DT News - Netherlands - Hoe vergaat het buitenlandse tandartsen in Nederland?

Search Dental Tribune

Hoe vergaat het buitenlandse tandartsen in Nederland?

Foto: links Diogo Afonso en rechts Rehab Amokhlef
Hedwig Fossen, Redactie Dental Tribune

Hedwig Fossen, Redactie Dental Tribune

zo. 22 oktober 2023

Bewaar

Tandartsen uit het buitenland vangen deels het tekort aan tandartsen in Nederland op. Er komen jaarlijks zo’n 200 buitenlandse tandartsen naar Nederland. Wie zijn deze tandartsen en hoe vergaat het leven ze in Nederland? We vroegen het aan de Portugese tandarts in Heerenveen Diogo Afonso en aan de Syrische tandarts in Emmen Rehab Amokhlef.

In 20 jaar tijd is de instroom van buitenlandse tandartsen toegenomen van 100 naar 200 per jaar. Op dit moment is 22% van de ruim 10.000 tandarts in ons land afkomstig uit het buitenland, voornamelijk uit België, Spanje en Duitsland. Deze tandartsen komen vooral terecht in regio’s met tekorten. Met 49% buitenlandse tandartsen spant de provincie Zeeland de kroon.

Het is de vraag of dit een goede oplossing is voor het tandartsentekort. Mogelijke bezwaren zijn dat buitenlandse tandartsen vaak een andere werkwijze hebben dan Nederlandse tandartsen en dat ze soms maar tijdelijk blijven. Volgens schattingen van het Capaciteitsorgaan blijft ongeveer 60% van de buitenlandse tandartsen permanent in Nederland. In de poll in de Dental Tribune nieuwsbrief vroegen we jullie mening over de stelling of tandartsen uit het buitenland een oplossing zijn voor het tandartstekort. 88% van de bijna 200 stemmen vond het geen goede oplossing, 12% stemde voor deze oplossing.

Hoe denken buitenlandse tandartsen er zelf over? Zijn ze van plan om in Nederland te blijven? En wat zien ze als de belangrijkste verschillen in de tandheelkunde tussen Nederland en hun land van herkomst? Twee persoonlijke verhalen.

Diogo Afonso: “We willen zeker niet terug naar Portugal”

Tandarts Afonso verhuisde in 2019 van Portugal naar Nederland, omdat het leven als tandarts in Portugal naar eigen zeggen ‘heel pittig’ is. “Ik werkte van 9 uur ’s ochtends tot 9 uur ’s avonds, van maandag tot en met zaterdag. Toen we een dochter kregen, wilde ik meer tijd hebben voor mijn gezin. Maar dat kon niet, want dan zou ik niet voldoende verdienen,” vertelt Afonso.

Dat Afonso hard moest werken om rond te komen, had niet te maken met een luxeleventje -“ik had een studio en een auto, niks bijzonders” - maar meer met het Portugese zorgsysteem. In Portugal is er geen tandartsverzekering en kunnen praktijken zelf hun tarieven bepalen. Afonso: “Dat heeft tot gevolg dat de ene praktijk bijvoorbeeld 50 euro voor een vulling rekent, terwijl je bij een andere praktijk gratis terechtkunt voor een vulling. Gratis of goedkope behandelingen aanbieden is voor praktijken de enige manier om meer patiënten te krijgen.”

Inmiddels heeft Afonso samen met zijn vrouw, die als praktijkmanager en tandartsassistent werkt, een eigen praktijk: De Heerenveense tandarts. In Portugal werkte hij voor anderen, maar hij vindt het heerlijk om nu alles op zijn manier te regelen. “Ik bepaal nu zelf de materialen en instrumenten die ik gebruik en investeer daarin als ik dat het waard vind. Dat is ideaal. Professioneel is mijn leven dus stabiel en ik hoop dat dat zo blijft, want ik ben heel tevreden op het moment.”

Ook privé bevalt het Nederlandse leven uitstekend. “Ons tweede kind is hier geboren en we hebben hier veel meer tijd voor ons gezin. We willen zeker niet terug naar Portugal. Met de directe trein naar Schiphol en vervolgens het vliegtuig brengen we gemakkelijk een bezoek aan familie in Portugal en andersom komt Portugese familie langs in Heerenveen.”

In het begin was het pittig om de Nederlandse taal te leren, maar Afonso stortte zich er direct middenin. “Ik heb mezelf altijd gedwongen geen Engels te praten,” vertelt hij. “Als je net een nieuwe taal leert, durf je het niet goed te praten omdat je bang bent fouten te maken. Maar je moet het juist veel spreken en die foutjes maken. Ik heb daardoor veel van patiënten geleerd en patiënten waarderen het als je probeert om dezelfde taal te spreken. Hoewel ze hier ook Fries praten, dat kan ik heel slecht verstaan.”

Afonso herkent zich niet in de kritiek dat buitenlandse tandartsen maar voor korte tijd blijven. “Vanaf 2017 is er in Nederland de verplichting dat je als tandarts uit het buitenland eerst een taaltoets doet, voordat je hier erkend wordt als tandarts. Het kost daardoor veel tijd, geld en energie voordat je hier aan het werk kunt. Waarom zou je dan weer verhuizen en alles opnieuw opstarten? Die regel uit 2017 stimuleert tandartsen om hier te blijven wonen.”

“Ik snap het wel dat Nederlandse tandartsen zich afvragen of wij als buitenlandse tandartsen net zo deskundig zijn als zij en of we dezelfde opleiding hebben gevolgd,” vervolgt Afonso. “Maar uiteindelijk zijn de richtlijnen tussen Europese landen vrijwel hetzelfde. Wij zullen moeten bewijzen dat we het net zo goed kunnen.”

Wel geeft Afonso aan dat buitenlandse tandartsen inderdaad vaak een andere werkwijze hebben. Hoewel beide landen gebruik maken van dezelfde technieken en allebei dezelfde kwaliteit aan opleiding hebben, is er in Nederland vergeleken met Portugal meer aandacht voor preventie. “Dat is weer terug te voeren op de verschillen in het zorgsysteem. In Portugal gaan de meeste patiënten pas bij pijn naar de tandarts. Hier krijg je de mondzorg vergoed tot je achttiende, wat kinderen stimuleert om een gaaf gebit te hebben. Ik kom uit een land waar we meer curatief werken dan hier in Nederland, dus moet mezelf hier een beetje op aanpassen. Net als aan de cultuur en alle andere dingen in Nederland.”

Rehab Amokhlef: “In Syrië had ik professioneel veel meer vrijheid”

Tandarts Rehab Amokhlef werkt bij PUUR Mondzorg in Emmen. Ze is in 2015 vanuit Syrië naar Nederland gekomen, nadat haar man in 2014 naar Nederland vluchtte. “Ik ben in mijn land mijn diploma, mijn werk, alles verloren. Toen ik in Nederland kwam, was ik eerst vooral in de war en wist ik niet op wat voor manier en in welk vak ik aan het werk wilde. Ik had ook gehoord dat het heel lastig zou zijn om weer als tandarts aan het werk te gaan en dat de omgang met patiënten helemaal anders was.”

Vanaf 2008 werkte ze in Syrië als tandarts in het ziekenhuis en haar eigen praktijk. Toen ze zich in Coevorden vestigde, begon ze in eerste instantie met het leren van de Nederlandse taal. Gaandeweg kwam haar ter ore dat er in Nederland een tekort aan tandartsen is. “Daardoor besloot ik om mijn diploma te herwaarderen en in Nederland gewoon als tandarts aan het werk te gaan,” vertelt Amokhlef.

Vervolgens ging ze aan de slag om de herwaardering van haar diploma voor elkaar te krijgen. Ze volgde taalcursussen aan Hogeschool Windesheim en ze werd lid van UAF (Stichting voor Vluchteling-Studenten), die haar financieel steunde voor cursussen en reiskosten. Daarna deed ze een AKV-toets (algemene kennis- en vaardighedentoets), die ze in 2020 afrondde. Ze volgde medische voorbereidingscursussen aan het UMCG en een beroepsgerichte cursus aan ACTA.

In februari begon Amokhlef met werken bij PUUR Mondzorg. Volgens de richtlijn moet je met een buitenlands diploma eerst drie maanden onder supervisie werken, dus dat deed ze. Inmiddels werkt ze zelfstandig als tandarts bij de praktijk in Emmen.

Amokhlef merkt op dat hoewel de essentie van tandheelkundige behandelingen vergelijkbaar is tussen Syrië en Nederland, de uitvoering ervan aanzienlijk verschilt. Het grootste verschil ligt in de omgang met patiënten. In Nederland heeft de patiënt een leidende rol bij het nemen van beslissingen over de behandeling, terwijl in Syrië de tandarts traditioneel meer autoriteit heeft in het bepalen van de behandeling. “In Syrië geldt dat wij ervoor geleerd hebben en wij dus weten wat de beste behandeling is voor een patiënt. Hier moet ik alles uitleggen en informatie geven, de voor- en nadelen en de kosten communiceren, zodat de patiënt een goede beslissing kan maken,” licht Amokhlef toe.

Als belangrijk verschil met Syrië ziet Amokhlef verder dat er in Nederland geen gedoe is over de kosten of de manier van betalen. “Dat is een groot voordeel. In Syrië moeten patiënten zelf betalen en hebben ze er vaak geen geld voor. Er bestaat daar geen tandartsverzekering.” Verder speelt preventie hier een belangrijkere rol dan in Syrië, waar mensen alleen naar de tandarts gaan bij pijn en niet voor een controle.

Tot slot valt het haar op dat ze hier veel meer protheses maakt. “In zeven jaar werken in Syrië heb ik één of twee keer een prothese gemaakt. Ik maakte vooral vaak bruggen met porselein of keramiek. Alleen als oudere mensen krijgen in Syrië een prothese of gedeeltelijke prothese. Hier in Nederland zie ik ook veel jonge mensen die een prothetiekbehandeling krijgen. Dat zal vooral met de kosten te maken hebben.”

Hoewel Amokhlef nu officieel de Nederlandse nationaliteit heeft en Nederland als haar tweede thuis beschouwt, vertelt ze dat ze haar geboorteland mist en dat de verantwoordelijkheden en bureaucratie in Nederland soms zwaar kunnen zijn. “Bijna alles aan Syrië mis ik. Ik had veel meer vrijheid dan hier, ook omdat ik daar een eigen praktijk had. Daar bepaalde ik mijn eigen werktijden en hoeveel patiënten ik behandelde op een dag. Bovendien vind ik dat ik hier in Nederland weinig verdien voor de hoeveelheid werk die ik doe. Maar ondanks wat nadelen, ben ik zeker van plan om in Nederland te blijven.”

Waar komen de meeste buitenlandse tandartsen vandaan?

Top 10 landen van herkomst met aantal tandartsen in Nederland in 2022.

  1. België (252)
  2. Spanje (251)
  3. Duitsland (250)
  4. Portugal (132)
  5. Roemenië (96)
  6. Griekenland (67)
  7. Zuid-Afrika (65)
  8. Polen (61)
  9. Syrië (44)
  10. Bulgarije (27) / Israël (27)

Bron: KNMT

Labels:
To post a reply please login or register
advertisement
advertisement