DT News - Netherlands - Uitdagende tijden voor de Belgische tandarts

Search Dental Tribune

Uitdagende tijden voor de Belgische tandarts

Prognose van het aantal tandartsen in België, per 100.000 inwoners (bron: Dentinvest).
Ben Adriaanse

Ben Adriaanse

di. 17 januari 2012

Bewaar

Pieter Lathouwers is directeur bij Dentinvest, een Belgische onderneming die groepspraktijken van tandartsen overneemt en nieuwe groepspraktijken opzet. In dit betoog geeft hij een interessante analyse van de mondzorgsituatie bij onze zuiderburen. Lathouwers doet een vijftal aanbevelingen.

De Belgische tandheelkunde gaat spannende tijden tegemoet. De noodzaak tot verandering is misschien niet onmiddellijk zichtbaar, maar een voortzetting van het huidige model zal zowel de kwaliteit als de toegankelijkheid van het systeem onder druk zetten. Net als in andere landen groeit de vraag naar tandheelkundige zorg, gedreven door een grotere aandacht van de patiënt voor mondgezondheid en esthetiek. België heeft echter moeite om tegemoet te komen aan deze vraag en dit zal alleen maar moeilijker worden. Het goede nieuws is dat andere landen voor soortgelijke uitdaging zijn komen te staan en deze hebben kunnen oplossen.

Wat veroorzaakt nu de nood aan verandering? Een eerste reden is een daling van het aantal productieve (tandarts-)uren. Onvoldoende instroom van jonge tandartsen is één factor die deze daling in de hand werkt. Een laag aantal afstuderende studenten, gecombineerd met een uitstroom naar Nederland en Frankrijk, zorgt ervoor dat in België per jaar slechts ongeveer 90 nieuwe tandartsen aan de slag gaan. Daarnaast kiest de jongere generatie tandartsen steeds vaker voor een evenwichtiger werkschema, waardoor het gemiddelde aantal gewerkte uren vermindert. Alsof dit niet genoeg is, zal ook het aantal tandartsen dat met pensioen gaat versnellen. Tussen 1978 en 1986 studeerden jaarlijks gemiddeld 350 à 400 tandartsen af aan de Belgische universiteiten. Wanneer deze tandartsen vanaf 2018 met pensioen gaan, zal België in acht jaar tijd een derde van zijn tandartsen verliezen.

Tot op zekere hoogte kan een daling van het aantal productieve werkuren worden opgevangen door het inzetten van ondersteunend personeel. Helaas is er nog steeds geen officiële opleiding voor mondhygiënisten in België. Een beperkte opleiding voor tandartsassistenten werd enkele jaren geleden wél opgezet, maar het takenpakket is beperkt en sluit welke vorm van medische activiteit dan ook expliciet uit. Zelfs het beperkte takenpakket wordt slechts in beperkte mate benut. Solopraktijken zijn nog steeds het dominante model van praktijkvoering en veel tandartsen blijven ervoor kiezen te werken zonder ondersteunend personeel. Een groeiend aantal, maar naar schatting nog steeds niet meer dan 13% van de tandartsen werkt momenteel in een groepspraktijk. Hoewel de overheid het opzetten van groepspraktijken voor huisartsen subsidieert, is deze steun vooralsnog niet beschikbaar voor tandartsen.

De evolutie van het overheidsbudget voor tandheelkundige terugbetaling is een derde reden waarom het systeem moet veranderen. De overheid heeft de groei van het gezondheidsbudget verlaagd naar 2% per jaar, wat gezien de inflatie neerkomt op een nulgroei. Tandheelkunde heeft weinig last van een vergrijzende bevolking, in tegenstelling tot bijvoorbeeld hart- en vaatziekten of oncologie. Er zal dus naar alle waarschijnlijkheid steeds meer geld worden toegewezen aan dergelijke medische disciplines, waardoor tandheelkunde het met minder zal moeten stellen. Tandartsen moeten daarom voorzien dat de terugbetaling voor een aantal behandelingen zal worden verminderd of stopgezet.

Een heroriëntering van de Belgische tandheelkunde is dus nodig om de uitdagingen die zich stellen tot een goed einde te brengen. Het kan hierbij geen kwaad om over de grenzen te kijken. De modellen in andere Europese landen zijn uiteraard niet perfect, maar sommige landen hebben soortgelijke uitdagingen ook moeten oplossen. Zo heeft Nederland het instroomprobleem aangepakt door fiscale voordelen te bieden aan buitenlandse tandartsen (de zogenaamde 30%-regel) en heeft men het budget onder controle gekregen door het invoeren van een private zorgverzekering. Voor België zou een toename van het aantal groepspraktijken een goede eerste stap in de richting zijn, maar andere mogelijke maatregelen kunnen en moeten genomen worden.
 

  1. Aanbevelingen
  2.  
  • Laat mondhygiënisten toe en breid het takenpakket van tandartsassistenten uit, zodat ongecompliceerde tandheelkundige behandelingen bij ondersteunend personeel terechtkomen. Hierdoor kunnen tandartsen meer tijd besteden aan complexere behandelingen.
  • Stimuleer samenwerking tijdens de universitaire opleiding. Zorg voor voldoende aandacht voor groepswerk en leer studenten hoe ze productiever én kwalitatiever werk kunnen afleveren door te werken in groepsverband.
  • Stimuleer de instroom van tandheelkundestudenten aan universiteiten door adolescenten bewust te maken van een beroep dat een unieke combinatie biedt van sociaal contact en aantrekkelijke financiële vooruitzichten.
  • Subsidieer het opzetten van groepspraktijken, vergelijkbaar met de bestaande subsidieregelingen voor huisartsen.
  • Zorg ervoor dat tandartsen die willen werken na 65 jaar dat kunnen doen. Tandartsen vinden het op dit moment moeilijk om hun beroep uit te oefenen na hun pensioen, voornamelijk omdat het niet kostenefficiënt is slechts één of twee dagen per week te werken in een solopraktijk. 
  1.  
  2.  
To post a reply please login or register
advertisement
advertisement