DT News - Netherlands - “Cola in peuterflesjes in sommige wijken heel normaal”

Search Dental Tribune

“Cola in peuterflesjes in sommige wijken heel normaal”

Dental Tribune International

Dental Tribune International

di. 3 oktober 2017

Bewaar

Veel kinderen bezoeken pas na het vierde levensjaar voor het eerst een tandarts. Vaak is het dan voor preventie al te laat: bijna de helft van deze kinderen heeft al cariës in het melkgebit. Om de mondgezondheid van peuters te verbeteren, start het preventieprogramma Gezonde Peutermonden. Daarvoor gaan mondzorgcoaches meedraaien op het consultatiebureau: de plek waar 95% van de ouders trouw komt tot hun kind vier jaar oud is. Dental Tribune sprak met Peggy van Spreuwel, docent en gezondheidswetenschapper aan de Hogeschool Utrecht, die op het onderwerp promoveert aan ACTA.

Waarom is een mondzorgcoach nodig op een consultatiebureau?
Gezien de cijfers is de mondgezondheid van kinderen de afgelopen 25 jaar niet veel verbeterd. Van de kinderen tot vijf jaar heeft ongeveer de helft één of meerdere gaatjes. Bij kinderen van ouders met een lagere sociaaleconomische status en ouders met een migratieachtergrond zien we nog veel meer gaatjes. Juist dit zijn de doelgroepen die niet of te laat naar de tandarts gaan. Veelal bezoeken deze kinderen wel het consultatiebureau. Met een mondzorgcoach op die plek hopen we de drempel voor het bezoek aan een mondzorgprofessional weg te kunnen nemen en zo die groep wel te bereiken.

Kan de consultatiebureau-arts deze taak niet op zich nemen?
De Jeugdgezondheidszorg, waar de consultatiebureaus bij ondergebracht zijn, heeft een wettelijke basistaak om op tijd te verwijzen naar de mondzorgprofessional bij kinderen vanaf twee jaar. Ook het in de mond kijken en indien nodig doorvragen hoort daarbij. Op het consultatiebureau hebben ze echter al zo veel taken dat de mondzorg er weleens bij inschiet.

Is er behoefte aan ondersteuning op mondzorggebied op de consultatiebureaus?
Die is er zeker. We hebben vragenlijsten afgenomen onder 150 artsen en verpleegkundigen op consultatiebureaus door heel Nederland om in kaart te brengen wat zij doen aan tandheelkundige preventie. Daaruit kwam naar voren dat er sterke behoefte was aan ondersteuning, informatie en (bij)scholing over het onderwerp. Mondzorg blijkt momenteel vaak de sluitpost van een consult, ondanks dat artsen en verpleegkundigen mondzorg wel belangrijk vinden. Ik zie het ook als een taak voor mondzorgprofessionals om daarin te ondersteunen.

In de media zijn er tal van verontrustende berichten over kinderen die niet naar de tandarts gaan en melkgebitten vol gaatjes hebben. Is de situatie echt zo slecht?
De signalen vanuit het werkveld zijn zeker verontrustend. Ongeveer 40% van de vijfjarigen heeft gaatjes waarvan naar schatting 10% ernstig (dmft van 6 of meer). Van het consultatiebureau horen we over peuters met cola in hun flesje die compleet zwarte voortandjes hebben. Of vanuit de bijzondere tandheelkunde over kinderen van drie jaar bij wie alle tandjes moeten worden geëxtraheerd. Dat moet niet kunnen, maar in sommige wijken zijn dit soort voorbeelden helaas eerder regel dan uitzondering. Daarnaast zijn er lange wachtrijen bij praktijken voor jeugdtandverzorging en bijzondere tandheelkunde voor kinderen die onder algehele anesthesie behandeld worden.

Is uw project gericht op een specifieke doelgroep?
Wij proberen met name de groepen te bereiken waar de problemen het grootst zijn: de lagere sociaaleconomische klassen en etnische minderheden. De consultatiebureaus waar de mondzorgcoaches aan de slag gaan, zijn samen met jeugdgezondheidszorg geselecteerd op basis van de populatie en de ligging in de wijk. We gaan van start op consultatiebureaus in Tilburg, Culemborg, Tiel, Den Bosch, Amsterdam en Utrecht, in wijken waar we het meest nodig zijn.

Hoe bereik je ouders die slecht Nederlands spreken of een verstandelijke beperking hebben?
Omdat wij ons op een specifieke doelgroep richten, is rekening gehouden met laaggeletterdheid. De brieven en folders zijn geschreven in begrijpelijke taal met korte zinnen. Daarnaast is er, ter ondersteuning, materiaal in het Arabisch vertaald en zetten we een student in die Arabisch spreekt. Ook kunnen ouders hulp krijgen bij het invullen van vragenlijsten. Zo hopen we de afstand te verkleinen.

Wat is de belangrijkste boodschap die de mondzorgcoach moet overbrengen?
Bij ieder ouder-kindpaar wordt eerst een risico-inschatting gemaakt op basis van huidig poets- en eetgedrag en de mondsituatie van het kind. Ook proberen we problemen in de uitvoering van gezond mondgedrag op te sporen. Samen met de ouder kan de mondzorgcoach vervolgens individuele doelen, de zogeheten ‘doe-het-zelfjes’ opstellen. Nog belangrijker is echter het opsporen van valkuilen die iemand hierbij kan ervaren en hierop te anticiperen.
De basisboodschap is in principe verder voor iedereen hetzelfde: twee keer per dag tandenpoetsen met fluoride(peuter)tandpasta, niet meer dan zeven eetmomenten per dag en vanaf de doorbraak van de eerste tandjes een mondzorgprofessional bezoeken. Niet voor iedereen is dat even makkelijk, weet ik uit ervaring. Veel ouders denken ‘het is maar het melkgebit’. Ook de gedachte dat een gaatje iets is dat je overkomt horen we geregeld: ‘haar vader heeft een slecht gebit, dus het zit in de familie’, zegt men. De belangrijkste boodschap van de mondzorgcoaches is daarom ook dat ouders zelf verantwoordelijk zijn voor een gezond gebit van hun kind. Gaatjes voorkomen is echt wel mogelijk en wij helpen ouders om dat bij hun kinderen te bereiken.
We weten dat tandenpoetsen bij jonge kinderen vaak erg lastig is en voor het nodige drama zorgt. Voor de ouders is de belangrijkste boodschap dat ze moeten volhouden. Dwing het niet af, maar zoek een moment waarop het wel lukt en probeer het leuk te maken voor het kind. Gebruik verder niet veel tandpasta en kies voor een milde smaak, maak een routine van tandenpoetsen en zorg indien nodig voor afleiding: zing een liedje of laat het kind een filmpje kijken.

Dit is een verkorte weergave van het interview met Peggy van Spreuwel in de oktobereditie van Dental Tribune. Deze is op 20 oktober verschenen.

 


Peggy van Spreuwel, docent en gezondheidswetenschapper aan de Hogeschool Utrecht.

Labels:
To post a reply please login or register
advertisement
advertisement