DT News - Netherlands - “Niet alles wat wit is, is leukoplakie”

Search Dental Tribune

“Niet alles wat wit is, is leukoplakie”

MKA-chirurg dr. Erik van der Meij (rechts) krijgt veel te maken met de behandeling van mondziekten. "Mijn advies aan tandartsen: bij twijfel, doorsturen!" (foto: Frank Nuijver)
Marieke Epping

Marieke Epping

wo. 13 april 2016

Bewaar

Regelmatig ziet de tandarts een patiënt met een witte afwijking van het mondslijmvlies. Elke keer is het net even anders: wegveegbaar of toch niet, symmetrisch of enkelzijdig… Het is lastig als algemeen practicus om hier een weg in te vinden, vindt ook Erik van der Meij. “De tandarts wordt eigenlijk te weinig blootgesteld aan mond- en kaakziekten om deze goed te kunnen herkennen,” aldus de MKA-chirurg, werkzaam in het Medisch Centrum Leeuwarden. Dental Tribune sprak met deze expert op het gebied van mond- en kaakziekten naar aanleiding van het recent verschenen AccreDidactprogramma Leukoplakie. Over de gelijkenis tussen leukoplakie en lichen planus, het belang van laagdrempelig naar de MKA-chirurg verwijzen en hoe zinvol een behandeling van leukoplakie eigenlijk is.

Waar komt uw interesse voor mond- en kaakziekten vandaan?
Mijn fascinatie voor het vak werd aangewakkerd toen ik in 1990 mijn eerste college kreeg van prof. dr. Isaäc van der Waal (tevens de auteur van het nascholingsprogramma van AccreDidact, red.), en vervolgens onderzoek bij hem ging doen. De diversiteit aan mond- en kaakziekten is enorm. Er zijn vele slijmvliesafwijkingen, waaronder leukoplakie, maar ook speekselklierpathologie en cysten en tumoren van mond en kaak behoren hiertoe. Het zijn ontzettend veel verschillende aandoeningen met elk hun eigen diagnostiek en behandeling. Dat maakt het een uitdagend en afwisselend vak, genoeg om een professioneel leven mee voort te kunnen.

Wat is leukoplakie en waarom moet de tandarts daar meer van weten?
Leukoplakie is een (overwegend) witte aandoening van het mondslijmvlies die niet direct als een andere goed gedefinieerde witte afwijking herkenbaar is. Het is in feite een restterm: het is wit en ik weet niet wat het is. Dat wil zeggen dat alle andere oorzaken van de witte afwijking zijn uitgesloten. Denk aan mechanische oorzaken, zoals wangbijten, irritatie door een amalgaamvulling, een candida-infectie of een huidafwijking als lichen planus. Leukoplakie is een premaligne aandoening. Op jaarbasis ontwikkelt ongeveer 2% van de patiënten met leukoplakie een plaveiselcelcarcinoom. We zien bij leukoplakie, wanneer we een biopt nemen van het weefsel, een keratoselaag op het epitheel liggen. Het epitheel kan in meer of mindere mate dysplasie tonen – dat zijn onrustige veranderingen van het epitheel – dat mede de kans op ontaarding in een maligniteit bepaalt.
daaruit voortkomende maligniteiten.

Heeft de gemiddelde tandarts voldoende kennis van leukoplakie?
De tandarts is tijdens de opleiding in principe uitgebreid geschoold in mond- en kaakziekten, maar het probleem is dat hij er in de praktijk relatief weinig mee te maken krijgt; hij heeft te weinig ‘exposure’. Het is voor de tandarts algemeen practicus dan ook lastig om daar goed zijn weg in te vinden. Een nascholingsprogramma als dat van AccreDidact helpt om de verscheidenheid aandoeningen van het mondslijmvlies te ontdekken en op een adequate wijze met al deze witte afwijkingen om te gaan. Het belangrijkste advies hierbij aan tandartsen is dan ook: bij twijfel, doorsturen!

Zodra een tandarts leukoplakie vermoedt, of een witte vlek niet thuis kan brengen, moet hij de patiënt naar de MKA-chirurg doorsturen?
Het is allereerst van belang de patiënt neutraal te informeren en de term leukoplakie te vermijden. Zeg simpelweg: ik zie iets wat ik niet herken, en stuur u door naar iemand die daar meer van weet, te weten de MKA-chirurg. Want wat gebeurt er als de tandarts aangeeft “U heeft misschien leukoplakie”? De patiënt gaat naar huis, gaat het internet doorzoeken, ziet dat leukoplakie kan leiden tot mondkanker en wordt ontzettend ongerust. Blijkt het bij de MKA-chirurg loos alarm, dan heb je iemand onnodig ongerust gemaakt.

Ook moet je een patiënt niet dezelfde dag nog insturen, of bijvoorbeeld meteen naar een specialistisch oncologisch centrum als het Antoni van Leeuwenhoek of Daniël den Hoed. Dan denkt een patiënt dat hij iets heel ernstigs heeft. Als je echt een maligniteit vermoedt, stuur je iemand binnen een week naar de MKA-chirurg. Is het een witte afwijking die je niet herkent, dan lijkt een verwijzing binnen twee weken heel reëel. Je moet een goede balans vinden: niet acuut, om geen paniek bij de patiënt te veroorzaken, maar ook niet de normale wachttijd van soms zes tot acht weken in acht nemen, want het kan tenslotte wel om een maligne aandoening gaan.

Wat is de behandeling van leukoplakie?
De MKA-chirurg neemt, indien het inderdaad leukoplakie blijkt te zijn, bijna altijd een biopt om vooral de mate van epitheeldysplasie te kunnen bepalen. Indien het een kleine plek betreft – de grens ligt praktisch gesproken bij ongeveer twee centimeter en is mede afhankelijk van de precieze plaats in de mond – kan dit een excisiebiopsie zijn waarbij de hele laesie in één keer wordt weggenomen. Bij groter leukoplakieën zijn één of meerdere incisiebiopten vereist om een betrouwbare beoordeling van de afwijking mogelijk te maken. Alhoewel er diverse mogelijkheden bestaan om leukoplakie te behandelen zijn chirurgische excisie en CO2-laser-excisie dan wel -verdamping de meest toegepaste modaliteiten.

Belangrijk om te weten is dat nooit wetenschappelijk is bewezen dat het wegnemen van de leukoplakie de kans op het krijgen van mondkanker voorkomt. De kanker kan zich hierbij ontwikkelen in het gebied van de al of niet behandelde leukoplakie, maar deze kan ook elders in de mond ontstaan. Dat de ingreep toch wordt uitgevoerd, heeft een vrij defensieve reden. Denk je eens in dat je als tandarts of MKA-chirurg een patiënt hebt met leukoplakie, je laat de laesie zitten en het wordt maligne, zaait uit en uiteindelijk overlijdt de patiënt. Hoe ga je de familie uitleggen dat je jarenlang tijdens controles nooit actie hebt ondernomen? Dat is gevoelsmatig ontzettend moeilijk voor alle betrokken partijen. Ik leg daarom altijd aan mijn patiënten uit dat er geen enkel bewijs is dat het verwijderen van de leukoplakie de kans op het krijgen van mondkanker verkleint en vooral dat men hoe dan ook, behandeld of onbehandeld, op controle moet blijven komen. Dan kan de patiënt daarna goed geïnformeerd zijn keuze maken: niet ingrijpen want de effectiviteit is niet bewezen, of toch weghalen voor bijvoorbeeld gemoedsrust. Veel van de patiënten laten het beleid uiteindelijk aan de specialist over.

Wat gaat er vaak mis bij de diagnose en behandeling van leukoplakie?
Door zijn beperkte ervaring met mondziekten zal de tandarts sneller de term leukoplakie gebruiken doordat hij de witte afwijking niet herkent als een andere entiteit. Dit vermoeden moet dus niet naar de patiënt worden gecommuniceerd. De tandarts moet volstaan met: “Ik zie een witte afwijking en ik weet niet wat het is, dus ik stuur u naar de MKA-chirurg.” Ik denk dat het in die communicatie nogal eens misgaat. Niet alles wat wit is, is leukoplakie.

Weten patiënten de tandarts goed te vinden, wanneer ze bij zichzelf een witte afwijking ontdekken?
Ongeveer 70% van deze patiënten wordt in de MKA-praktijk waarin ik werkzaam ben verwezen via de huisarts, een klein deel via de medisch specialist en het overige deel via de tandarts. De huisarts wordt ook wel bijgeschoold op dit gebied, maar is toch minder thuis in de mond dan de tandarts. In het geneeskundecurriculum zit drie uur onderwijs over de mond. Bijzonder vind ik dat. Terwijl patiënten vaker de huisarts consulteren bij ‘iets’ met de mond. Ook voor huisartsen is het devies: de MKA-chirurg is de expert in het herkennen van mondaandoeningen, dus bij twijfel voorzichtig zijn met informeren en de patiënt doorsturen.

Dit artikel is een verkorte weergave van het interview met dr. Erik van der Meij, over leukoplakie en aanverwante mondziekten. Lees het volledige interview in het aprilnummer van Dental Tribune Netherlands Edition (verschijnt 19 april 2016) of in de e-paper.
 

To post a reply please login or register
advertisement
advertisement