DT News - Netherlands - Ingewikkeld, maar belangrijk om goed te regelen: pensioen

Search Dental Tribune

Ingewikkeld, maar belangrijk om goed te regelen: pensioen

(foto: Canva/juststock)
Arjan Wijnands

Arjan Wijnands

ma. 24 januari 2022

Bewaar

Nederlanders gaan nog liever naar de tandarts dan dat ze pensioenpapieren bekijken. Het is saai, ingewikkeld en het wordt vaak vooruitgeschoven. Als tandarts weet je dat het uitstellen van een behandeling niet verstandig is. Voor je pensioenplanning geldt hetzelfde. Belangrijk is dat je straks kunt wonen en leven op een manier die aansluit op je wensen. Arjan Wijnands van ABN AMRO zet de mogelijkheden op een rijtje en helpt om de financiële touwtjes in eigen hand te nemen.

Laten we beginnen bij de basis. Het Nederlandse pensioenstelsel bestaat uit drie pijlers, namelijk:

  • Pensioen 1e pijler: de overheid (AOW)

De Algemene Ouderenwet (AOW) vormt de eerste pijler van het pensioenstelsel. Het is een basisinkomen om te kunnen rondkomen. Iedereen die in de 50 jaar voorafgaand aan de AOW-gerechtigde leeftijd in Nederland woont, bouwt een volledige AOW-uitkering op. Voor ieder jaar dat je niet in Nederland woont, wordt de AOW-uitkering met 2% gekort. Voor gehuwden of samenwoners is het op dit moment maximaal € 883,67 per persoon per maand. Daarnaast is er nog recht op een vakantie-uitkering van € 51,37 per maand. Bruto, dus daar moet nog belasting vanaf. De hoogte van de AOW wordt jaarlijks aangepast aan de ontwikkeling van het minimumloon. De AOW-leeftijd gaat in stappen omhoog. In 2021 is de AOW-leeftijd 66 jaar en 4 maanden. In 2022 en 2023 stijgt de AOW-leeftijd met 3 maanden en komt in 2024 uit op 67 jaar. Vanaf dat moment wordt de AOW-leeftijd gekoppeld aan de levensverwachting.

  • Pensioen 2e pijler: de werkgever

De meeste werknemers in Nederland bouwen pensioen op via de werkgever. Dit is de tweede pijler van het pensioengebouw. Sinds 1997 is het Pensioenfonds voor Tandartsen een gesloten fonds. Dit houdt in dat er geen nieuwe deelnemers meer worden toegelaten en de bestaande deelnemers geen premie meer betalen.

  • Pensioen 3e pijler: zelf

Mocht er na de opbouw van de eerste twee pijlers een pensioentekort zijn, dan kun je in de 3e pijler zelf nog opbouwen in de vorm van lijfrenterekening of lijfrenteverzekering. Een opbouw die onder voorwaarden fiscaal aantrekkelijk kan plaatsvinden. Daarnaast kun je zelf ook denken aan gewoon sparen, beleggen, aankoop van een woning voor de verhuur of het aflossen van je hypotheek.

Waar te beginnen?

Zoals uit bovenstaande pensioenpijlers eigenlijk al blijkt, ben je als tandarts voor het opbouwen van een goede financiële toekomst voornamelijk op jezelf aangewezen. Maar waar begin je nu?

Bepaal voor jezelf wat je nu aan netto inkomen nodig hebt per jaar en hoe jij verwacht dat dit zich ontwikkelt richting de toekomst. Het hoeft niet altijd minder te zijn dan nu, bijvoorbeeld omdat je dan meer uitgeeft aan vrije tijd of zorg. Houd hierbij niet alleen rekening met de maandelijks terugkomende kosten, maar ook met de reserveringen die je moet doen voor het periodiek vervangen van bijvoorbeeld een auto of onderhoud aan je woning. Als je goed in beeld hebt hoeveel je nodig hebt per jaar kun je gaan kijken wat je reeds hebt opgebouwd voor later. Een goed hulpmiddel hierbij is www.mijnpensioenoverzicht.nl, waar je met je DigiD in één overzicht kunt zien wat je opbouwt in de 1e en 2e pijler. Nu je kunt zien wat het verschil is tussen het op te bouwen netto inkomen en het gewenste netto inkomen, weet je wat je nog meer moet opbouwen. Doe dit jaarlijkse verschil maal het aantal jaren dat je het gewenste netto inkomen wilt handhaven (bijvoorbeeld 20 jaar, van 67 jaar t/m 87 jaar) en je weet welk bedrag je moet opbouwen voor een goede financiële toekomst. Houd hierbij ook rekening met de eventuele belasting in Box III en de inflatie.

Evenwicht en spreiding

Als je weet wat je nog zou moeten opbouwen, kan je gaan kijken naar evenwicht en spreiding.

Evenwicht:

Probeer voor een goede oude dag een evenwicht te vinden tussen:

  1. Een vaste inkomensstroom: denk aan AOW, pensioen, lijfrente-uitkeringen, huurinkomsten van een verhuurd pand etc.
  2. Een vrij beschikbaar vermogen: een bedrag om inkomen van aan te vullen op een flexibele manier, maar ook om onvoorziene uitgaven op te kunnen vangen en dromen waar te maken, zoals een boot of een wereldreis.
  3. Een behapbare maandlast: bijvoorbeeld een hypotheeklast die qua hoogte in verhouding is met je inkomen vanaf de pensioendatum.

Zo zijn er genoeg mensen die met enkel een AOW-uitkering in een hypotheekvrije villa wonen, omdat ze de focus enkel hebben gelegd op aflossen en nu maandelijks tekortkomen. Maar er zijn ook mensen die zich volledig hebben gericht op het opbouwen van een vaste inkomensstroom, maar nu in de knel komen omdat er eenmalig hoge onderhoudskosten aankomen.

Spreiding:

Nadat je voor jezelf een beeld hebt gevormd over evenwicht kun je gerichter gaan kijken naar het opbouwen van inkomen en vermogen. Hierbij komt het woord spreiding om de hoek kijken. Het gaat hier niet enkel over spreiding van een beleggingsportefeuille, maar over spreiding van al je financiën. Zo kan je vermogen spreiden over bijvoorbeeld sparen, beleggen, aflossen van hypotheek, maar denk ook aan spreiding van je vaste inkomensbronnen, zoals AOW, pensioen van vroegere werkgevers, lijfrente-uitkeringen, huurinkomsten. Op die manier spreid je de risico’s, want als jouw enige inkomensbron ineens met slecht weer te maken krijgt, is het op z’n zachtst gezegd vervelend als je daar volledig van afhankelijk bent. Denk daarbij aan gekorte pensioenen in verband met de dekkingsgraad, tegenvallende beursresultaten of een rentepercentage op je lijfrente-uitkering die veel lager uitvalt dan je had verwacht.

Financiële toekomst opbouwen

Met bovenstaande in het achterhoofd kan je actief de mogelijkheden gaan bekijken.

  1. De vaste inkomensstroom:

Vaste inkomensstromen waar je zelf voor kan zorgen zijn bijvoorbeeld lijfrente-uitkeringen en huurinkomsten uit een verhuurd pand.

Een lijfrente is een rekening of verzekering met (in de meeste gevallen) een belastingvoordeel. De inleg is, onder voorwaarden, fiscaal aftrekbaar. Met het opgebouwde vermogen op einddatum dient een periodieke (bruto) uitkering te worden aangekocht. Qua belasting is deze vorm vergelijkbaar met een pensioenopbouw, maar dan iets flexibeler. Belangrijk om je te realiseren is dat dit als complex product bestempeld is in verband met alle fiscale regels omtrent het opbouwen en het uitkeren van het vermogen. Lees je daarom goed in over dit onderwerp en/of laat je hierover adviseren.

Voor IB-ondernemers is er ook een fiscale mogelijkheid waarmee je een dergelijke voorziening op de eigen balans opbouwt, genaamd oudedagsreserve. Hierbij hoef je niet jaarlijks daadwerkelijk het geld af te storten, maar blijft dit bedrag in je onderneming beschikbaar tot het moment dat je stopt met de onderneming. Op dat moment kan het bedrag ineens worden afgestort naar een bank of verzekeraar om vanuit daar de periodieke uitkering te laten starten. Uiteraard moet dit geld op het moment van afstorten wel beschikbaar zijn.

Huurinkomsten: Naast de fiscaal aantrekkelijke manier voor een vaste inkomensstroom kan ook nagedacht worden over de aankoop van een beleggingspand dat vervolgens wordt verhuurd. Voor de aankoop van zo’n pand zijn meestal wel eigen middelen nodig, maar er zijn partijen in de markt die tot 60% à 65% van de marktwaarde willen financieren. Als je vervolgens zorgt dat je de financiering hebt afgelost alvorens je de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt, heb je aan de huurinkomsten een periodieke inkomensstroom. Uiteraard moet het verhuren van onroerend goed wel iets zijn dat bij je past. Niet iedere huurder is immers een droomhuurder en naast de kosten voor onderhoud vraagt dit ook tijd en inzet.

  1. Een vrij beschikbaar vermogen:

Je kunt sparen en/of beleggen in box 3. Hierbij zet je geld opzij om later je pensioen aan te vullen en behoud je volledige flexibiliteit. Sparen geeft zekerheid en flexibiliteit. Helaas is de rente op dit moment praktisch nihil, maar lopen zaken als vermogensbelasting en inflatie wel gewoon door, waardoor het spaargeld eigenlijk minder waard wordt. Beleggen wordt dan interessant, ondanks de (grotere) risico’s. Door met gepaste spreiding te beleggen volgens het risicoprofiel dat bij je past, maak je kans op een hoger rendement. Bij het opbouwen van vermogen kan het ook verstandig zijn om zowel te sparen, als te beleggen. Op die manier heb je spaargeld beschikbaar voor onvoorziene uitgaven op korte termijn en kans op hogere rendementen over het geld dat je langere tijd niet nodig hebt. Tip voor het opbouwen van vermogen is om maandelijks automatisch te sparen en/of te beleggen. Op die manier hoef je er niet maandelijks mee bezig te zijn en bouw je ongemerkt een mooi vermogen op.

  1. Een behapbare maandlast:

De hypotheeklast is voor veel mensen de grootste maandelijks terugkerende kostenpost. Het is zaak om ervoor te zorgen dat deze ook passend is aan het inkomen vanaf de pensioenleeftijd. Ga daarbij niet klakkeloos uit van de huidige lage rente, maar zorg dat ook bij een stijging van de rente met 2% je niet direct in de financiële problemen komt - je weet immers nooit hoe de rente zich in de toekomst ontwikkelt. Voor de meeste mensen geldt: hoe meer je afgelost kunt hebben voordat je stopt met werken, hoe beter. Mits je het hierboven besproken evenwicht niet uit het oog verliest. Uiteraard kan je veel meer scharen onder ‘een behapbare maandlast’. Kijk daarvoor kritisch naar je maandelijkse lasten en of het wenselijk is dat hier verandering in komt in de toekomst. Denk bijvoorbeeld aan het verduurzamen van je woning, waarbij een investering kan leiden tot lagere maandlasten.

Aandachtspunt

Pensioen via een werkgever bestaat niet alleen uit het ouderdomspensioen, maar ook voor een groot deel uit nabestaandenpensioen. Als je aandacht geeft aan het opbouwen van een goede financiële toekomst, is de financiële situatie bij een onverhoopt overlijden ook een belangrijk onderdeel. Besteed hier daarom ook voldoende aandacht aan.

Uitstelgedrag
Behalve financiële factoren zijn er ook andere redenen waarom sommige tandartsen géén pensioen opbouwen. De keuzes rondom de pensioenopbouw kunnen lastig zijn. Daarnaast is het moeilijk om een goed beeld te vormen van de inkomsten die je later nodig denkt te hebben. Dat schrikt velen af. Daar komt bij dat veel mensen uitstelgedrag vertonen en het regelen van een pensioenvoorziening voor zich uitschuiven. Dit is voor tandartsen niet anders.

Het is wel belangrijk dat je van toeschouwer verandert in regisseur. Stippel je eigen koers uit. Maak je eigen behandelplan. Plan een periodieke controle en stuur tussentijds bij. Wees dus attent op tussentijdse veranderingen en pas je plan aan de gewijzigde (gezins)situatie aan. Neem zelf de regie in handen. Wacht niet af tot het te laat is en begin vandaag nog. Hoe eerder je begint, hoe lager de jaarlijkse investering om je doel te bereiken.

Gun jezelf rust

Vind je het ondanks bovenstaande tips lastig om met dit onderwerp aan de slag te gaan of wil je dieper op de materie ingaan om bijvoorbeeld ook een goede financiële toekomst te regelen voor je gezin bij een onverhoopt overlijden of bij arbeidsongeschiktheid? Maak dan een afspraak met een Financieel Planner FFP CFP en creëer rust en overzicht. Want wat voor een tandarts het maken van een diagnose en behandelplan is, dat is het maken van een Financieel inzicht- of adviesrapport voor een Financieel Planner FFP CFP.

Over de auteur

Arjan Wijnands is Sectorspecialist Medisch bij ABN AMRO Bank. Hij adviseert en begeleidt tandartsen en orthodontisten bij diverse ondernemersvraagstukken.

 

To post a reply please login or register
advertisement
advertisement