DT News - Netherlands - “AMvB biedt allerlei kansen voor gehele mondzorg”

Search Dental Tribune

“AMvB biedt allerlei kansen voor gehele mondzorg”

Manon van Splunter-Schneider. (foto: Ben Adriaanse)
Tessa Vogelaar

Tessa Vogelaar

ma. 18 juni 2018

Bewaar

Nog voor de zomer gaat minister van Medische Zorg Bruno Bruins de AMvB voorhangen in de Kamer. Dat betekent het officiële startschot voor het langverwachte wettelijke kader voor taakherschikking in de mondzorg. De afgelopen maanden brachten beroepsverenigingen ANT en KNMT veelvuldig hun mening over het experiment naar buiten, gesteund door ACTA en het Radboudumc. NVM-mondhygiënisten roerde zich echter relatief weinig; opzettelijk, licht de vereniging toe, om niet in moddergooien verzeild te raken dat de gehele sector schade toebrengt. Reden voor Dental Tribune om in gesprek te gaan met voorzitter Manon van Splunter-Schneider. “Op het moment dat je overal op gaat reageren, wordt het al gauw een welles-nietesspelletje.”

Wat is de actuele stand van zaken rond het experiment om de mondhygiënist grotere zelfstandige bevoegdheid te geven?
De Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) die het mogelijk maakt dat mondhygiënisten met de 4-jarige opleiding zelfstandig bevoegd worden voor de behandeling van primaire caviteiten, anesthesie en het maken van röntgenfoto’s, wordt vóór 6 juli voorgehangen bij de Tweede Kamer. Wij wachten dit proces af en daarna worden procedureel de vervolgstappen genomen.

Is het standpunt van NVM-mondhygiënisten over het experiment nog hetzelfde als enkele jaren geleden?
Ja, dat is ongewijzigd. Dit is een traject dat al ruim 18 jaar in voorbereiding is. Wij zijn blij met de recente ontwikkelingen rondom het experiment, omdat het bijdraagt aan alles waar wij in geloven. Het kan leiden tot meer focus op preventie en het efficiënter inzetten van mondhygiënisten. Voor patiënten betekent het meer gemak wanneer de mondhygiënist bijvoorbeeld alvast de verdoving kan geven wanneer de tandarts even te druk is om daartoe opdracht te geven of niet aanwezig is. Een uitbreiding van de zelfstandige bevoegdheid van de mondhygiënist is voor ons geen doel op zich, maar door de AMvB zien wij heel veel mogelijkheden voor  de mondzorg.

De voordelen van de voorgenomen taakherschikking voor de mondhygiënist zijn duidelijk. Maar wat zijn in uw ogen de voordelen voor de mondzorg als geheel?
Het doelmatig en efficiënt inzetten van mondzorgverleners is de basis geweest van de taakherschikking in de mondzorg. Tandartsen krijgen door het experiment meer ruimte voor het gespecialiseerde werk waarvoor ze opgeleid worden. Verder is de mondhygiënist binnen het mondzorgteam in de praktijk beter inzetbaar; als de tandarts op vrijdag op cursus is en de mondhygiënist alleen in de praktijk werkt, heeft het ook voordelen voor de tandarts en zijn of haar praktijkvoering dat het werk gewoon door kan gaan. De nadruk wordt nu vaak gelegd op gevolgen voor het werk van de mondhygiënist in de vrijgevestigde praktijk, maar de uitbreiding van de zelfstandige bevoegdheden heeft ook absoluut voordelen voor mondhygiënisten in loondienst of zzp’ers.

Welke reacties heeft u van uw leden gehad naar aanleiding van de verruiming van de bevoegdheden van de mondhygiënist? Er zouden ook geluiden zijn dat mondhygiënisten het zelf geen prettig idee vinden om zelfstandig te boren.
We hebben een zeer breed draagvlak ervaren. Er was in januari (toen minister Bruins de AMvB aankondigde, red.) echt een jolijtstemming: eindelijk wordt er doorgepakt! Elke vorm van verandering roept echter vragen op. Er wordt steeds gesproken  over boren, maar het gaat om drie voorbehouden handelingen. Wellicht dat mondhygiënisten die überhaupt nooit boren vraagtekens zetten bij de functionaliteit van de zelfstandigheid op dat gebied, maar dan is de verruiming op dit specifieke vlak simpelweg niet zo interessant voor hen. Zij zullen veel meer profijt hebben van de verruiming op het gebied van röntgen en anesthesie, zodat zij een betere diagnose kunnen stellen en professioneler kunnen werken. Voor mondhygiënisten die zich richten op preventie bij kinderen is juist het zelfstandig boren zonder opdracht een ontzettende aanwinst. Ik vind het niet vreemd dat wanneer je een individuele mondhygiënist vergelijkt met een complete beroepsgroep, de geluiden uiteen kunnen lopen. Als je ruimer kijkt, naar de ontwikkeling van ons vak, denk ik niet dat iemand erop tegen kan zijn.

Mondhygiënisten hebben zich tot nu toe geprofileerd als ‘de preventiespecialist’. Zal het werk van de mondhygiënist een andere focus krijgen, zodra de AMvB ingaat?
Preventie blijft onze core business. Boren en preventie hoeven elkaar ook helemaal niet tegen te spreken, zoals vaak wordt gesuggereerd. Het boren van primaire caviteiten kan vallen onder de noemer tertiaire preventie. Zo zien we dit al jaren binnen de parodontologie: daar zijn het de mondhygiënisten die de professionele tandsteenbehandelingen verzorgen die ook onder de tertaire preventie vallen. Daar is die discussie echter nooit opgelaaid. Ik denk dat het boren van primaire caviteiten gevoeliger ligt, omdat dit onderdeel meer overlapt met het deskundigheidsgebied van de tandarts. Het is echter een gemiste kans wanneer je als mondhygiënist een sterke focus hebt op tandvleesproblematiek, die door plaque wordt veroorzaakt, maar het traject van de cariës niet meeneemt.

Vooral de ANT zoekt de afgelopen tijd veelvuldig de media met pleidooien tegen taakherschikking. NVM-mondhygiënisten roert zich relatief weinig. Kunt u dit toelichten?
Binnen de discussie die nu gevoerd wordt, ontbreekt de nuance en wordt er heel negatief gesproken over elkaar, en uiteindelijk ook over de mondzorg. Wij willen dat niet voeden. Wij vinden het heel belangrijk om te benadrukken dat we met elkaar veel mooie kansen en uitdagingen hebben waar we mee aan de slag kunnen. Op het moment dat je overal op gaat reageren, wordt het algauw een welles-nietesspelletje. Dat zorgt alleen maar voor verdere polarisatie. Het doet zo’n afbreuk aan de goede samenwerking die we in het werkveld doorgaans met elkaar hebben. Iedereen heeft zijn eigen boodschap en strategie om te bereiken wat ze willen. Wij kiezen de constructieve weg.

Voor het publiek lijkt het alsof er veel met modder wordt gegooid, maar in hoeverre zijn jullie in werkelijkheid on speaking terms met de andere beroepsverenigingen?
In veel dossiers verloopt de samenwerking gewoon goed. Gisteren nog had ik overleg met de ANT over een regionaal preventieproject voor jeugd. Vanavond vergaderen we met de KNMT over de Stichting Geschilleninstantie Mondzorg. Met name het verhaal rondom het experiment krijgt nu veel aandacht in de media, maar zolang we niet over de AMvB praten, gaat het heel goed (lacht).

De minister heeft de beroepsverenigingen de ruimte geboden om voor 20 april met een gezamenlijk voorstel te komen rondom de implementatie en de monitoring van het experiment.  Voorwaarde daarbij was dat er in gezamenlijkheid tot iets gekomen zou worden. Die gezamenlijkheid ontbrak op het moment dat de ANT afhaakte. Wij hebben toen geconcludeerd dat er niet meer aan de voorwaarden zou worden voldaan, dus leek het ons niet zinvol alleen met de KNMT om tafel te gaan.

Over de taakherschikking wordt dus niet meer gepraat?
Tussen januari en nu (halverwege mei, red.) hebben wij niet meer met de KNMT en ANT over het onderwerp gesproken. Momenteel zijn we in een fase beland waarin we het proces blijven volgen in de politiek. Soms ben je het over een aantal zaken gewoon niet eens. Maar ik denk dat we allemaal beseffen dat we moeten samenwerken om hetzelfde doel te dienen, namelijk optimale zorg voor onze patiënten.

Wat is uw reactie op tegenargumenten van KNMT en ANT tegen het doorzetten van het taakherschikkingsexperiment, zoals een verwachte stijging in totale zorgkosten?
Ik denk dat het goed is dat we het experiment met elkaar aangaan om te zien wat voor moois het kan brengen. Er worden veel aannames gedaan, maar we missen de feitelijke onderbouwing. Dit is een goed moment om met elkaar te bezien hoe we mondzorg leveren. Laten we met z’n allen kritisch kijken hoe we omgaan met het maken van bijvoorbeeld röntgenfoto’s. Het biedt juist een kans om hierover als tandarts en mondhygiënist goed te communiceren. Dat je elkaar even belt om te vragen: “Heb jij deze foto’s nog liggen? En wil je meteen even meekijken om te zien of dit buurelement goed genoeg is om een brug te plaatsen?” Wij kijken liever naar de mogelijkheden die het experiment biedt.

Als de AMvB van kracht wordt in 2020, kan het experiment in 2024 worden afgerond. Hoe denkt u dat het mondzorgveld er tegen die tijd uitziet?
Hetzelfde als nu, alleen met een betere en efficiëntere afstemming tussen mondzorgverleners. De AMvB zal echt niet een dusdanige impact hebben dat het veld er ineens heel anders uitziet. We krijgen als mondhygiënist geen volledig ander takenpakket wanneer de grotere zelfstandige bevoegdheid geldt. Wat er wel verandert, is dat we een stuk efficiënter en doelmatiger kunnen functioneren. Het proces wordt eenvoudiger en dat heeft absoluut meerwaarde.

Labels:

One thought on ““AMvB biedt allerlei kansen voor gehele mondzorg”

  1. Jan Willem Vaartjes says:

    Nog even terug naar de schoolbankjes Manon, parodontale therapie wordt geschaard onder ‘secundaire preventie’.
    Zo zitten er wel meer leugentjes voor eigen best wil in dit stuk 🙂

To post a reply please login or register
advertisement
advertisement