DT News - Netherlands - Mondhygiënisten en tandprothetici reageren op ‘breekpunt’ richtlijninstituten

Search Dental Tribune

Mondhygiënisten en tandprothetici reageren op ‘breekpunt’ richtlijninstituten

NVM, ONT

NVM, ONT

vr. 1 april 2016

Bewaar

De afgelopen maanden hebben de Nederlandse Vereniging van Mondhygiënisten (NVM) en de Organisatie van Nederlandse Tandprothetici (ONT) zich "bewust niet gemengd" in de soms heftig oplopende discussies over een breed gedragen richtlijninstituut voor de mondzorg. Nu stemrecht voor deze beroepsgroepen bij het opstellen van richtlijnen een breekpunt is geworden, achten de besturen de tijd rijp om hun visie te laten horen. Hieronder leest u de reacties die wij vandaag van NVM en ONT ontvingen.

NVM
NVM-mondhygiënisten is en blijft voorstander van een mondzorgbreed richtlijninstituut. Een instituut dat, met beschamende vertragingen dankzij de ANT en KNMT, nog steeds niet van de grond is gekomen. Het KiMo-akkoord tussen alle partijen in de mondzorg van 18 mei 2015 was prima (ook wat de ANT betreft!) totdat de KNMT zich in augustus terugtrok en aangaf dat de wetenschappelijke verenigingen het voortouw moesten nemen. Deze hebben hun ‘opdracht’ voortvarend opgepakt, de FTWV georganiseerd en een doorstart van KiMo bewerkstelligd (zie www.hetkimo.nl). Uitgangspunt: een mondzorgbreed instituut waar NVM-mondhygiënisten van meet af aan achterstaat.

De verbazing was dan ook groot toen plotsklaps de NVPM werd opgericht door de KNMT en ANT met als doelstelling uitsluitend richtlijnen door en voor tandartsen te maken. De motivatie hierachter? In de ogen van NVM-mondhygiënisten kort samengevat: macht en geld. In ieder geval is er nog nooit een goed inhoudelijk kwalitatief argument gehoord om het mondzorgbrede karakter van KiMo los te laten en over te stappen naar een vereniging van tandartsen om praktische richtlijnen voor tandartsen te maken. Het ging toch om verantwoorde, kwalitatief goede zorg voor de patiënt? Bestaat er nog zoiets als een team? Zeker wel, dat zien mondhygiënisten immers dagelijks op de werkvloer (al dan niet onder een dak) bewezen. Waar men in het veld prima kan samenwerken, blijkt het keer op keer onmogelijk mondzorgbreed op koepelniveau tot gewenste samenwerking te komen. Onbegrijpelijk voor NVM-mondhygiënisten, want samenwerking is de enige sleutel tot succes.

Enkele weken geleden ontving NVM-mondhygiënisten de op dat moment geldende conceptstatuten van de NVPM. Ook de NVPM was het duidelijk geworden dat richtlijnen alleen voor en door tandartsen niet gaan werken en niet geaccepteerd worden door Zorginstituut Nederland. Zorginstituut Nederland had namelijk inmiddels al goedkeuring gegeven aan KiMo en diens meerjarenplan. Dus moest er een compromis komen en is de mogelijkheid gecreëerd een niet-tandarts in het bestuur op te nemen. Mondhygiënisten en tandprothetici is het gegund buitengewoon lid, zonder stemrecht, te worden. NVM-mondhygiënisten neemt dit voorstel niet serieus en heeft niet eens een officiële reactie op deze conceptstatuten gegeven. Van NVM-mondhygiënisten kan niet verlangd worden dat er wordt meegewerkt aan een dergelijke gekunstelde mondzorgbrede constructie. Hoeveel vertrouwen er ook is in EBRO-ontwikkelde richtlijnen, als stemrecht over richtlijnen die het deskundigheidsgebied van de mondhygiënist betreffen uitsluitend voor tandartsen geldt, is dat een grote minachting voor op de werkvloer vaak zeer gewaardeerde en goed opgeleide collegae!

---

ONT
De ONT vindt ten principale dat het ontwikkelen van richtlijnen geen inzet mag zijn van een platte vorm van belangenbehartiging. Om die reden schaart de ONT zich achter het KiMo zoals dat door de FTWV wordt bepleit, via haar wetenschappelijke vereniging, het SNTI.

Uit de reactie zoals die namens de ANT wordt gegeven bij monde van haar voorzitter, de heer Vaartjes, blijkt dat voor de kleinste van de twee tandartsenkoepels een compromis over het richtlijneninstituut onbereikbaar is vanwege de vrees voor taakherschikking en dus niet vanwege het multidisciplinaire karakter van richtlijnontwikkeling. De ONT begrijpt dat niet, omdat dit een conservatief en bestuurlijk achterhaald standpunt is. Immers, in de dagelijkse praktijk krijgt de samenwerking tussen tandartsen, mondhygiënisten en tandprothetici binnen het dentale team op heel veel verschillende, en uitstekende manieren vorm. Deze uit de hand gelopen klucht wordt nu verengd tot een governancevraagstuk, het stemrecht, terwijl het blijkbaar over posities en belangen gaat?

Terug naar de inhoud. Bij het ontwikkelen van richtlijnen die betrekking hebben op de hele sector of specifiek op de tandprothetiek, is het volstrekt voor de hand liggend dat de betrokken beroepsgroep hier een stem in heeft. Immers, tandprothetiek is op dit moment een keuzevak binnen het curriculum tandheelkunde. Van afgestudeerde tandartsen kan dus niet zonder meer verwacht worden dat zij tandprothetiek in de vingers hebben en in de praktijk brengen. Reden te meer dus om met oog op de inhoud en het gebruik van deze richtlijnen in de praktijk tandprothetici een prominente rol en inspraak te geven.

Hoe het ook zij, het gaat de ONT om het eenvoudige feit dat er richtlijnen ontwikkeld worden. Daarom steken we de hand uit om betrokken te worden bij de gesprekken tussen FTWV en NVPM, want er moet een compromis mogelijk zijn om deze beschamende vertoning te stoppen. Naar onze overtuiging zijn we dat verplicht aan die duizenden betrokken mondzorgverleners en hun patiënten!

To post a reply please login or register
advertisement
advertisement