DT News - Netherlands - "Ik hoop dat implantaten voor meer mensen bereikbaar worden"

Search Dental Tribune

"Ik hoop dat implantaten voor meer mensen bereikbaar worden"

Prof. dr. Marco Cune, hoogleraar restauratieve en reconstructieve tandheelkunde. (foto: Job Schlingemann)
Laura van Dee

Laura van Dee

di. 17 april 2012

Bewaar

GRONINGEN – Prof. dr. Marco S. Cune is hoogleraar Orale Functieleer, Restauratieve en Reconstructieve Tandheelkunde aan het UMC Groningen en bijzonder staflid van het CBT van het St. Antoniusziekenhuis Nieuwegein. Cune zetelt daarnaast in de Raad van Advies van de Nederlandse Vereniging voor Orale Implantologie, publiceert regelmatig over restauratieve en reconstructieve tandheelkunde en verzorgt onderwijs in binnen- en buitenland. Dental Tribune sprak met Cune over de stand van zaken in de implantologie en ging specifiek in op de afweging tussen het plaatsen van implantaten en de keuze voor één van de alternatieven.

Is de implantologie sterk in beweging?

De ontwikkelingen gaan niet zo hard meer. De interessantste ontwikkelingen speelden zich af in de materialen en materiaaleigenschappen en die zijn naar mijn mening min of meer uitontwikkeld. Wel valt er nog winst te halen in de behandelduur. Er bestaan tegenwoordig implantologiemethoden waarbij implantaten meteen belast worden met een suprastructuur. De ervaring is dat een paar weken wachten geen beter resultaat oplevert. We hebben steeds beter door wat het ideale oppervlak van implantaten is en daardoor groeien ze sneller en beter vast. Vroeger moest een tandarts drie maanden wachten met het plaatsen van een suprastructuur, omdat de implantaten er toen eenvoudig weer uitgedraaid konden worden als je niet lang genoeg wachtte. Tegenwoordig zijn de oppervlakten van implantaten ruwer en kun je ze eerder belasten.
Uiteraard wordt ook nog veel onderzoek gedaan naar de materialen en applicatiemethoden van implantaten, maar uiteindelijk is het de vraag wat de winst is van allerlei kleine veranderingen. Implantaten hebben nu al zo’n hoog succespercentage – na tien jaar zitten bij 95% van de patiënten de implantaten nog goed – dat er nauwelijks meer ruimte voor verbetering is. Een succespercentage van 100% is onmogelijk, omdat allerlei andere variabelen van invloed zijn: de vaardigheden van de chirurg, pure pech, enzovoort.

Welke afweging maakt u bij het kiezen voor een implantaat of een brug?

In principe is een implantaat een betere oplossing dan een brug. Een implantaat repareert en vervangt alleen dat deel dat kapot is, terwijl een tandarts bij een brug bijvoorbeeld moet slijpen aan de naburige elementen. Als de naburige elementen gaaf zijn, heeft het de voorkeur daarvan af te blijven en voor een implantaat te kiezen. In wezen kun je met de behandeling met implantaten alles herstellen wat kapot of weg is. Als er een stuk uit de kaak is, kun je vervangend bot plaatsen. Als er een stuk tandvlees ontbreekt, kun je binnen grenzen weer een beetje nieuw tandvlees maken.

Toch worden er nog regelmatig partiële prothesen geplaatst.

Een reden om toch voor een partiële prothese te kiezen kan de anatomie van de mond zijn: iemand kan te weinig kaakbot hebben of er kan een zenuw in de buurt liggen. Daarnaast is er natuurlijk een prijsverschil en het kortere behandeltraject. Een driedelige brug kost zo’n 1500 euro en een implantaat ongeveer 2500 euro.
Bij kinderen en jongeren tot begin twintig kunnen geen implantaten geplaatst worden, omdat hun kaak en gebit nog groeien.
Bovendien zou iemand die op jeugdige leeftijd een implantaat krijgt, het later waarschijnlijk een aantal keer moeten vervangen. Een implantaat vervangen is een vrij bewerkelijke procedure, terwijl een kroon vervangen relatief makkelijk gaat.

Zal de partiële prothese geleidelijk uitsterven?

Hoewel implantaten doorgaans een betere oplossing zijn dan partiële prothesen, denk ik niet dat de laatsten in de toekomst helemaal zullen verdwijnen. Zolang implantaten worden gemaakt tegen de huidige prijs is het voor veel mensen nog aantrekkelijk voor een partiële prothese te kiezen. De markt voor implantaten wordt steeds groter, wat mede komt doordat mensen vaker en langer hun eigen gebit houden. Er zijn steeds minder mensen met een volledig kunstgebit en steeds meer mensen met gemutileerde dentities, waardoor er meer ruimte is voor implantaten.

Zou de vrije tariefbepaling de kosten van implantaten omlaag kunnen drijven?

Er is aan alle kanten ruimte voor prijsverlagingen: door verlaging van de materiaalkosten en natuurlijk ook door de verlaging van de kosten van de implantaten zelf. Er zijn implantaten op de markt van 350 euro, maar ook van 60 euro. De duurdere zijn niet per se beter. Het kan zelfs zijn dat beide implantaten van dezelfde werkbank komen, maar alleen een andere merknaam hebben gekregen.
Het verschil is dat naar de duurdere implantaten onderzoek is gedaan. We weten vanuit de literatuur dat ze lang meegaan, we kennen hun problemen en ze worden doorgaans geproduceerd bij grote firma’s die over tien of vijftien jaar naar alle waarschijnlijkheid ook nog onderdelen zullen leveren. De kennis over geteste implantaten maakt ze duurder dan sommige nieuwere versies.

Lees het volledige interview met Marco Cune in het aprilnummer van Dental Tribune, dat verschijnt op 20 april.
 

To post a reply please login or register
advertisement
advertisement