DT News - Netherlands - “Er zit zeker een leercurve in technologie”

Search Dental Tribune

“Er zit zeker een leercurve in technologie”

Kristin Hübner/DTI

Kristin Hübner/DTI

ma. 17 oktober 2016

Bewaar

Hij bevindt zich al ruim twintig jaar aan de voorposten van de digitale evolutie van de tandheelkunde: Lee Culp kan met recht een digitale pionier genoemd worden. Op het International Expert Symposium in Madrid deze zomer sprak Culp over de impact van digitale restauratieve tandheelkunde op het verbeteren van de communicatie en het teamwork in de dagelijkse praktijk. Dental Tribune Online had de kans Culp te spreken over zijn volledig digitaal opererende tandtechnisch lab, Sculpture Studios, en het moment dat hij zich realiseerde dat de toekomst van de tandheelkunde digitaal is.

De tandheelkunde beweegt zich duidelijk naar de digitale wereld. Toch lijkt de beroepsgroep nog altijd verdeeld over de relevantie van digitale tandheelkunde…
“Ja, er zijn diegenen die digitale technologie omarmen en er is een groep die zich er nog steeds zorgen om maakt, erdoor in verwarring raakt of vrees heeft voor digitale technologie. Maar er is ook een groep tandartsen in het midden, de grootste groep in feite. Zij hebben het materiaal gekocht, maar de verandering nog niet doorgezet. Ze hebben bijvoorbeeld een scanner, maar doen er nog weinig mee. Je zou kunnen zeggen dat ze zich nog niet hebben gecommitteerd aan het volledige gebruik van de techniek.

Software en fabricageprocessen zijn voortdurend in ontwikkeling, wat de tandarts noodzaakt tot training. Denkt u dat er voldoende scholingsmogelijkheden zijn, en zijn deze adequaat?
Er is zeker een leercurve in technologie, en in mijn ogen zijn digitale bedrijven niet noodzakelijkerwijs de beste in scholing. Ze zijn goed in de basale training bij de verkoop van hun product, maar er is niet veel diepgaandere training of scholing beschikbaar. In de Verenigde Staten hebben we een digitale academie waar we veel verschillende cursussen aanbieden. Maar er is wereldwijd veel meer nodig, want steeds meer behandelaren willen geavanceerdere zaken kunnen met hun apparatuur of techniek. Denk aan smile design, implantaatplanning, operaties, al dat soort zaken. Er is een grote vraag naar scholing, maar een tekort aan aanbieders.

Waar richt uw bedrijf zich op?
Het is allereerst een tandtechnisch laboratorium waar we restauraties vervaardigen. Maar we voeren ook veel onderzoek uit, zowel naar materialen als naar technologieën van veel verschillende bedrijven. Zo heb ik deel uitgemaakt van ontwikkelingsteams voor Ivoclar Vivadent-producten. Ons lab heeft bijgedragen aan de ontwikkeling van Empress Esthetic en van Ivoclar Denture elementen. Ik en mijn team worden ingehuurd als consultants om in projecten voor verschillende bedrijven mee te werken, en we verzorgen scholing voor tandartsen en tandtechnici – alles in de basis digitaal.

U bent een gediplomeerd tandtechnicus en waarschijnlijk opgeleid in de analoge technieken. Was er een specifiek moment waarop u wist dat de digitalisering van de tandheelkunde niet was te stoppen?
Ik weet precies wanneer dat was. CEREC (Sirona, red.) had mij ingehuurd als consultant om te helpen bij de ontwikkeling van een laboratoriumsysteem. Toen ik begon te werken met CEREC, was het nog niet mogelijk om een 3D-weergave van een element te maken. Het programma produceerde ontzettend veel lijnen op het scherm, en uit die lijnen moest je zelf een tand opmaken. Dat was ongelofelijk moeilijk. Dus mijn aha-erlebnis was toen de ingenieurs en verkopers uit Duitsland bij mijn lab langskwamen, hun computer aansloten en ik een tand over het scherm zag bewegen. Ik wist direct: dit is het!

Raken door al die digitale mogelijkheden de traditionele expertise en technische vaardigheden niet enigszins obsoleet?
Wat voor ontwerp ook wordt gemaakt op de computer en door de machine, de laatste 25% moet toch met de hand worden gedaan. Er moet nog steeds gemodelleerd, gesneden, geglazuurd, gekleurd worden, en al die andere zaken die de tandtechnici doen. We verliezen dat niet, we geraken slechts sneller en efficiënter bij het artistieke deel van ons werk. Maar je moet nog steeds een goedgetrainde technicus of tandarts zijn. Een slechte tandtechnicus wordt niet ineens een goede digitale tandtechnicus. Net zo als een tandarts die met traditionele technieken geen goede afdruk kan maken, dit ook met een scanner niet zal kunnen.

In uw lezing op het International Expert Symposium besprak u hoe digitale technologie de communicatie kan verbeteren. Kunt u dit toelichten?
Dit komt vooral de uitzonderlijke visuele mogelijkheden. Met de nieuwe technologie heb ik de casus gedigitaliseerd in mijn computer. Ik kan het ontwerp ronddraaien, de tandarts uitnodigen om mee te kijken en te bespreken terwijl ik iets verander op de computer. De tandarts begrijpt tegen welke moeilijkheden ik aanloop bij het ontwerp, hij kan het beter vanuit een tandtechnisch oogpunt zien. Ik kan het tonen, in plaats van het te verwoorden over de telefoon.

Dit maakt communicatie over lange afstanden ook mogelijk, als specialisten of patiënten in afgelegen gebieden leven.
Ja, zo hebben we al casussen gehad vanuit heel Noord-Amerika, Groot-Brittannië, Denemarken en Australië bijvoorbeeld. Alleen het tijdsverschil is soms nog een hindernis, maar buiten dat maakt digitale technologie het mogelijk om nauw samen te werken aan casussen waar ook ter wereld. Het maakt de gehele workflow gemakkelijker, omdat iedereen precies weet hoe het ervoor staat.

Welke ontwikkelingen kunnen we volgens u verwachten in het digitale veld?
We zijn al heel ver in de digitalisering van het productieproces van restauraties, maar op het gebied van diagnostiek en behandelplanning zijn nog weinig digitale mogelijkheden. De uitzondering is misschien de implantologie, hoewel implantaatplanning niet gericht is op het geheel van de behandeling – het neemt niet de hele mond in ogenschouw – maar slechts planningssoftware is om iets ergens chirurgisch te plaatsen. We hebben tegenwoordig in de tandheelkunde veel software voor de laatste 50% van een behandeling, nu hebben we software nodig voor de eerste 50%. Bedrijven als 3Shape beginnen hier op in te springen, nu zij zich het belang van de diagnostiek en het behandelplanningproces realiseren.

Een andere ontwikkeling is voorspellende software. Ik denk dat elk kind, zodra de permanente dentitie begint door te komen, elke zes maanden een volledige mondscan zou moeten krijgen. Bij elke scan wordt dan duidelijk waarop gelet moet worden op het gebied van tandbeweging, slijtage, bot- en weefselverandering. In de tandheelkunde van tegenwoordig grijpen we eigenlijk niet in tot er een duidelijk probleem is. Daarom moeten we voorspellende software hebben: daarmee hebben we technologie en een proces waarbij alarmbellen afgaan voordat er iets ernstigs aan de hand is.

Meer actuele ontwikkelingen op digitaal gebied vindt u in de exclusieve bijlage over digitale tandheelkunde, die als bijlage bij de oktobereditie van Dental Tribune verschijnt.

To post a reply please login or register
advertisement
advertisement