DT News - Netherlands - “Sta altijd open voor wilde ideeën”

Search Dental Tribune

“Sta altijd open voor wilde ideeën”

Orthopeed en ingenieur Rickard Brånemark, zoon van de grondlegger van osseointegratie en daarmee de dentale implantologie, Per-Ingvar Brånemark. (foto: Claudia Duschek)
Claudia Duschek, DTI

Claudia Duschek, DTI

wo. 4 november 2015

Bewaar

Het concept van osseointegratie, groot gemaakt door implantologie-grondlegger Per-Ingvar Brånemark, wordt al jarenlang gebruikt in de tandheelkunde. Als orthopedisch chirurg en ingenieur treedt Rickard Brånemark in de voetsporen van zijn vader door diens concept te vertalen naar de behandeling van geamputeerden. In een interview met Dental Tribune Online vertelt Rickard Brånemark over de voordelen en toekomstmogelijkheden van osseointegratie van amputatie-protheses en waarom bijeenkomsten als het EAO-congres kunnen en moeten bijdragen aan de synergie tussen het tandheelkundige en medische veld.

Hoe is de ontwikkeling van osseogeïntegreerde protheses gegaan?
Het werk dat door mijn vader is gedaan, is het fundament van wat we tegenwoordig in de orthopedie doen. Gebruikmakend van zijn concept heb ik nieuwe behandelingen ontwikkeld voor geamputeerden gebaseerd op osseogeïntegreerde implantaten. Deze behandelingen voer ik inmiddels zo’n 25 tot 30 jaar uit.

Sinds 1998 heb ik voornamelijk in mijn eigen bedrijven gewerkt: Brånemark Integration, het dentale bedrijf dat ik met mijn vader startte, en Integrum, waar alle ontwikkeling van de orthopedische osseointegratie wordt uitgevoerd. Inmiddels zijn er ook verschillende internationale samenwerkingen met universiteiten in Göteborg, Wenen, San Francisco en Chicago. Nu ons Zweedse implantaatsysteem voor de behandeling van geamputeerden is goedgekeurd door de Amerikaanse Food and Drug Administration, werk ik ook aan een orthopedisch osseointegratiecentrum in San Francisco. Daarnaast werk ik nauw samen met het Amerikaanse Ministerie van Defensie, dat vanwege de vele soldaten met een amputatie zeer geïnteresseerd is in ons werk.

Wat is volgens u de grootste uitdaging voor dit type behandeling?
Iets veranderen in het bot is de kern van de osseointegratietechniek. Deze heeft zich inmiddels in miljoenen dentale implantaten bewezen. In de orthopedie worden we echter geconfronteerd met additionele uitdagingen. Zo zijn er bijvoorbeeld nog geen materialen beschikbaar die sterk genoeg zijn om 20 tot 25 jaar aan stevige fysieke activiteit kunnen doorstaan. Daarom werken we continu aan de ontwikkeling van nieuwe materialen en oppervlakten die beter deze hoge krachten kunnen weerstaan.

Een andere belangrijke zorg is het mucosale gebied en de huidpenetratie, wat een misschien nog grotere uitdaging is. Het concept waarmee wij werken is eigenlijk hetzelfde als het oude Brånemark-protocol en het botverankerd hoortoestel (ook bekend als ‘Baha’, red.), in die zin dat wij een glad oppervlak hebben dat geen bevestiging is. Veel onderzoeksgroepen werken wel met een bevestiging, maar voor zover ik weet tot nu toe zonder succes, zeker in de orthopedie. Zoals bij elke chirurgische procedure geldt ook hier dat de uitkomst voor een groot deel afhangt van de vaardigheid van de chirurg.

De laatste zes jaar heeft u zich ook beziggehouden met osseointegratie in combinatie met geïmplanteerde elektroden. Wat houdt dit in?
We ontwikkelen de volgende generatie amputatie-protheses. In aanvulling op het osseogeïntegreerde implantaat zijn we nu in staat om elektroden aan de spieren en zenuwen van de patiënt te verbinden, waardoor hij de prothese met zijn hersenen kan aansturen. Dit zorgt voor een veel betere controle over de prothese en geeft ook feedback, zoals dat in de natuurlijke situatie ook gebeurt. Voor het echte functieherstel is dit extreem belangrijk.

Onze concurrenten die hetzelfde willen bereiken, lopen tegen het probleem aan dat er stroomdraden voor de elektroden in/uit het lichaam zouden moeten lopen, met alle infectierisico’s van dien, wat hen dwingt op zoek te gaan naar een draadloze manier van overbrengen. In ons systeem hebben we dit fantastische osseogeïntegreerde implantaat, dat wij als kanaal kunnen gebruiken. We laten de draden van het bovenbeen of de bovenarm door het implantaat naar de prothese lopen. Vergelijkbaar met een internetverbinding via een glasvezelkabel is de bedrade bediening van een robotbeen of -arm veel beter, stabieler en robuuster dan de draadloze.

We hebben deze techniek inmiddels succesvol toegepast bij één patiënt. Ons onderzoek is nog in de experimentele fase, maar ik denk dat we hier geweldige resultaten mee gaan boeken in de toekomst.

Denkt u dat osseogeïntegreerde protheses uiteindelijk traditionele protheses zullen vervangen?
Deze behandeling is niet geschikt bij amputaties van het onderbeen door slechte circulatie, die veroorzaakt is door bijvoorbeeld diabetes of vaataandoeningen door roken. Dit is bij ongeveer 90% van de patiëntenpopulatie het geval. Jongere patiënten die hun extremiteiten zijn verloren door een verkeers- of oorlogsongeval, of door musculoskeletale tumoren, zijn zeker kandidaten voor deze behandeling.

Als de technologie zo veelbelovend blijft als nu, zal de meerderheid van de patiënten hier uiteindelijk voor kiezen – net zoals ze nu de keuze hebben voor een los kunstgebit of een implantaatgedragen prothese, waarvan de laatste veel beter is voor de patiënt. Er zal dus een verschuiving plaatsvinden, maar dit kost tijd. De introductie van dentale implantaten kostte zeventien jaar; deze verschuiving zou makkelijk ook tien tot twintig jaar kunnen kosten. Dat we FDA-goedkeuring hebben gekregen en samenwerken met het Amerikaanse leger zou het proces echter flink kunnen versnellen.

Deze behandeling biedt vele alternatieven voor conventionele behandelingen. Er is echter vaak te veel conservatisme in de medische en dentale wereld ten opzichte van innovaties. Ik denk dat we altijd open moeten staan voor wilde, vernieuwende ideeën. Dit onderzoek laat zien wat er in de toekomst misschien mogelijk is. We zijn misschien ooit in staat de gevoelsfunctie terug te brengen in een niet-bestaand ledemaat en daarmee een correct kunstmatig gevoel te creëren. Het toont ook aan dat de tandheelkundige en medische wereld meer met elkaar moet samenwerken. Er zijn veel synergieën en problemen die in beide professies spelen, waar we kennis over kunnen uitwisselen, zoals wij dat doen tussen tandheelkunde en orthopedie. Het idee van het vertalen van kennis was ook ooit het idee achter het EAO-congres, wat nu verworden is tot een puur tandheelkundig evenement. Dit is zonde, omdat we veel meer moeten samenwerken, maar ik denk dat we in de toekomst meer cross-disciplinaire presentaties zullen zien.

To post a reply please login or register
advertisement
advertisement