DT News - Netherlands - “Te veel tandartsen kiezen nog voor indirect restaureren”

Search Dental Tribune

“Te veel tandartsen kiezen nog voor indirect restaureren”

Cosmetisch tandarts Nils van Calcar
Tessa Vogelaar

Tessa Vogelaar

wo. 7 maart 2018

Bewaar

Bij de keuze tussen direct of indirect restaureren spelen allerlei factoren mee. Hoeveel eigen, gezond weefsel is er over? Gaat het om een esthetische restauratie of een meer posterior gelegen element? En wat heeft een cliënt te besteden? Allerlei zaken die cosmetisch tandarts Nils van Calcar afweegt wanneer hij een patiënt in zijn stoel krijgt voor een restauratie. Tijdens het ANT-Starterscongres, dat parallel aan Dental Expo plaatsvindt op 10 maart 2018, spreekt hij erover voor een publiek van studenten en startende tandartsen. De grootste valkuil bij restauraties? “Ik noem het tandjestandheelkunde. Alleen het kapotte element bekijken, zonder te onderzoeken waar de oorzaak ligt. En of de behandeling past in het plaatje om de hele mond gezond te houden.”

Wat zijn belangrijke overwegingen bij de keuze tussen direct of indirect restaureren?
Dat is onder meer afhankelijk van de plaats in de mond en van hoeveel gezond weefsel er over is. Als er onvoldoende weefsel is, kun je overwegen om voor indirect te kiezen. Moet je echter heel veel van een tand afslijpen om een indirecte restauratie te maken, dan kun je beter voor direct gaan. Daarnaast speelt de financiële situatie van een patiënt mee. Een indirecte restauratie is vijf keer duurder dan een directe restauratie. Verder weegt nog mee dat een directe restauratie voor de tandarts lastiger is, het vereist meer skills. Bij een indirecte restauratie besteed je de vormgeving uit aan het laboratorium.

Wat zou u elke tandarts willen meegeven over de afweging tussen directe en indirecte restauraties?
Onthoud dat je uiteindelijke doel is om je patiënt 85 jaar te laten worden met zijn of haar eigen tanden en kiezen. Om daarvoor te zorgen, dien je zo min mogelijk van elementen af te slijpen en wil je eigenlijk alleen iets toevoegen. Alles wat je maakt, is tijdelijk. Als je iets opnieuw moet maken, betekent dat opnieuw weefselschade. Als je bij iemand van 20 jaar porseleinen facings maakt, is de kans dat diegene met zijn eigen tanden de 80 haalt nihil. Als iemand al 70 jaar is, maakt die keuze minder uit: dan gaat het de rit wel redden.

Denken andere tandartsen er net zo over?
Ik denk dat veel tandartsen neigen naar indirect, omdat dat duurder is en ze daar meer aan kunnen verdienen. Ook kunnen ze het eindresultaat uitbesteden en hoeven ze het niet zelf te doen. Ik hoop echter dat meer en meer tandartsen, dankzij de veranderde opleiding, zullen bedenken dat de directe manier de eerste keuze moet zijn. Het is ‘boerenverstandtandheelkunde’: is er een stuk van een voortand af, moet ik er dan iets bijplakken of nog meer vanaf halen? De tandarts zou de beslissing moeten maken in het belang van de patiënt en niet vanwege de financiële prikkel.

Kiezen tandartsen die lang geleden zijn opgeleid naar uw gevoel eerder voor een indirecte restauratie?
Zeker. Zij hebben in de opleiding in veel mindere mate meegekregen wat er met directe methoden mogelijk is. Met de komst van composiet leer je nu vanaf de eerste dag op de opleiding wat de mogelijkheden zijn voor adhesieve methoden. Voorheen werd echter opgeleid in de retentieve methode, waarbij de restauratie meer houvast moet hebben van zichzelf. Mogelijk heeft de vorige generatie bij gebrek aan scholing vaker met mislukkingen van directe restauraties te maken gehad, waardoor ze liever bij indirect blijven.

Vindt u dat de esthetische mogelijkheden van indirecte restauraties verbeterd zijn?
Die mogelijkheden zijn de afgelopen jaren inderdaad sterk verbeterd. We zitten momenteel al op een heel hoog niveau. Het gaat nu nog om nuances, die voor een patiënt nauwelijks merkbaar zijn. De materialen zijn makkelijker en sterker geworden: je kunt met een sterker materiaal een mooier resultaat behalen dan vroeger.

Wat is een veelgemaakte fout in de restauratieve tandheelkunde?
Alleen het kapotte element bekijken, zonder te onderzoeken waar de oorzaak ligt en of de behandeling past in het plaatje om de hele mond gezond te houden. Ik noem het tandjestandheelkunde. Je gaat het kozijn vervangen, terwijl eigenlijk de fundering kapot is. Je moet eerst altijd detective spelen en weten waarom dingen zijn gebeurd. Vervolgens maak je een plan voor de lange termijn, zodat je weet waar je naartoe werkt. Zonder die visie ben je maar een beetje aan het repareren.

Welke concrete tips heeft u voor starters die restauraties gaan verrichten?
Ik verwacht dat digitaal werken een essentieel onderdeel van het werk van de tandarts wordt en ‘happen’ volledig zal verdwijnen. Als je dat in je studie onvoldoende meekrijgt, zou je je daarin nog extra moeten verdiepen.

Verder moet je veel overleggen met een ervaren tandarts. Je moet ineens veel sneller werken dan tijdens je studie en daarom is het belangrijk dat er controle is. Een ervaren tandarts weet goed hoe lang een restauratie meegaat. Jonge tandartsen willen soms te veel behandelen, maar een grijze vulling hoeft er bijvoorbeeld niet per se uit als deze nog tien jaar goed blijft. Daarnaast is voldoende kennis van materiaal, en het gebruik ervan, belangrijk voor starters. Als je een bepaalde lijm gebruikt, lees dan de gebruiksaanwijzing en houd je eraan. Dat soort dingen gaat verschrikkelijk vaak mis.

Ook denk ik dat je fulltime moet gaan werken, vlieguren maken. Toen ik net van de opleiding kwam dacht ik dat ik alles wist en kon. In de jaren daarna leer je echter dat er genoeg is dat je nog niet weet. Je moet meters maken.

N.B. De uitspraken van Nils van Calcar zijn gedaan op persoonlijke titel. Zij vertegenwoordigen niet noodzakelijk standpunten van de ANT.

2 thoughts on ““Te veel tandartsen kiezen nog voor indirect restaureren”

  1. Collega Hurx uit Roosendaal says:

    NB tav de vulling 5 ipv 9 euro p/min uiteraard 😉

  2. Collega Hurx uit Roosendaal says:

    Van dit soort uitspraken gaan mijn hoofdharen recht overeind staan. Of althans de haren die er nog staan…

    Een kroon zou een geldprikkel zijn. Een snelle rekensom: 600 euro incl 275 euro inkoop is 325 voor een uur prepareren en 20 minuten plaatsen. 4 euro per minuut. De meervlaksvulling is in 20 min gelegd, voor 100 euro incl verdoven, excl rubberdam. 9 euro per minuut! Daarnaast lezen leken dit soort uitspraken ook en schaadt hij het aanzien en vertrouwen van onze beroepsgroep.

    En richt hij zich nu naar de starter of de ervaren tandarts met zijn keuze voor direct/indirect? Ik denk dat de afgestudeerde tandarts van na 2000 al bijzonder veel heeft meegekregen over directe methoden.

    De opmerking dat de tandarts veelal aan tandjestandheelkunde doet plaatst de hoog opgeleide collega toch in zijn hemd. Waar die het lef vandaan haalt ons vermanend toe te spreken? Als ware het de dentale messias op aarde; bij hem zit je immers goed joh! De rest is niks. Hoe noemen ze zo’n syndroom nu ook alweer in de psychologie?

To post a reply please login or register
advertisement
advertisement