Search Dental Tribune

Ook na 25 jaar blijft VBT nodig als onderhandelingspartner

Minister Frank Vandenbroucke spreekt op het VBT-jubileumcongres.

di. 7 oktober 2025

Bewaar

BRUSSEL, BELGIË – Er bestaat veel discussie over het Belgische financieringssysteem van de mondzorg. Hoe bied je kwalitatieve zorg aan en hoe houd je die toegankelijk en betaalbaar voor iedereen? Dit levert in België de nodige discussie op tussen de overheid en de tandartsen. Dat bleek ook op de feestelijke jubileumbijeenkomst in Brussel waar de Vlaamse Beroepsvereniging Tandartsen (VBT) op donderdag 18 september haar 25-jarig bestaan vierde.

Voor die bijeenkomst had VBT-voorzitter Frank Herrebout minister van Volksgezondheid en Sociale zaken Frank Vandenbroucke uitgenodigd. In het VBT-kwartaalblad van ConsulTand worden vaak harde noten gekraakt over zijn ondoorzichtige en ontoereikende vergoedingensysteem met conventionering en supplementen. Volgens veel critici levert dat veel administratieve rompslomp op en staat er onvoldoende vergoeding voor tandartsen tegenover. De betaalbaarheid en de kwaliteit van de mondzorg voor iedereen staan daarmee volgens hen onder flinke druk. Op de bijeenkomst werd niet verbloemd dat er vaak stevige discussies worden gevoerd, maar ter plekke hield men het vooral vriendelijk. Er waren lovende woorden over elkaar als gesprekspartners en over het constructieve overleg.

Voldoende gemeenschappelijke grond

Vandenbroucke zei dat er de laatste maanden moeilijke discussies zijn gevoerd, maar dat er net voldoende gemeenschappelijke grond is om zinvol overleg te hebben. Volgens hem gaat de sector een tiental moeilijke jaren tegemoet om de mondzorg toegankelijk, betaalbaar en van topkwaliteit te houden. Dat komt mede door een verouderende bevolking, schaarste en gebrek aan capaciteit ‒ problemen die voorlopig zwaar blijven wegen. Hij wil sterk inzetten op doelmatig gebruik en verspilling tegengaan. Verder gaf Vandenbroucke aan dat er de afgelopen jaren belangrijke investeringen zijn gedaan in de mondzorg, maar moest hij ook erkennen dat de dekking onder de maat is in vergelijking met andere sectoren: “Het gevolg is dat een deel van de bevolking nog onvoldoende de weg weet te vinden naar de mondzorg.”

In België is er het overheidssysteem conventionering, waarbij tandartsen die zich daarbij aansluiten een deel van de behandelingen volgens vaste tarieven vergoed krijgen. Steeds meer tandartsen willen hieraan niet langer meedoen, omdat ze de vergoedingen te laag vinden en de noodzakelijke investeringen er onvoldoende mee worden gecompenseerd. Vandenbroucke vindt dat spijtig, omdat het kan leiden tot een tweespalt in de beroepsgroep. Hij wil graag overleggen hoe daaraan tegenwicht kan worden geboden. Daarmee hoopt hij te bereiken dat tandartsen tot de overtuiging komen dat de voordelen van het conventioneringssysteem opwegen tegen de nadelen en dat meer tandartsen zich zullen aansluiten.

Vandenbroucke denkt dat er in de toekomst meer ruimte kan komen om de financieringsproblemen op te lossen, maar harde toezeggingen deed hij niet. Tot slot zei hij: “Ik heb echt het gevoel dat we dezelfde ambities hebben, ondanks soms tegenstelde visies en belangen. De tand- en mondzorg betaalbaar houden vraagt om een grote inhaalbeweging qua dekking, die deels nog gemaakt moet worden. We willen dat tandartsen topkwaliteit kunnen blijven aanbieden en deel zijn van goed georganiseerde gezondheidszorg.”

Belang goede dialoog

Ook VBT-voorzitter Herrebout benadrukte het belang van een goede dialoog en zei dat hij met de VBT een betrouwbare gesprekspartner wil zijn. Maar tegelijkertijd benadrukte hij dat tandartsen tegen de nodige problemen aanlopen, zoals veel administratieve rompslomp en hoge investeringen die niet of met moeite terugverdiend kunnen worden. Volgens hem is er ook dringend een herziening nodig van de nomenclatuur (de verrichtingenlijst waarvoor vaste vergoedingen gelden vanuit de ziektekostenverzekeringen).

Herrebout prees zijn collega-tandartsen dat ze desondanks blijven investeren in moderne tandheelkunde, bijvoorbeeld in digitalisering, AI en efficiënte bedrijfsvoering. Daar moet dan wel een evenwichtige vergoeding tegenover staan, zo vindt hij. Voorlopig lijkt die nog niet te zijn bereikt en zal met de minister, overheidsinstanties en verzekeraars nog heel wat dialoog gevoerd moeten worden. VBT heeft haar bestaansrecht in 25 jaar bewezen, maar zal ook in de toekomst nog hard nodig blijven om de belangen van tandartsen te verdedigen en goede mondzorg te blijven leveren, aldus de VBT-voorzitter.

Vereniging koesteren

De Arnhemse tandarts Ravin Raktoe was uitgenodigd om als oud-bestuurslid van de ANT en de KNMT een schets te geven van de Nederlandse tandheelkundige situatie. Een sterke vertegenwoordiging van de beroepsgroep van tandartsen is van groot belang om de belangen van tandartsen te behartigen, gaf Raktoe aan. Hij heeft het idee dat de VBT dit goed doet en adviseerde op dezelfde weg door te gaan. Bij het 25-jarig jubileum van de ANT, waarvan hij toen bestuurslid was, werd besloten om te fuseren met de KNMT. Raktoe: “De hoop was dat de mondzorg voortaan krachtiger met één stem zou spreken. Het tegendeel bleek waar. Sindsdien is er weinig over van de scherpte van de ANT, noch van het vernuft.” Hij veronderstelde dat de VBT in België geen fusieplannen had, maar adviseerde de eigen vereniging te koesteren, want “een keuze hebben in de vertegenwoordiging maakt een beroepsgroep sterker, en niet zwakker.”

To post a reply please login or register
advertisement
advertisement