DT News - Netherlands - Tariefdaling 5%: “ramp voor mondzorgpraktijken” of meevaller?

Search Dental Tribune

Tariefdaling 5%: “ramp voor mondzorgpraktijken” of meevaller?

Marieke Epping/Ben Adriaanse

Marieke Epping/Ben Adriaanse

ma. 10 november 2014

Bewaar

UTRECHT – De tarieven voor mondzorg gaan volgend jaar fiks omlaag, met ruim 5%. Dat maakte de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) eind vorige week bekend. De NZa presenteerde de langverwachte resultaten van het kostenonderzoek en maakte daarbij ook direct de nieuwe tariefstelling bekend. Patiëntenorganisaties reageerden enthousiast, de tandartsverenigingen spraken hun zorgen uit. De hamvraag is of de tariefverlaging daadwerkelijk een klap betekent voor de mondzorg, of dat tandartsen – hoewel de verenigingen begrijpelijkerwijs zullen nalaten dit te benoemen – vooral voor nog lagere tarieven hadden gevreesd.

Per 1 juli 2015 dalen de tarieven voor tandheelkundige zorg met 5,15%. Voor orthodontische zorg dalen de tarieven minder sterk, ongeveer 1,5%. Daarentegen schieten de tarieven voor implantologische zorg ruim 19% in de min. Deze tariefdalingen komen boven op de daling van ongeveer 1% die ingaat per 1 januari 2015, gecorrigeerd naar de inflatie.De NZa startte in 2013 met een kostenonderzoek in samenwerking met Deloitte. De resultaten hiervan lieten lang op zich wachten, naar nu blijkt doordat de NZa deze samen met de nieuwe tarieflijst wilde presenteren. Naast het kostenonderzoek deed de Zorgautoriteit ook onderzoek naar de herijking van de arbeidskosten, omdat deze ook van invloed zijn op de tariefstelling. Na een advies van KPMG en overleg met de brancheorganisaties heeft de NZa vastgesteld dat de arbeidskostencomponent voor zowel tandarts als orthodontist per 1 juli stijgt met 13%.

Volgens de NZa is de tariefherijking “in goed overleg met de brancheorganisaties tot stand gekomen.” De tandartsorganisaties reageren echter niet zo positief als die uitspraak doet verwachten. Zo noemt KNMT-voorzitter Rob Barnasconi de tariefverlagingen “een regelrechte ramp voor praktijken.” Volgens de KNMT is de tariefverlaging niet in het belang van de tandarts, maar ook niet in het belang van de patiënt. Barnasconi vreest dat de patiënt straks niet meer kan kiezen voor de top van de tandheelkunde. “Het aanbod is gevarieerd, maar de tarieven zijn dat niet. Zo wordt tandheelkunde een standaardproduct. Wij willen dat de patiënt kan kiezen tussen verschillende serviceniveaus.” Met name de tariefverlaging voor implantologische zorg van 19% vindt Barnasconi heftig. “Stel je voor dat je als ondernemer opeens 20% minder inkomen hebt. Dat kan geen enkele onderneming hebben, ook tandartspraktijken niet.”

De ANT reageerde ietwat milder en sprak over “gemengde gevoelens” na de bekendmaking van de tariefverlaging. Voorzitter Jan-Willem Vaartjes is opgelucht dat er eindelijk duidelijkheid is voor de sector, maar vindt de stevige korting op vooral de implantologische zorg een hard gelag . “Daar gaan we zeker nog over in gesprek met de NZa,” reageert Vaartjes. “Onze leden maken zich zorgen of ze voor dit lagere tarief wel dezelfde kwaliteit en service kunnen leveren, en of ze straks met een lege agenda komen te zitten doordat patiënten wachten tot in juli de lagere tarieven ingaan.” Net als de KNMT vraagt de ANT zich af of de tariefwijziging zorgt voor ‘mondzorg van de middelmaat’. “De tarieven zijn te laag en te weinig gedifferentieerd om zorg op maat in een moderne praktijksetting te voeren. Daar wordt de patiënt de dupe van.”

Patiëntenorganisatie De Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie (NPCF) juicht in een reactie op NU.nl de tariefverlaging van harte toe. Op het vooruitzicht van patiënten die hun behandeling uitstellen tot na de tariefverlaging, opperde de NPCF alvast een mogelijke oplossing: tandartsen hoeven niet tot 1 juli 2015 te wachten met het aanpassen van hun prijzen, omdat de NZa alleen maximumtarieven voorschrijft.

Zowel ANT als KNMT leggen zich niet neer bij het tariefbesluit. Volgens Vaartjes is al afgesproken dat verder onderhandeld wordt over het J-tarief. Daarnaast ziet de ANT mogelijkheden om te werken aan differentiëring van de tariefstructuur. “Minister Schippers heeft aangegeven dat de NZa hier vrij in is. Daarmee staat de deur open voor flexibeler tarieven,” aldus Vaartjes. KNMT-voorzitter Barnasconi vindt tariefbepalingen door de overheid überhaupt onjuist en pleit andermaal voor vrije tarieven. “De volwassen patiënt betaalt de kosten voor tandheelkundige zorg helemaal zelf, en zou dus ook zelf moeten kunnen kiezen.” Volgens de KNMT is de tariefstelling ‘het reguleren van privaat gefinancierde zorg’ en daardoor in strijd met het Europees recht, dat uitgaat van vrij verkeer van personen en diensten. De tandartsorganisatie is inmiddels een procedure gestart om dit bij de rechter te toetsen.

De zorgen over de verminderde investeringsmogelijkheden door lagere tarieven is wellicht maar een kant van de medaille. Het afgelopen jaar stelden veel mondzorgpraktijken investeringen uit vanwege angst voor een nog veel grotere tariefdaling. Wellicht zal deze serieuze, maar toch betrekkelijk beperkte neergang van de tarieven praktijken voldoende geruststellen om juist nu nieuwe, kostbare apparatuur aan te schaffen.
(bronnen: ANT/KNMT/NZa/NOS/NU.nl)

To post a reply please login or register
advertisement
advertisement