DT News - Netherlands - Mbo-diploma binnenkort voor iedere tandartsassistent verplicht. Of niet? – Deel I

Search Dental Tribune

Mbo-diploma binnenkort voor iedere tandartsassistent verplicht. Of niet? – Deel I

Tessa Vogelaar

Tessa Vogelaar

wo. 22 augustus 2018

Bewaar

Vanaf 1 september 2018 moeten nieuw tot de arbeidsmarkt toetredende tandartsassistenten in het bezit zijn van een mbo-diploma Tandartsassistent. Daarvoor pleit althans beroepsvereniging KNMT. Maar is het wel nodig dat die verplichting geldt voor álle assistenten? Wat is er mis met een aan de stoel opgeleide assistent? Het mondzorgveld is vooralsnog niet unaniem. En de tandartsassistenten zelf? “Uiteindelijk kun je het ook leren in de praktijk.” Vandaag deel I: verplicht mbo-diploma of modulair opleiden?

Patiënten komen in een tandartspraktijk veel verschillende mondzorgprofessionals tegen. Grote kans dat een patiënt niet altijd weet wie er in zijn mond kijkt. Is het de tandarts? Of toch de mondhygiënist, tandartsassistent of preventieassistent? Laat staan dat transparant is welke opleiding de mondzorgverlener heeft doorlopen. Zijn dan niet alle tandartsassistenten al in het bezit van een mbo-diploma? Nee dus.

Welke taken tandartsassistenten precies uitvoeren, verschillen. Ze kunnen verantwoordelijk zijn voor het assisteren aan de stoel en het beheer van instrumentarium en materiaal, maar ook voor het, onder supervisie weliswaar, subgingivaal verwijderen van tandsteen of het maken van een eenvlaksrestauratie. Anderzijds zijn er tandartsassistenten die alleen ‘de telefoon opnemen’, oftewel administratieve taken uitvoeren.

Bij gebrek aan een beroepsvereniging voor assistenten of een register, is het precieze aantal tandartsassistenten niet bekend. De KNMT schat dat het aantal tandartsassistenten werkzaam in Nederlandse praktijken in 2017 neerkwam op ongeveer 19.000. Welk deel daarvan in het bezit is van een mbo-diploma, is frappant genoeg onbekend. Harde cijfers van het aantal assistenten met een mbo-diploma lijkt echter niemand te hebben.

Wetgeving
Een wettelijke verplichting tot het behalen van een mbo-diploma om jezelf tandartsassistent te mogen noemen is er niet; het is geen wettelijk beschermde titel. De functie van tandartsassistent valt onder de werking van de Wet BIG, maar deze kent de assistent geen functionele zelfstandigheid toe. De wet maakt het wel mogelijk dat een tandarts (of -specialist) de voorbehouden handelingen als zelfstandig bevoegde, onder bepaalde voorwaarden, aan diens assistent mag overdragen. Die voorbehouden handelingen bestaan uit heelkundige handelingen die ‘weefselscheidend en irreversibel’ zijn; zoals boren, slijpen, extraheren en snijden of het maken van röntgenfoto’s, het voorschrijven van geneesmiddelen of het geven van verdoving of narcose. Voorwaarde voor deze taakdelegatie is dat de assistent die de voorbehouden handeling opgedragen krijgt, bekwaam is. Daarnaast moet er een opdracht zijn van een zelfstandig bevoegde opdrachtgever, de (gedifferentieerde) tandarts(-specialist), en moet deze indien nodig beschikbaar zijn. Dat laatste wordt door de inspectie vertaald als het daadwerkelijk in het gebouw aanwezig zijn, advies op afstand voldoet niet.

Harde dobber
“Door de uitbreiding van taken en verantwoordelijkheden en de maatschappelijke druk op het leveren van kwaliteit van mondzorg, wordt een eenduidig, transparant en inzichtelijk opleidingsniveau van het gehele team steeds belangrijker,” stelt de KNMT in de toelichting op haar standpunt over de tandartsassistenten. Volgens de vereniging werkt een uniform opleidingsniveau van de assistent bevorderend voor de transparantie en de mogelijkheid tot kwaliteitshandhaving. Het is daarom ‘dringend gewenst’ dat nieuw tot de arbeidsmarkt toetredende tandartsassistenten vanaf 1 september 2018 in het bezit zijn van een mbo-diploma Tandartsassistent.

De aankondiging van de KNMT kwam jaren geleden al, maar met minder dan een maand te gaan tot 1 september rijst de vraag: gaat die verplichting er nu werkelijk komen of niet? “Wij hameren momenteel erg op het teamconcept. Als je dat als beroepsvereniging zo belangrijk vindt, moet je ook zorgen dat professionals voldoende opgeleid zijn,” verklaart KNMT-voorzitter Wolter Brands de timing. Daarnaast heeft de inspectie volgens Brands veel aandacht voor het concept bekwaamheid in haar handhaving. “Als de inspectie langskomt, moet het aantoonbaar zijn dat een assistent bekwaam is voor zowel voorbehouden als niet-voorbehouden handelingen. Met een externe opleiding is dat een stuk gemakkelijker dan wanneer de tandarts de assistent zelf heeft opgeleid.” In dat laatste geval hanteert de inspectie op basis van jurisprudentie dat bij de opleiding externen betrokken moeten zijn, zoals beschreven in een circulaire van de inspectie uit 2008. “Ik zeg niet dat inwerken aan de stoel niet mag, maar de tandarts zal er dan een harde dobber aan krijgen om aan te tonen dat de assistent bekwaam is,” aldus Brands.

Verplicht diploma volgens de KNMT: wie wel, wie niet
Medewerkers die alleen administratief werken, zijn uitgezonderd van de nieuwe ‘regel’ van de KNMT. Wie nieuw is op de arbeidsmarkt en nog geen diploma heeft, mag van de beroepsvereniging alvast als assistent in dienst komen bij een praktijk, mits ook direct wordt gestart met een mbo-opleiding. Een tweede uitzondering vormen ongediplomeerde tandartsassistenten die voor 1 september 2018 al bij een tandarts in dienst waren; ook wanneer zij na die datum overstappen naar een nieuwe werkgever. Dat neemt overigens niet weg dat ook zij na de ingangsdatum aantoonbaar bekwaam moeten zijn voor de handelingen die zij uitvoeren. Wie voor 1 september 2018 echter nog zonder mbo-diploma werkte en er meer dan twee jaar ‘uit heeft gelegen’, moet terug de schoolbanken in voordat hij of zij weer aan de slag mag als assistent, aldus de KNMT.

Crebo-erkend
Wanneer de KNMT spreekt van een mbo-diploma, gaat het om een mbo-opleiding tot Tandartsassistent op niveau 4. Het dient daarnaast te gaan om een ‘crebo-erkende opleiding’. Hierbij wordt gewerkt met een kwalificatiedossier, waarin in opdracht van het ministerie van OCW is vastgelegd wat een tandartsassistent na de opleiding volgens het beroepsonderwijs en het bedrijfsleven zou moeten kunnen. Op de inhoud en het niveau van deze opleidingen houdt de onderwijsinspectie toezicht.

Er zijn verschillende manieren om het mbo-diploma te halen en dat kan bij verschillende erkende opleidingsvarianten en -instituten. Zo is er de keuze tussen een meer theoretische variant (BOL, Beroeps Opleidende Leerweg) of de meer praktische variant, waarbij de student in dienst komt van een praktijk en tegelijkertijd de opleiding volgt (BBL, Beroeps Begeleidende Leerweg). De KNMT stuurt aan op deze laatste variant. Een reguliere mbo-opleiding tot tandartsassistent duurt drie jaar. Over een verkorte variant, bij bijvoorbeeld Edin, doe je een jaar korter. Ook de zelfstudievarianten van bijvoorbeeld LOI of NTI leiden je op tot tandartsassistent met mbo-diploma niveau 4.

ANT ziet het anders
Beroepsvereniging ANT is voorstander van meer duidelijkheid over de minimumopleidingseisen voor assisterend personeel. Maar een verplicht mbo-diploma voor al het assisterend personeel gaat de vereniging te ver. De ANT pleit in het eigen standpunt uit 2015 voor “variabele minimum opleidingseisen voor assistenten, op basis van de mate van tandheelkundig risico bij afgebakende werkzaamheden.”
In de praktijk komt dat neer op risicoprofielen die inzichtelijk maken welke handelingen van de tandartsassistent een externe opleiding vereisen en in welke gevallen die onnodig is. In navolging van het standpunt uit 2015 kwam de vereniging in 2016 met een nieuw standpunt waarin de opleiding voor assisterend personeel werd gestructureerd. Deze maakt grofweg onderscheid tussen drie typen assistenten: A, B en C.

  • Assistent A is een ‘stoelassistent’ die in principe geen zelfstandige handeling uitvoert en daarom basaal intern opgeleid kan worden. Dat kan bijvoorbeeld in de vorm zijn van cursussen van NTI en LOI: schriftelijke cursussen die parallel gevolgd kunnen worden en waarbij de assistent in de praktijk de praktijkopleiding geniet. Als deze assistent meer risicovolle handelingen uitvoert, in opdracht en onder toezicht van de tandarts, moet deze daarvoor modulair aanvullend onderwijs volgen.
  • Assistent B is de preventieassistent, die zelfstandig een aantal handelingen kan uitvoeren, onder toezicht van de in de praktijk aanwezige tandarts. Handelingen uitgevoerd door assistent B zijn minder standaard dan die van assistent A. De opleiding is in de basis gelijk aan die van assistent A, maar kan modulair extern worden aangevuld.
  • Assistent C is de nieuw te vormen ‘paro-assistent’: een persoon die zelfstandig diverse behandelingen uitvoert onder toezicht van de tandarts. Omdat de behandelingen complex kunnen zijn, vindt de ANT dat voor profiel C een specifieke opleiding van minimaal twee jaar (inclusief tachtig lesdagen en een stage) vereist is, die iemand bij voorkeur pas kan volgen met een mbo-diploma niveau 4 op zak.

“We zitten grotendeels op één lijn met de KNMT. Ik denk dat wij iets scherper dan de KNMT definiëren wat er in de opleiding moet zitten en dat wij die meer modulair zien. Ook wij vinden het inwerken door de tandarts onvoldoende,” benadrukt tandarts-praktijkhouder en secretaris van de ANT Ravin Raktoe.  “De basisopleiding tot Assistent A kan in de praktijk worden gevolgd, maar zodra er gedelegeerd gaat worden, en dus zelfstandige handelingen worden uitgevoerd, zouden deze opleidingen of cursussen modulair extern moeten kunnen worden gevolgd. Het zou wenselijk zijn als de modulaire opleiding vrijstellingen gaf aan degenen die ervoor kiezen de mbo-opleiding te volgen. Afhankelijk van de gedelegeerde taak kan de modulaire opleiding zelfs een hoger niveau voor die specifieke taak bereiken dan het generieke mbo-diploma niveau 4. Voor de opleiding tot Assistent B en C geldt dat dit externe opleidingen zijn.”

Voor mensen die graag verder willen in mondzorgland en bijvoorbeeld als tandartsassistent de opleiding Mondzorgkunde willen volgen, is een mbo-diploma zeker aan te raden. Voor de groep starters die nog niet zo zeker is van een carrière in de mondzorg, of de groep assistenten die weinig risicovol contact heeft met patiënten, is het voldoende om modulair opgeleid te worden,” licht Raktoe toe.

Dit is deel I van dit artikel. Deel II volgt op donderdag 28 augustus 2018. Daarin komen onder meer de mening van NVM-mondhygiënisten, Edin-directeur Anne-Peter van Riet en tandartsassistent Nancy de Kreij aan bod, samen met een reactie van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd.

Labels:
advertisement
advertisement