DT News - Netherlands - Capaciteitsorgaan zet in op extra tandartsen

Search Dental Tribune

Capaciteitsorgaan zet in op extra tandartsen

Ben Adriaanse

Ben Adriaanse

wo. 30 oktober 2013

Bewaar

UTRECHT – Het aantal opleidingsplaatsen tandheelkunde moet aanzienlijk omhoog: van 240 naar 287. Dat adviseert het Capaciteitsorgaan in het eerder deze week gepubliceerde Capaciteitsplan 2013. Opvallend is dat voor de opleiding mondzorgkunde slechts een zeer beperkte toename wordt geadviseerd. Verder constateert het orgaan dat de taakherschikking in de mondzorg minder snel verloopt dan gedacht en wordt gerefereerd aan de groeiende rol van de tandprotheticus binnen de Nederlandse mondzorg.

De Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde (NMT) ondersteunt het advies. “Een toename van in Nederland opgeleide tandartsen kan beter wisselingen opvangen in het aantal buitenlandse tandartsen dat in Nederland komt werken of Nederland weer verlaat,” stelt de tandartsvereniging op haar website. Het aantal tandartsen met een buitenlands diploma dat jaarlijks instroomt blijft stijgen, maar het is onduidelijk of en wanneer deze groep terugkeert naar het land van herkomst.

Behalve de onzekerheid over buitenlandse tandartsen ligt ook een groei van de verwachte zorgvraag ten grondslag aan het advies. De toenemende zorg voor ouderen zorgt voor uitgebreidere behandelmogelijkheden, terwijl mondhygiënisten te maken krijgen met een forse toename van de vraag naar preventie.

Als het aan het Capaciteitsorgaan ligt, stijgt het aantal opleidingsplaatsen voor mondhygiënisten van 300 naar 309. Een geringe toename, zeker met het oog op uitspraken die Corrie Jongbloed-Zoet recent deed in Dental Tribune. De voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Mondhygiënisten (NVM) zou graag een sterke toename aan opleidingsplaatsen voor haar beroepsgroep zien, omdat er op dit moment al een tekort aan mondhygiënisten bestaat. Een tekort dat alleen maar meer gevoeld zou worden als de mondhygiënist taken van de tandarts overneemt, en daar is volgens de NVM ruimte voor. “Van de behandelingen die momenteel in tandartspraktijken plaatsvinden, kan bijna de helft zonder meer door mondhygiënisten worden gedaan. In de praktijk doen zij echter veel minder. Gezien de beroepscompetenties zou het logisch zijn als de mondhygiënist een groot deel van deze behandelingen overneemt,” aldus Jongbloed enkele maanden geleden.

Het Capaciteitsorgaan werpt tegen dat de taakherschikking de laatste jaren is gestagneerd en het overdragen van bevoegdheden vooral heeft plaatsgevonden van de tandarts naar de preventieassistent. Bovendien zijn mondhygiënisten in Nederland relatief jong en is er de komende jaren daardoor minder uitval te verwachten dan bij de tandartsen, bij wie de gemiddelde leeftijd aanzienlijk hoger ligt. Verder is het interne rendement van de opleidingen mondzorgkunde de laatste jaren toegenomen van 60% naar 70%, wat betekent dat meer studenten de eindstreep halen.

De tandheelkundig specialisten krijgen met meer patiënten te maken. “Vanwege de lichte toename van implantologie en de uitbreiding van het vak naar aangezichtschirurgie stijgt de vraag naar kaakchirurgie (6%); ook de vraag naar orthodontie stijgt (4%),” aldus het rapport. Dit laatste heeft te maken met het gelijkstellen van de tarieven van tandartsen en orthodontisten voor orthodontie, waardoor consumenten wellicht eerder geneigd zijn zich door de specialist te laten behandelen. Daartegenover staat een daling van het aantal 12-jarigen, die de vraag naar orthodontie weer doet afnemen. Ondanks de groeiende zorgvraag adviseert het orgaan een daling van het aantal opleidingsplaatsen voor kaakchirurgen van 16 naar 11 en het intact houden van de 9 plaatsen voor orthodontisten. Hierbij wordt rekening gehouden met een instroom van kaakchirurgen en orthodontisten uit het buitenland.

Voor tandprothetici wordt geen advies gegeven, omdat de opleiding niet officieel erkend is. Wel wordt onderstreept dat er sprake is van een verschuiving van het werk van de tandarts in de richting van de tandprotheticus, nu tandartsen steeds minder zelf prothesen maken. Gezien de ‘slechts’ 28 opleidingsplaatsen en de hoge gemiddelde leeftijd van werkzame tandprothetici zal hun aantal in Nederland (nu ongeveer 340) de komende jaren echter afnemen. Hierdoor kan een capaciteitsprobleem ontstaan. Het Capaciteitsorgaan beveelt aan “deze signalen serieus te nemen,” omdat op grond van de vervulde taken door tandprothetici wordt geconcludeerd dat zij “een eigen, maar niet te verwaarlozen aandeel” in de mondzorg vervullen. (bron: Capaciteitsplan 2013)

To post a reply please login or register
advertisement
advertisement