DT News - Netherlands - Klaar voor de start? AF!

Search Dental Tribune

Klaar voor de start? AF!

(foto: Canva/Andrea Piacquadio)
Annemiek During

Annemiek During

wo. 4 november 2020

Bewaar

Na zes jaar hard studeren, ben je er helemaal klaar voor: je trekt de wijde tandartswereld in. Als startende tandarts komen er veel vragen op je af. Waar ga je aan de slag? Kies je voor een grote groepspraktijk, of houd je het liever klein? En voor welke werkvorm ga je? Teken je een contract in loondienst, stap je in bij een maatschap, word je zzp’er of begin je je eigen praktijk? Drie jonge tandartsen vertellen over hun keuze en delen hun ervaringen en tips.

Alle lusten én lasten delen in een maatschap

Joanna van Agthoven (31) werkt sinds vier jaar bij Jeugdtandverzorging Amsterdam, een maatschap die uit 29 tandartsen bestaat. “Ik heb mijn plek gevonden. Elke dag ga ik met plezier naar mijn werk en kom ik vol energie weer thuis.”

Toen Van Agthoven haar diploma op zak had, werkte ze eerst twee jaar in loondienst. “Hoewel ik vrij zelfstandig werd gelaten, kreeg ik na een tijdje mijn eigen ideeën. Ik wilde mijn eigen materialen gebruiken en mijn tijd zelf indelen. Ik was op zoek naar vrijheid.” Die vrijheid vond ze bij de maatschap.

Een maatschap is een collectief van zelfstandigen die verantwoordelijkheden delen. “Je bent ondernemer. Ik heb mijn eigen personeel en patiëntenbestand. Ik koop mijn eigen spullen in en bepaal hoe mijn werkdag eruitziet. Maar het is niet zo dat je alles zelf beslist. We doen het echt samen. We hebben afspraken gemaakt en die vastgelegd in een maatschapscontract. We delen faciliteiten, de praktijk, de kosten en de schulden. Je doet alles onder de naam van de maatschap, dus je moet representatief blijven. We houden elkaar scherp.”

Een voordeel van een maatschap is dat je investeringskosten relatief laag zijn. “Om toe te treden, betaal je instapgeld. Het bedrag verschilt per maatschap, maar het is sowieso veel lager dan als je alles in één keer moet investeren voor een eigen praktijk.” Verder is Van Agthoven heel blij dat de maten elkaar hebben. De tandartsen spreken regelmatig af voor casusbesprekingen en kwaliteitswerkgroepen. Beslissingen maken gaat in overleg en over nieuwe maten wordt gestemd. “We hebben een heel uitgebreid sollicitatieproces. Omdat je zo intensief samenwerkt, moet het wel echt klikken.” Dat samenwerken moet je volgens Van Agthoven dan ook niet onderschatten. “Je moet het kunnen én leuk vinden. Er staan bij ons 29 kapiteins op het schip!”

Van Agthoven werkt in een mobiele praktijk die bij basisscholen langsgaat. “Werken met kinderen is voor mij het mooiste dat er is. Ze zijn zo puur. Het betekent wel dat ik veel behandelingen die ik geleerd heb niet meer uitvoer, zoals uitgebreide endos en kroon- en brugwerk, maar dat heb ik ervoor over. De behandelingen zijn vaak hetzelfde, maar de kinderen maken mijn dag hartstikke gevarieerd. Ook is het fijn dat ik mijn eigen tijd kan indelen,” vertelt ze. “Bij kinderen kan een behandeling lang duren. Als ik dat wil, kan ik er een hele middag voor nemen. Er is niemand die zich druk maakt of ik mijn target haal.” In de toekomst wil Van Agthoven met kinderen blijven werken. “Ik zie mezelf niet meer iets anders binnen de tandheelkunde doen. Mijn droom is om de mondzorg bij kinderen te verbeteren en ouders bewust te maken van hoe belangrijk een gezond gebit is. En of ik dat in de maatschap blijf doen of ooit mijn eigen praktijk open, dat zie ik nog wel.”

Joanna van Agthoven.

De tip van Joanna van Agthoven

“Gun jezelf de tijd om erachter te komen waar je goed in bent, waar je nog bijscholing in nodig hebt, wat energie slurpt en waar je juist energie van krijgt. In het begin voelt het misschien allemaal heel intimiderend, maar gaandeweg leer je alles!”

 

De ondernemende tandarts

Hilde Wolters (27) werkt sinds november vorig jaar als zzp -tandarts in een groepspraktijk in Groningen. Daarnaast gaat ze één dag per week met een mobiele praktijk bij ouderen langs en is ze tandartsdocent in het UMCG. “Ik wil meer zijn dan tandarts, ik ben ook ondernemer.”

In de eerste week van de studie kwam Wolters samen met haar tutorgroepje. De meeste medestudenten hadden al jarenlang de droom om tandarts te worden. Wolters niet. Zij had het profiel van de student tandheelkunde gelezen – zelfstandig, precies, technisch en communicatief – en dacht: hé, dat ben ik! “Het werk past inderdaad heel goed bij me en ik vind het een prachtig vak. Maar mijn doel is nooit geweest om alleen maar tandarts te zijn. Ik wil meer. Ik wil ondernemen. En eigenlijk is dat een heel goede combi.”

Het ondernemende heeft Wolters altijd in zich gehad. Tijdens haar studie deed ze er van alles naast: ze zat in commissies, hield zich bezig met patiëntenwerving en werkte samen met de chef de clinique. Voor haar was het dan ook vanzelfsprekend dat ze zich bij de Kamer van Koophandel inschreef om als zzp’er aan de slag te gaan. “Ik werk in een praktijk waar ik heel veel kan leren. Ik ben in het diepe gegooid. Ik ben eerst drie, maar al snel vijf dagen gaan werken, waardoor ik afgelopen jaar enorm ben gegroeid. Want voordat ik me ga richten op het ondernemerschap, wil ik eerst echt een goede tandarts zijn.”

Ondertussen heeft ze allerlei ideeën. “Bleken is een opkomende trend, hierin zie ik mogelijkheden voor een business. En ik heb plannen om een platform te creëren met instructiefilmpjes.” Op den duur wil ze graag haar eigen praktijk. “Mijn vriendinnen zeggen al jaren dat ik een praktijk moet openen en dat zij dan gezellig bij mij willen komen werken. Want ondernemen en een eigen praktijk betekent veel geregel en administratieve rompslomp. Juist dat trekt mij.”

Volgens Wolters bepaalt je mindset of het zzp-schap bij je past. “Als je je volledig wil richten op het tandarts zijn, zou ik in loondienst gaan. Dan kun je je focussen op het behandelen van je patiënten. Je hoeft je geen zorgen te maken of je je verzekering wel goed geregeld hebt en of je niet eigenlijk verkapt in loondienst bent. Je kunt doen waar je goed in bent. Als je net als ik meer ondernemend ingesteld bent, is het zzp-schap wel een aanrader!”

Hilde Wolters.

De tip van Hilde Wolters

“Ik dacht altijd dat je na een dag werken de deur van de praktijk achter je dicht trekt en nergens meer aan denkt. Het eerste half jaar is dat zeker niet zo. Ik bleef maar malen: heb ik het wel goed gedaan? En dat is echt niet omdat ik vrouw ben. Dat is omdat het werkende leven wennen is. Inmiddels gaat het al veel beter. Het komt goed!”

 

Van droom naar werkelijkheid: een eigen praktijk

Sinds 1 april is Niki Tang (29) de trotse mede-eigenaar van een tandartspraktijk in Leidsche Rijn, Utrecht. Samen met haar compagnon nam zij de eenkamerpraktijk over van een tandarts die met pensioen ging. “Ik heb geen moment spijt gehad dat ik in het diepe gesprongen ben.”

Na haar afstuderen in 2015 werkte Tang eerst als waarnemer bij verschillende praktijken om ervaring op te doen. “Ik vond het heel fijn om te leren van tandartsen die al langer aan de stoel staan. In het werkende leven gaat namelijk niet altijd alles zoals je het geleerd hebt. Soms zijn patiënten niet tevreden, terwijl je in jouw ogen goed werk hebt geleverd. Dan helpt het als een ervaren tandarts je vertelt dat dit kan gebeuren. Zoiets leer je niet uit de boeken.”

Haar tijd als zzp-tandarts gebruikte ze ook om zich te oriënteren. Wat voor soort praktijk past bij haar? Want dat ze ooit een eigen praktijk wilde beginnen, dat wist ze zeker. “Ik wil mijn eigen richting bepalen, bijvoorbeeld in het naleven van hygiëneregels. Ook vind ik communicatie ontzettend belangrijk. Samenwerken betekent praten. Overleggen, verwachtingen bespreken en uitspreken als je ergens mee zit.”

Hoewel Tang inmiddels steeds beter wist wat ze wilde, was die eigen praktijk nog een toekomstdroom. Tot mede-eigenaar Joanna Li, die al enkele maanden bezig was met de overname, haar voorstelde om het samen te doen. “Ik twijfelde. Moest ik niet eerst nog meer ervaring opdoen? Joanna stelde de terechte vraag: ben je er ooit écht klaar voor? Misschien wel niet. Dus toen besloot ik ervoor te gaan.”

Een overname is een uitdaging, vertelt Tang. “Het was best intimiderend om te onderhandelen met een tandarts die al veertig jaar in het vak zat. En de praktijk was verouderd, dus we moesten ervoor zorgen dat de praktijk voldoet aan de huidige wet- en regelgeving. Ook moesten de contracten kloppen en het patiëntenbestand geüpdatet worden.”

Inmiddels staan Tang en Li allebei twee dagen aan de stoel. De eenkamerpraktijk van de tandartsen zit in een rijtjeshuis, waardoor ze niet kunnen uitbreiden. Daarom zijn ze nu op zoek naar een nieuw pand in de buurt met minstens twee behandelkamers. “We willen graag groeien, zodat we allebei meer dagen kunnen werken. Maar we hebben geen ambitie om er een grote groepspraktijk van te maken, we willen het graag klein houden.” Al met al is Tang heel blij dat ze de stap naar een eigen praktijk genomen heeft. “De patiënten reageren heel positief en ik werk in een praktijk die bij me past. Beter kan niet!”

Niki Tang.

De tip van Niki Tang

“Heb je de droom een eigen praktijk te beginnen? Ga ervoor! Lees je wel heel goed in en bereid je voor. Het is veel regelen, maar uiteindelijk kun je alles oplossen.”

Labels:
To post a reply please login or register
advertisement
advertisement