen als wanneer je samen in dezelfde cursusruimte bent.”

Ook Gijsbers van PAOT Nijmegen wil in 2021 met grotendeels hetzelfde programma – maar met meer online-elementen – weer normaal kunnen draaien, al is het met de tweede lockdown niet goed begonnen. Ze hoopt dat fysieke congressen ook weer mogelijk zijn, want met name voor alumni zijn het sociale aspect en elkaar ontmoeten zeer belangrijk.

Voor het theoriedeel gaat online bij ACTA Dental Education zeker een zwaardere rol spelen. Zo worden er dit jaar rond de 40 nieuwe modules ontwikkeld. Voor het praktijkdeel komen er online ook steeds betere alternatieven, al denkt De Vries zeker niet dat fysieke praktijkcursussen bij ACTA gaan verdwijnen. Ondertussen moesten er met de tweede lockdown alweer een tiental cursussen verplaatst worden naar later in het jaar.

Van Riet van Edin ziet de toekomst optimistisch tegemoet. Hij hoopt dat de nieuwe opleidingen met de start van half januari weer snel gewoon kunnen draaien. “Veel praktijken maken nu even een pas op de plaats, maar assistentie aan de stoel behoort toch tot het primaire proces. Dat moet gewoon doorgaan en daarvoor moeten toch mensen worden opgeleid.”

Elkaar ontmoeten
Voor kennisoverdracht en het maken van toetsen is online bij- en nascholing uitstekend te doen, geven betrokkenen aan. Online meetings en e-learning hebben als voordeel dat deelnemers minder reistijd kwijt zijn en dat ze het vaak in eigen tijd en tempo kunnen doen. Het scheelt ook in kosten voor zaalhuur en catering. Daar staat tegenover dat er meer technische kosten zijn voor de opnames.

Voor de sociale aspecten, de gezelligheid, de inspiratie, collega’s ontmoeten, interactie met spreker of cursusleider, het overbrengen van praktische vaardigheden of het aanleren van communicatieve en praktische vaardigheden heeft de fysieke ontmoeting duidelijk nog de voorkeur.

Dat geldt zeker voor Paul Kalker. Mocht het toch niet mogelijk zijn, dan gaat hij online wel alternatieven bedenken, maar hij hoopt met het najaarscongres RESTAURATIES de draad weer gewoon op te kunnen pakken. Hij hoopt dat mensen weer vertrouwen hebben om met elkaar in een zaal te zitten. Een verplicht rustig jaar was niet zo erg, die bibliotheektrap is er inmiddels wel, maar Kalker wil graag vooral weer mooie congressen organiseren waar collega’s elkaar kunnen ontmoeten.

Labels:
To post a reply please login or register
advertisement
advertisement