DT News - Netherlands - Nu de reguliere zorg is hervat: waar staan we?

Search Dental Tribune

(foto: 123RF/dolgachov)
Imelda van de Wardt

Imelda van de Wardt

wo. 19 augustus 2020

Bewaar

Op 22 april 2020 gingen mondzorgpraktijken weer open voor reguliere zorg. Hoe is het voor mondzorgprofessionals om onder huidige omstandigheden in het coronatijdperk de draad weer op te pakken? Dental Tribune ging op onderzoek uit.

Sander Brons, orthodontist en praktijkeigenaar van Orthodontie Merwestein, op 30 juni 2020:
“Het was een onzekere en intensieve periode toen praktijken sloten voor reguliere zorg. Je voelt de vraag naar zorg, maar kunt deze niet verlenen. Daarnaast kost het enorm veel energie om uit alle ingeplande afspraken te filteren wat urgent is en wat niet. Dat bracht veel administratieve lasten met zich mee. Ondanks dat de praktijk gesloten was, reed ik er iedere ochtend naartoe om de lijst met patiënten door te nemen en te kijken welke mogelijke risico’s tijdelijke staking van de behandeling met zich mee konden brengen. Die lijst werd vervolgens door mijn teamleden gebruikt om patiënten telefonisch te informeren en adviseren over de voorzetting van de behandeling.”

Sander Brons, orthodontist en praktijkeigenaar van Orthodontie Merwestein

Omschakelen
“Ik was verheugd dat de praktijk op 22 april weer open mocht. Wel was het even omschakelen: je mag weer, maar hoe ga je daarmee om? We hebben binnen de praktijk een aantal maatregelen getroffen. Zo is het team uitgebreid met iemand die continu de voordeur opent en patiënten naar eventuele gezondheidsklachten vraagt. Diegene houdt ook overzicht over de wachtkamer. Voorheen hadden we twaalf zitplekken, inmiddels is dat teruggebracht naar vier. Dit heeft tot gevolg dat ouders niet altijd meer mee naar binnen kunnen bij afspraken. Ook zijn de poetsruimtes en toiletten afgesloten, plannen we vijf van de zes behandelstoelen in en hebben we de koffiepauzes uit de agenda gehaald. Normaliter hebben we twee koffiepauzes van een kwartier en een lunchpauze, maar die onderbrekingen zorgden voor een stuwing in de wachtkamer, aangezien afspraken weer tegelijk opgestart moesten worden.”

Continurooster
“In de eerste zes weken na het opstarten van de praktijk hadden we een continurooster, waarbij we ook niet gezamenlijk lunchten. We zaten toen op twee derde van onze normale capaciteit, om het aantal mensen in de praktijk lager te houden. We hebben geprobeerd om dat op te vangen door het aantal uren dat de behandelstoelen ingepland werden per dag te verhogen. Dat viel zwaar binnen het team, mede omdat de ontspanningsmogelijkheden die je normaal in je privéleven hebt ook wegvielen. Sinds 1 juni zijn we weer bijna terug bij de normale situatie: we draaien normale diensten en lunchen gezamenlijk. Dat heeft veel vreugde op de werkvloer teruggebracht. Aangezien we geen optimale bezetting van de werkplekken hebben en er in feite dus altijd iemand ‘over’ is, worden de koffiepauzes nog wel afwisselend gehouden.”

Coronavrij
“In het kader van de aangepaste maatregelen hebben we voor patiënten het GAST-principe geïntroduceerd: Gezond, Alleen, Schoon en op Tijd. Op deze manier proberen we corona in de praktijk tegen te gaan. Je mag alleen naar binnen als je gezond bent en je komt in principe alleen tenzij het gaat om een jonge patiënt die voor een gesprek komt waarbij kennis en toestemming van een volwassene nodig is. Je desinfecteert je handen en raakt daarna je mobiel of mond niet aan. En je komt op tijd, dus niet ruim voor het afgesproken tijdstip.”

Minder flexibel
“We merken bij de behandelingen op zaal dat we vaker minder goed gepoetste tanden en kiezen zien, omdat de poetsruimte gesloten is. Ook hebben patiënten op school niet altijd de mogelijkheid om tanden te poetsen. Daar ondervinden we wel hinder van. Daarnaast is het lastig dat patiënten niet lang in de wachtkamer mogen blijven zitten. Hierdoor zijn we minder flexibel; waar je voorheen bij een controle extra werkzaamheden kon uitvoeren, zoals het repareren van slotjes, kun je nu niet tien of twintig minuten extra aan de patiënt besteden. De mogelijkheid bestaat immers dat de wachtkamer overbelast raakt. Dit zorgt soms wel voor teleurstelling bij patiënten.”

Effectiever communiceren
“Desondanks heeft het coronatijdperk ook positieve bijkomstigheden. Wij communiceerden voorheen voornamelijk telefonisch en per mail met onze patiënten. Inmiddels hebben we ontdekt dat social media een groter bereik heeft. Ik denk dat het goed is om je te verdiepen in optimalisatie van de communicatie. Denk bijvoorbeeld aan het gebruik van verschillende socialmediakanalen, informatie niet alleen mondeling maar ook schriftelijk aanbieden, of met behulp van introductievideo’s. Maar ook communicatie binnen het team is ontzettend belangrijk. Je moest elkaar in de coronaperiode snel kunnen bereiken. Ik denk dat het op een effectieve manier kunnen communiceren iets is wat overblijft uit deze coronaperiode. Iets positiefs voor de toekomst.”

Jasper Thoolen, tandarts bij groepspraktijk Lassus Tandartsen Oisterwijk, op 30 juni 2020:
“Ik werk in een praktijk waar uitgebreide restauratieve tandheelkunde en chirurgie wordt gedaan en had voor het coronatijdperk een stervensdrukke agenda. Toen praktijken sloten voor reguliere zorg was het ineens klaar met behandelen. Op persoonlijk vlak merkte ik dat ik werd afgeremd: je zit ineens thuis. Naast tandarts ben ik ook ondernemer. Toevallig had ik twee weken voor de sluiting van mondzorgpraktijken samen met een paar andere tandartsen het platform Karma Dentistry opgericht, waar we podcasts, webinars en cursussen wilden aanbieden. Ineens had ik tijd om hieraan te werken.”

Jasper Thoolen, tandarts bij groepspraktijk Lassus Tandartsen Oisterwijk

Positieve wending
“Ik heb tandartsen gebeld die mij geïnspireerd hebben in het dagelijks werk. Van de een op de andere dag was ik podcasthost en interviewer, in plaats van tandarts. Ik sprak met grote namen, zoals Christian Coachman, Maura Fradeani en Diego Lops. Coachman zei: ‘De crisis laat twee soorten mensen zien: mensen die afwachten tot alles voor ze geregeld wordt en in de tussentijd negatieve dingen roepen vanaf de zijlijn, én er zijn mensen die de realiteit accepteren en er iets positiefs uit proberen te halen.’ Achteraf gezien hoor ik denk ik bij de laatste groep. Ik heb heel veel mooie dingen en ervaringen aan de afgelopen maanden overgehouden.”

Antwoorden zoeken
“Ik heb in deze periode veel geleerd. Niet alleen dankzij alle inspirerende vakgenoten die ik heb gesproken, maar ook door de onzekerheid en onwetendheid die de coronacrisis met zich meebracht. Onwetendheid leidt tot angst en mensen waren bang om het verkeerde te doen. Bang omdat je niet precies weet wat er gaande is. Ik dacht ik kan wel wachten tot mensen mij de antwoorden komen brengen, maar ik denk dat we als tandartsen zijn opgeleid om antwoorden te zoeken. En dat blijkt tegelijkertijd gevaarlijk omdat je in het begin op weinig wetenschap stuit. Dan zijn er slechts enkele onderzoeken en opinies waar je jouw waarheid aan kunt verbinden. In eerste instantie werd bijvoorbeeld gesteld dat aerosolen een grote rol spelen bij de verspreiding van covid-19. Later bleek het wel mee te vallen, aangezien het in de juiste context geplaatst moest worden. Ik merkte aan mezelf dat ik emotioneel van de ene naar de andere kant werd geslingerd, wat ik lastig vond.”

Onpersoonlijker
“Inmiddels werk ik weer in de praktijk. Maar door de huidige maatregelen vind ik het contact met patiënten afstandelijker en onpersoonlijker, terwijl ik denk dat die persoonlijke benadering in de zorg juist heel belangrijk is. Als ik een behandelplan presenteer, probeer ik dat vaak na werktijd in mijn normale kleding te doen. Dat doe ik omdat ik wil dat mensen mij als persoon leren kennen, de mens achter de microscoop en het mondkapje. Ik ben er namelijk van overtuigd dat patiënten vaak voor jou kiezen als persoon en niet alleen voor de koude inhoud van het behandelplan. Natuurlijk moet het inhoudelijk kloppen en moet je weten waar je over praat, maar als jij dat op jouw manier kunt uitleggen en het is authentiek, kiezen patiënten daar vaak voor.”

Tijd voor educatie
“Ook komen de cursussen langzaamaan weer op gang. De toegang tot educatie is in het coronatijdperk heel laagdrempelig geworden. Er is veel meer aanbod vanuit je luie stoel. Als ik zie hoeveel mondzorgprofessionals bij- en nascholing hebben gevolgd terwijl ze thuiszaten, dat is gewoon heel tof. Door even stil te vallen, tijd te hebben om na te denken en jezelf bij te scholen, is de kwaliteit van de tandheelkundige zorg in Nederland er misschien alleen maar beter op geworden. Sommige onderdelen van educatie blijken online heel goed te werken. Stof die je letterlijk uit een boek moet lezen, leent zich prima voor een webinar. Maar anderen inspireren is via een webinar bijna onmogelijk. Ik heb altijd een positief gevoel overgehouden aan de webinars die ik heb gegeven, maar ik heb de setting van een klaslokaal of zaaltje wel gemist. Een cursus is dynamischer wanneer je mensen direct vragen kunt stellen en ze in de ogen kunt kijken. Gelukkig mag ik zo nu en dan weer fysieke cursussen geven.”

Henk Berends, tandprotheticus en praktijkeigenaar van Berends Tandprothetiek, op 1 juli 2020:
“Ik heb ongeveer vijf jaar als tandprotheticus in dienst gewerkt en wilde graag mijn eigen praktijk starten. Toen ik begin dit jaar de sleutel van mijn pand kreeg, druppelden de eerste berichten over het coronavirus binnen. Ik dacht dat het wel mee zou vallen. Ik had het mis. Toen mondzorgpraktijken hun deuren moesten sluiten voor reguliere zorg, was ik was nog niet eens open geweest.

Henk Berends, tandprotheticus en praktijkeigenaar van Berends Tandprothetiek

De feestelijke opening stond gepland op 30 maart en die heb ik afgezegd. Wel heb ik de praktijk geopend voor spoedzorg, al heb ik in die periode slechts twee reparaties gedaan. De lockdown had ook gevolgen voor mijn inventaris. Zo kwam mijn zuurkast uit Italië en een dag na verzending sloten de grenzen. De ene praktijk ging dicht en moest afwachten, maar ik moest mijn spullen hier op tijd zien te krijgen.”

Positieve inslag
“In het begin dacht ik had ik mijn ontslag maar niet ingediend. Maar inmiddels heb ik geleerd dat je het moet omdraaien: kijk naar wat wél kan. Probeer er het positieve in te zien. Ik ben niet de enige die moet schakelen in deze tijd. Heel Nederland zit ermee. Mijn kredietrekening was gelukkig ruim ingesteld en daar kon ik goed mee uit de voeten. Daarnaast heb ik in het kader van extra ondersteuning aanspraak gemaakt op de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo). Omdat ik net gestart was, gingen regelingen als de continuïteitsbijdrage helaas aan mij voorbij. Maar het scheelt natuurlijk dat ik momenteel geen personeel en hoge kosten heb.”

Nuchter
“Toen praktijken weer open mochten voor reguliere zorg heb ik een folder uitgegeven, zodat eenieder wist dat mijn praktijk geopend was. Vervolgens heb ik letterlijk en figuurlijk gewacht tot mensen zich zouden melden. En dat ging helemaal niet zo gek; het vertrouwen van mensen kwam langzaamaan terug. Ik werk voornamelijk met ouderen en hier in Drenthe zijn ze best nuchter: ‘Als het mijn tijd is, zal het ook zo wezen.’ En gelukkig heeft het coronavirus hier niet erg huisgehouden.”

Persoonlijke aandacht
“Ik plan afspraken ruim in: ik reken een uur voor een patiënt, zodat hij of zij bij binnenkomst niemand tegen hoeft te komen en de praktijk uiteindelijk ook weer alleen kan verlaten. Ik weet hoe laat de patiënt komt en open de deur. Bij binnenkomst worden de handen gedesinfecteerd, waarna de patiënt meteen plaatsneemt in de stoel. Wanneer ik klaar ben, maak ik een vervolgafspraak en open wederom de deur voor de patiënt. Op deze manier hoeft de patiënt in de praktijk niets aan te raken.
Het is een andere manier van werken. Normaal gesproken nemen patiënten plaats in de wachtkamer en maak ik tussendoor een praatje. Veel mensen kennen elkaar ook van verschillende clubjes waar oudere mensen bij aangesloten zijn. De een sjoelt, de ander biljart en ze komen elkaar hier tegen. Die contactmomenten zijn er nu niet meer. Ook is het contact met de patiënt onpersoonlijker: je geeft geen hand en zit op afstand van elkaar. Maar tegelijkertijd kun je dat oplossen door op een andere manier te communiceren en een gezellig gesprek aan te knopen. Ik maak graag een praatje met de oudere patiënten in de praktijk. Door een gesprek te voeren, kun je immers ook dicht bij iemand komen, zonder dat je iemand een hand geeft. Soms ben ik tien minuten aan het behandelen en drie kwartier aan het praten. Maar ik merk dat sommige mensen een handreiking nodig hebben. Zeker oudere mensen die eenzaam zijn omdat de kinderen bijvoorbeeld al een hele tijd niet geweest zijn. Er zijn toch best wat eenzame ouderen in Nederland. Als ik extra tijd kan investeren in de patiënt en hij of zij daar vrolijk van wordt, geeft dat mij voldoening.”

Labels:
To post a reply please login or register
advertisement
advertisement