DT News - Netherlands - Kritiek op minister na ‘onderbouwing’ taakherschikking

Search Dental Tribune

Kritiek op minister na ‘onderbouwing’ taakherschikking

Ben Adriaanse

Ben Adriaanse

wo. 5 december 2018

Bewaar

DEN HAAG – Minister Bruno Bruins (VVD) heeft gemengde gevoelens opgeroepen met de beantwoording van Kamervragen over de voorgenomen verruiming van zelfstandige bevoegdheden voor mondhygiënisten. De KNMT constateert dat de gevraagde aanvullende argumentatie ontbreekt, de ANT spreekt – met gestrekter been – van “holle frasen” en “opvallende feitelijke onjuistheden.”

In de brief van 27 november jl. geeft Bruins uitgebreid antwoord op vragen over onder andere de competenties van afgestudeerde mondhygiënisten, de rol van taakherschikking in het terugdringen van het tandartsentekort en het voorkomen van overbehandeling. Ook gaat hij in op de vraag wie de regie krijgt in het beoogde mondzorgveld en of er daadwerkelijk sprake zal zijn van meer efficiency.

De minister benadrukt dat hij zorgverleners wil “inzetten waarvoor ze zijn opgeleid. Daarmee worden de capaciteiten van de verschillende beroepsgroepen en dure opleidingen zo veel mogelijk benut.” Daarbij hoort ook het “inzetten van het juiste niveau van deskundigheid voor een bepaalde zorgvraag.”

Meer preventie door taakherschikking?
Bruins sluit aan bij het standpunt van NVM-mondhygiënisten dat mondhygiënisten bekwaam zijn in de behandelingen die zij vanaf 2019 zelfstandig mogen uitoefenen. Bruins breekt een lans voor deze beroepsgroep door te stellen: “Het steviger positioneren van de geregistreerd-mondhygiënist draagt eraan bij dat er nog meer aandacht kan komen voor preventie en dat curatieve behandelingen kunnen worden voorkomen.” Hierbij gaat de minister eraan voorbij dat de capaciteit aan mondhygiënisten om daadwerkelijk een meer preventief ingerichte mondzorg te bereiken, momenteel ontbreekt. Zeker als zij vanaf volgend jaar meer tijd gaan besteden aan de nieuwe zelfstandige bevoegdheden die juist door deze minister mogelijk zijn gemaakt.

Op de vraag wie in de nieuwe opzet de regie krijgt, geeft de minister een ietwat ontwijkend antwoord. Mondhygiënisten en tandartsen zijn ieder verantwoordelijk voor hun eigen handelen, stelt hij, en goede samenwerking en afstemming zorgt voor een totaalpakket aan tandheelkunde.

Kritiek
De KNMT vindt het in een reactie opvallend dat de minister zich hoe dan ook uitspreekt voor taakherschikking, “ook wanneer de minister van OCW op basis van het advies van het Capaciteitsorgaan besluit om meer tandartsen op te leiden,” zoals Bruins stelt. De beroepsvereniging constateert dat de minister hiermee voor het eerst openlijk lijkt te erkennen dat er sprake is van een tandartsentekort. Voorzitter Wolter Brands: “Wij zullen de Kamerleden dan ook in een uiterste poging oproepen de minister te vragen zijn voorbarige plannen stop te zetten nu duidelijk is geworden dat de belangrijkste reden voor taakherschikking [het niet opleiden van meer tandartsen, red.] is verdwenen.”

De ANT laat haar afkeuring in nog sterkere bewoordingen blijken. Volgens de vereniging wordt er een “wereldvreemd” beeld van de mondzorg geschetst, en bevat de beantwoording van de Kamervragen “opvallende feitelijke onjuistheden.” Zo wordt volgens de ANT te makkelijk verondersteld dat de radiologische kennis van mondhygiënisten zou voldoen en er consensus zou zijn over het begrip ‘primaire cariës’ en de behandelaarsdeskundigheid van de mondhygiënist op dat vlak. Daarnaast windt de vereniging zich op over het negatieve beeld dat wordt geschetst van preventieassistenten en over de inhoudelijke aspecten van curatieve behandelingen. “Het opknippen van de curatieve behandeling in ‘eenvoudige gaatjes’ en ‘moeilijke gaatjes’ is een dusdanige simplificatie van de dagelijkse werkzaamheden van de tandarts dat hieruit alleen maar miskenning, zo niet minachting blijkt voor de waarde en de inhoud van ons beroep.”

De start van het vijfjarige experiment met verruiming van de zelfstandige bevoegdheden voor geregistreerd-mondhygiënisten staat vooralsnog gepland voor 1 januari 2020.

Labels:

One thought on “Kritiek op minister na ‘onderbouwing’ taakherschikking

  1. Chris Kappers says:

    Tja, na jaren overal mee akkoord gaan door de beroepsorganisaties, worden we niet serieus genomen door VWS, OCW en de NZa. Daarom hebben we ook een financieel dompertje van 100 miljoen euro, de laatste 5 jaar: en niemand reageert.

To post a reply please login or register
advertisement
advertisement