DT News - Netherlands - Is de 'endo' echt zo lastig?

Search Dental Tribune

Is de 'endo' echt zo lastig?

(foto: Shutterstock)
Imelda van de Wardt, Ben Adriaanse

Imelda van de Wardt, Ben Adriaanse

di. 17 september 2019

Bewaar

In de beschrijving van congressen en cursussen over endodontologie klinkt het regelmatig: de wortelkanaalbehandeling is één van de lastigste onderdelen van het tandartsenvak. Toch zijn de meningen onder de stemmers op onze Facebookpoll verdeeld: sommigen vinden de endodontische behandeling inderdaad de lastigste behandeling om uit te voeren, maar de meerderheid geeft die eer aan een andere behandeling. Wat maakt een wortelkanaalbehandeling volgens velen zo ingewikkeld? We sloegen er een paar recente interviews en publicaties op na.

Het primaire doel van een endodontische behandeling is de bacteriële infectie te elimineren die in het wortelkanaalstelstel is ontstaan. In het AccreDidactprogramma Identificeren en lokaliseren van het complete wortelkanaalstelsel wordt gesteld dat genezing van een periapicale ontsteking bewerkstelligd kan worden door de infectie onder een kritisch niveau te brengen. Het aantal achtergebleven bacteriën bepaalt immers of een periapicale laesie wel of niet geneest.

De wortelkanaalbehandeling kent een aantal cruciale stappen die elk hun eigen uitdagingen kennen. Om te beginnen is er ‘de endostart’, die bepalend is voor het welslagen van de behandeling. Tandartsen besteden soms te weinig aandacht aan het prepareren van een goede endodontische opening, vertelde tandarts-endodontoloog Jan Warnsinck in een interview in de juni-editie van Dental Tribune. Tandarts-endodontoloog Roberto Cristescu (zie pagina 9) is het met hem eens. Hij beschouwt tijdsdruk als belangrijke oorzaak voor een soms te vluchtig gemaakte opening.

Een niet lege artis geprepareerde endodontische opening kan ertoe leiden dat niet alle kanalen gevonden worden. Maar de opening ‘comfortabel’ groot maken is ook geen goed idee. Volgens Warnsinck kan dit het element onnodig verzwakken. Een te kleine opening heeft echter tot gevolg dat het pulpadak vaak niet volledig is verwijderd. Daarnaast krijgt de tandarts het instrumentarium niet spanningsloos in de kanalen.

Daarna volgt het zorgvuldig reinigen en lokaliseren van alle kanalen. Er heerst vaak de neiging om direct aan de slag te gaan met een gelokaliseerd wortelkanaal. Warnsinck stelt dat het belangrijk is om deze verleiding te weerstaan en eerst alle wortelkanalen te vinden. Zeer regelmatig is een herbehandeling nodig omdat door de behandelaar een kanaal is ‘gemist’, met alle extra belasting en invasiviteit voor de patiënt van dien. In een interview in deze editie (pagina 6-8) stelt Marga Ree: “In een element moet je een relatief kleine opening prepareren om op de bodem van de pulpakamer de kanaalingangen te vinden. Die zijn vaak niet goed te zien, bijvoorbeeld door calcificatie. Zeker als je er niet zo ervaren in bent en niet met vergroting werkt, wordt het moeilijk.

Vooral bij oudere patiënten is het lokaliseren van wortelkanalen een grote uitdaging, schrijft auteur Michael Drefs in het eerder genoemde AccreDidactprogramma: verkalkingen, de vorming van tertiair dentine en morfologische veranderingen van het wortelkanaalstelsel kunnen het vinden van de kanalen aanzienlijk bemoeilijken. Ook is aangetoond, schrijft Drefs, dat de wortelkanalen bij gerestaureerde gebitselementen nauwer zijn dan bij gave gebitselementen, wat het vinden van de wortelkanaalingangen bemoeilijkt. Een andere valkuil, volgens Ree, is dat kanalen niet tot het apicale deel worden gereinigd en gevuld.

Met deze aandachtspunten is de behandelaar er nog niet. Zo is ook de etnische achtergrond van een patiënt een beïnvloedende factor voor het endodontische proces. Warnsinck: “C-shape-elementen komen bijvoorbeeld vaker bij Aziatische mensen voor. Hierbij loopt van bovenaf gezien een C-vormige groef, waarbij zich op verschillende locaties wortelkanalen kunnen bevinden. Bij dat soort afwijkingen is goede verlichting en vergroting erg belangrijk.” Ook bij oudere patiënten brengt een endodontische behandeling meer complexiteit met zich mee, vanwege de vorming van secundair dentine. “De wortelingangen raken bedekt en gecalcificeerd. De pulpaholte wordt in de loop van het leven bovendien kleiner door restauraties, cariës en fysiologische ontwikkelingen.”

Dit alles, en meer, zorgt ervoor dat de wortelkanaalbehandeling veel algemeen practici voor moeilijke uitdagingen kan stellen. In het interview spreekt Marga Ree zich daarom uit voor het sneller verwijzen naar een meer gespecialiseerde vakgenoot. “Sommige tandartsen denken dat ze alleen maar kunnen verwijzen nadat ze het eerst zelf hebben geprobeerd, of nadat er iets is misgegaan. Maar de meeste tandarts-endodontologen vinden het prima om initiële behandelingen te doen.” Ook vindt zij dat de tandarts de alternatieven met de patiënt moet bespreken, zoals een extractie (met eventueel een implantaat).

Labels:
To post a reply please login or register
advertisement
advertisement