DT News - Netherlands - “De pulpa kan meer hebben dan gedacht”

Search Dental Tribune

“De pulpa kan meer hebben dan gedacht”

Luc van der Sluis: "Een belangrijk aspect van de vitale pulpabehandeling is de communicatie met de patiënt". (foto: Frank Nuiver)
Marieke Epping

Marieke Epping

wo. 15 juni 2016

Bewaar

Een wortelkanaalbehandeling wordt door veel patiënten gezien als het ‘ergste’ wat je bij de tandarts kunt ondergaan. Toch werd tandarts-endodontoloog Luc van der Sluis juist door deze behandeling gegrepen: de precisie waarmee een ‘endo’ moet worden uitgevoerd en hoe belangrijk deze is voor het behoud van het element. Zeker bij onvolgroeide elementen met pulpaletsel, het onderwerp van het recent verschenen AccreDidact-programma, ligt de nadruk op een endo-aanpak die behoud en uitgroeien van het element mogelijk houdt. Dental Tribune ging in gesprek met Van der Sluis over het grote regeneratieve vermogen van de pulpa, de endodontische opening en de voordelen van een nauwe samenwerking met de mondhygiënist.

Waarom hebt u ervoor gekozen zich te differentiëren tot tandarts-endodontoloog?
Na mijn afstuderen ben ik gaan werken in een groepspraktijk in Italië, waar volgens de gedifferentieerde tandheelkunde werd gewerkt. Die werkwijze, met een implantoloog, parodontoloog en endodontoloog als specialisten binnen de praktijk, was voor mij helemaal nieuw. Ik vond het werk van de endodontoloog heel boeiend, ik heb veel met hem zitten discussiëren. Een wortelkanaalbehandeling is precies werk en van groot belang voor het behoud en functioneren van het element. Na mijn differentiatie ben ik twintig jaar aan ACTA verbonden gebleven voor onderwijs en onderzoek. Daarnaast deed ik patiëntenzorg in een verwijspraktijk.
Ik ben gepromoveerd op de desinfectie van het wortelkanaalsysteem. Van daaruit heb ik mijn onderzoek steeds meer gericht op het ontstaan én verwijderen van de biofilm in het wortelkanaal. Met dat onderwerp houd ik mij inmiddels zo’n 2,5 jaar bezig aan het UMCG. Ook geef ik nog altijd onderwijs.

Welke problemen ziet u bij uw patiënten het meest?
Als tandarts-endodontoloog word je het meest geconfronteerd met al eerder endodontisch behandelde elementen met een parodontitis apicalis. Die ontsteking kan teruggekeerd of nieuw gevormd zijn. Dat wil zeggen dat het probleem bij de eerste ingreep niet helemaal is verholpen, of gewoon teruggekeerd. Wij moeten dan opnieuw proberen toegang te krijgen tot het wortelkanaalsysteem en de wortelkanaalbehandeling herhalen. Dat is de ene keer makkelijker dan de andere: er kan inmiddels een kroon op het element zitten, een opbouw die al dan niet verankerd is in de wortelkanalen, etc. Als we eenmaal toegang hebben, moet de wortelkanaalvulling verwijderd worden om de nieuwe of teruggekeerde infectie te behandelen door te desinfecteren met spoelmiddel.

Zou bij de eerste wortelkanaalbehandeling al rekening gehouden moeten worden met de mogelijkheid dat er een herbehandeling nodig is?
Het is vooral belangrijk om de eerste wortelkanaalbehandeling zo goed mogelijk uit te voeren, wanneer deze nog het ‘makkelijkst’ is. Dat klinkt als een open deur, maar is heel belangrijk. Wat ik namelijk veel zie, is dat bij de initiële behandeling de endodontische opening – de toegang tot de pulpakamer – niet goed genoeg wordt gemaakt. De wortelkanaalbehandeling zelf goed uitvoeren is niet heel moeilijk, indien je zorgt dat je een optimale toegang hebt tot het wortelkanaalsysteem. Trek je echter onvoldoende tijd en aandacht uit voor het maken van een goede endodontische opening, dan wordt dit veel lastiger, ook bij de herbehandeling. Algemeen practici, die vaak de eerste endobehandeling uitvoeren, moeten zich meer realiseren dat het creëren van een goede endodontische opening van groot belang is. Een goede opening is de basis van een goede wortelkanaalbehandeling.

Heeft de algemeen practicus voldoende kennis en vaardigheden om die optimale endodontische opening te creëren?
Het is meer een tekort aan aandacht, denk ik. De endobehandeling, waaronder het maken van de opening, is altijd goed in onderwijs aan bod gekomen, dus de tandarts heeft de vaardigheden en kennis. Toch blijft het creëren van die opening het ondergeschoven kindje van de endobehandeling. Door het gebruik van een loepbril en/of microscoop heb je tegenwoordig vaak al beter zicht, maar die opening zorgt echt voor het beste overzicht op het te behandelen gebied. Natuurlijk is het openen soms lastig, door bijvoorbeeld verkalking van een cariëslaesie of door de stand van het te behandelen element, maar dat zijn zaken die van tevoren te bepalen zijn. Je kunt met röntgen en je eigen observaties een goede analyse maken. Hierbij wordt de tandarts goed ondersteund door gebruik te maken van de risicoanalyse van de endodontische behandeling (DETI/CEB score). Als je de behandeling te lastig vindt, stuur je de patiënt door naar de tandarts-endodontoloog.

Doen algemeen practici dat in het algemeen op tijd, doorsturen naar de tandarts-endodontoloog?
Men weet elkaar goed te vinden voor overleg en verwijzingen. Daarnaast kunnen algemeen practici gebruik maken van de Dental Endodontic Treatment Index (DETI/CEB-score). Dit bestaat uit een aantal vragen die de tandarts zichzelf kan stellen, om te beslissen of hij de endobehandeling zelf uit gaat voeren of doorstuurt. Ook is het bedoeld om de behandelaar van tevoren te laten analyseren wat hij gedurende de behandeling kan tegenkomen, en alvast te bedenken hoe hij die situatie mogelijk kan aanpakken. De ene behandeling is de andere niet: de aanpak varieert al naar gelang de grootte van de pulpakamer, de stand van het element, of er een kroon op zit, of een stift in het wortelkanaal, enzovoorts. Op basis van je antwoorden op de DETI/CEB-vragenlijst kun je als algemeen practicus besluiten: kan ik dit aan, of vind ik het te complex en stuur ik het door? Het DETI-formulier is geïntegreerd in alle elektronische dossiersystemen en is heel makkelijk in te vullen. Het biedt de tandarts een praktisch handvat bij de voorbereiding of behandelbeslissing, al weet ik niet of veel tandartsen er al gebruik van maken.

Welke praktische tips heeft u voor de uitvoering van een vitale pulpabehandeling?
De behandeling is an sich niet moeilijk, maar alles moet onder rubberdam worden uitgevoerd. Je wilt natuurlijk niet dat de pulpa tijdens de behandeling (weer) geïnfecteerd raakt. Daarnaast is een goede diagnose van belang. Daarvoor is er een nieuw classificatiesysteem, waarbij de mate van ontsteking wordt ingedeeld in normale, milde of ernstige reversibele pulpitis, of irreversibele pulpitis. Bij normale of milde reversibele pulpitis kun je (centraal) een deel van de cariës in het element laten zitten, om zo conservatief mogelijk te behandelen en zo veel mogelijk ruimte voor regeneratie van pulpa te laten. Is er sprake van ernstige reversibele pulpitis, dan zou je een indirecte overkapping of een partiële pulpotomie kunnen overwegen. Voor behandelprotocollen verwijs ik graag naar de website van de NVvE.
Een belangrijk aspect van de behandeling is de communicatie met de patiënt. Maak duidelijk dat het goed monitoren van het element na de ingreep net zo belangrijk is als de ingreep zelf. Dat is in het algemeen een ontwikkeling binnen de tandheelkunde, denk bijvoorbeeld ook aan cariësmanagement. Het is niet meer ‘één behandeling en uw probleem is verholpen’, maar je managet je patiënt eigenlijk zijn leven lang met de status van zijn elementen. Dit besef hebben tandartsen steeds meer, maar moet bij patiënten nog groeien. Daarom is het belangrijk veel met je patiënt te praten, bijvoorbeeld over verwachtingen van een behandeling, de noodzaak van regelmatige controle en de preventieve werking die daarvan uitgaat. Hiervoor is het wel nodig dat in de honorering ruimte komt voor dat gesprek.

De preventieve tandheelkunde wordt dus gehinderd door het huidige tariefsysteem?
In het huidige tariefsysteem wordt de tandarts vooral beloond op de technische handelingen, op zijn ingrepen. In het kader van de betaalbaarheid van de zorg is het belangrijk dat we de patiënt meenemen in een behandeling en daarmee werken aan preventie van aandoeningen. Dat raakt in mijn ogen direct aan de discussie over taakherschikking: de mondhygiënist kan daarin een grote rol spelen. De mondhygiënist zou ook een groot deel van het cariësmanagement op zich kunnen nemen. Het monitoren van elementen die een vitale pulpabehandeling hebben gehad kan in mijn ogen ook prima door de mondhygiënist gedaan worden. Ik denk dat we dit onderwerp ook mooi mee kunnen nemen in de discussie over taakherschikking.

Taakherschikking binnen de mondzorg, met meer verantwoordelijkheid bij de mondhygiënist, is volgens u dus onvermijdelijk?
Absoluut! De wens tot taakherschikking kwam al in 2008 vanuit het ministerie, maar er gebeurt zo weinig mee. Tandartsen zijn misschien bezorgd om iets – hun werk, hun verantwoordelijkheid – kwijt te raken, maar die zorg is onterecht. Wij werken hier bij de opleiding Tandheelkunde al nauw samen met de opleiding Mondzorgkunde en ik zie daar alleen maar positieve gevolgen van. Voor de mondzorg als geheel levert dit alleen maar winst op.

Dit artikel is een verkorte weergave van het interview met dr. Luc van der Sluis over de pulpa, wortelkanaalbehandelingen en de nauwe samenwerking met de mondhygiënist. Lees het volledige interview in het juninummer van Dental Tribune Netherlands Edition (verschijnt 21 juni) of in de e-paper.

To post a reply please login or register
advertisement
advertisement