DT News - Netherlands - Geheugen profiteert van goed kauwen

Search Dental Tribune

Geheugen profiteert van goed kauwen

Laura van Dee

Laura van Dee

di. 24 december 2013

Bewaar

AMSTERDAM – Een oudere met een beperkte kauwfunctie en kauwactiviteit heeft een slechter geheugen. Dat blijkt uit het promotieonderzoek van neuropsycholoog Roxane Weijenberg. Zij onderzocht het effect van een toegenomen kauwactiviteit op de cognitie en kwaliteit van leven van ouderen met dementie.

Van lichamelijke activiteit is bekend dat het een positief effect kan hebben op cognitie en kwaliteit van leven. Matig tot intensief bewegen verlaagt stress en bloeddruk. Nu blijkt dat kauwen voor vergelijkbare effecten zorgt en dus kan worden gezien als een vorm van bewegen. Om goed te kunnen kauwen is een gezonde, pijnvrije mond vereist en voedsel van normale tot harde consistentie. Uit het onderzoek komt echter naar voren dat pijn bij ouderen vaak niet herkend wordt. De mondgezondheid bij ouderen met dementie is niet altijd optimaal; vaak wordt onnodig zacht of gemalen voedsel gegeten.

Aan het onderzoek van Weijenberg namen meer dan honderd ouderen met dementie deel (met een gemiddelde leeftijd van 85 jaar) die een ouderenzorgcentrum bezochten of bewoonden. De interventiegroep kreeg geïntensiveerde mondzorg en een dieet van vast voedsel. De controlegroep bleef de gangbare zorg ontvangen.

Gedurende een half jaar werden de twee groepen vier keer onderzocht, onder andere door het afnemen van neuropsychologische tests en vragenlijsten. Het kauwvermogen werd gemeten met tweekleurenkauwgom, dat gedurende twintig seconden gekauwd moest worden. Vervolgens werd de mate van menging digitaal gemeten. Uit dit klinische onderzoek blijkt dat er bij ouderen met dementie een positief verband is tussen het kauwvermogen en bepaalde cognitieve functies; wie beter kan kauwen, presteert ook beter. Deze bevindingen zijn in lijn met de uitspraken die prof. dr. Erik Scherder recent deed in een interview met Dental Tribune.

Het intensiveren van mondzorg en het aanpassen van het dieet bleek lastiger te realiseren dan van tevoren voorzien was. Daarom lukte het Weijenberg niet om het effect van de interventie te onderzoeken. Ondanks de inzet van de onderzoekers en het verzorgende personeel was er vaak niet genoeg tijd, kennis en vaardigheid in huis om bij iedereen elke dag tweemaal daags de mond te verzorgen. Naast tijdgebrek was afweergedrag, zoals slaan of bijten, een grote beperkende factor. De dieetaanpassingen werden bemoeilijkt door organisatorische problemen. De conclusie is dat er geïnvesteerd zal moeten worden om mondzorg en kauwen te stimuleren. Verzorgend personeel heeft specifieke training nodig en uitgebreide begeleiding, onder andere in het omgaan met probleemgedrag.

 

To post a reply please login or register
advertisement
advertisement