DT News - Netherlands - Composite mock-up & design software assistito

Search Dental Tribune

Composite mock-up & design software assistito

Immagine DDPD dopo DDID Digital Modeling.
V. Bini

V. Bini

wo. 28 oktober 2015

Bewaar

L’estetica in odontoiatria richiede sempre più attenzione non solo sull’operatività e il workflow digitale, ma anche e soprattutto riguardo ai materiali impiegati per la risoluzione dei casi clinici. L’attenzione dei pazienti è sempre più rivolta alla sensibilità estetica del professionista, al quale si rivolgono per ottenere il miglior risultato standard predicibile, che deve essere consono a un risultato clinico ottimale.

Questo è quanto prevede la metodologia Aesthetic Digital Smile Design (ADSD), filosofia secondo cui l’analisi dettagliata del sorriso e il suo progetto – indispensabili per formulare la diagnosi clinico-estetica – sono parte fondamentale del delicato approccio al paziente, protagonista dell’odontoiatria estetica a cui si rivolge.
Il protocollo ADSD vuole essere una previsualizzazione per il paziente (Aesthetic Virtual Planning) e un’impostazione progettuale per il team odontoiatrico, con particolare riguardo alla figura dell’odontotecnico (Face Aesthetic Medical Team).

Caso clinico
Interpretare i desideri dei nostri pazienti comporta sicuramente un “mandato psicologico” al quale il dentista non può più sottrarsi; fin dal primo momento è necessario instaurare un rapporto basato su molteplici fattori affidati sicuramente al know how clinico dell’operatore e alla propria arte e percezione visiva. Quest’ultima deve essere immediatamente disponibile attraverso l’uso dell’immagine importata tramite la fotografia ed elaborata grazie alla sempre più tecnologica implementazione con la fase più propriamente clinica. Parlare di immagine fedele alla clinica degli elementi ritratti significa cercare di usare la “percezione visiva tridimensionale”, anche quando l’elaborazione dell’immagine può esplicarsi solo attraverso la mono o bidimensione.
ADSD, infatti, si affida, per il Digital Dental Image Editing (Fig. 1), al software del “fotoritocco” per antonomasia, cioè Adobe® Photoshop® CC; l’uso di questo bellissimo mezzo informatico permette al clinico di trasformarsi in uno smile designer, utilizzando questo come un vero strumento adatto a professare l’odontoiatria estetica.

 

Leggi l'articolo completo nella sezione CLINICAL > COSMETIC DENTISTRY

To post a reply please login or register

“Laat patiënt zelf zijn motivatie uitspreken”

Trainer en leefstijlcoach Stijn van Merendonk over motiverende gespreksvoering. Foto: Suzanne Blanchard
Reinier van de Vrie, Redactie Dental Tribune

Reinier van de Vrie, Redactie Dental Tribune

wo. 1 mei 2024

Bewaar

Welke mondzorgverlener vraagt zich nooit eens af waarom veel mensen toch zo slecht hun gebit verzorgen? Hoe kun je patiënten stimuleren en motiveren om dat beter te gaan doen? Motiverende gespreksvoering (MGV) is een methode die daar goede resultaten mee weet te boeken. Trainer en Expert MGV Stijn van Merendonk legt in dit interview aan Dental Tribune uit wat je ermee kunt bereiken. Wie de motivatie van de patiënt kent, kan effectiever aan de slag.

Hoe ben je betrokken geraakt bij de tandheelkunde en ben je trainingen voor mondzorgverleners gaan geven?

Als bedrijfsfysiotherapeut richtte ik me in het begin vooral op klachten die ontstonden door de fysieke belasting van werknemers en de inrichting van hun werkplek. Maar het ging steeds vaker over hoe ze gezond hun pensioen konden halen. Toen ik MGV ging toepassen merkte ik dat mijn gesprekken steeds beter werden en dat ik meer resultaat kreeg. Daar werd ik enthousiast van. Steeds meer kreeg ik van collega’s de ‘moeilijke’ patiënten doorgeschoven. Er werden met name veel gesprekken over stoppen met roken gevoerd. Dan heb je het natuurlijk vooral over gedragsverandering.

Ik vond dit zo leuk en interessant dat ik een switch in mijn carrière gemaakt heb. In 2009 richtte ik de Academie voor Motivatie & Gedragsverandering op en ben ik trainingen gaan geven aan met name zorgverleners. Sinds een jaar of zeven doe ik dat ook in de mondzorg. Het begon met een training voor een team van een kliniek voor kindertandheelkunde in Den Bosch, dat met de Deense preventiemethode Nexø wilde gaan werken.

Wat kenmerkt MGV in een behandelkamer?

De setting is vooral anders. Bij een psycholoog is het gesprek de interventie. Bij een tandarts of mondhygiënist komen mensen meestal niet voor een gesprek, maar voor een controle of behandeling. Patiënten gaan meestal ook meteen in de behandelstoel liggen, met de behandelaar erachter. Je zit dus niet tegenover elkaar. Mensen verwachten ook niet dat je in gesprek gaat met ze. Dat maakt het wel wat ingewikkelder, zeker ook omdat je in de mondzorg veel met langetermijndoelstellingen te maken hebt waarbij gedrag ten aanzien van mondhygiëne een belangrijke rol speelt.

Hoor je van mondzorgverleners dat het moeilijk is om aan voorlichting en preventie te doen?

Ik denk dat de gemiddelde mondhygiënist of tandarts zichzelf nog niet zozeer als coach ziet maar meer als iemand die uitlegt wat er aan de hand is en aangeeft wat daar aan te doen is. Dan ga je in op een van de factoren die mensen kunnen prikkelen, namelijk kennis. Maar dat is meestal niet heel effectief. Om een vergelijking te maken: ik weet ook dat een biertje niet goed is, maar ik neem vanavond toch lekker een biertje na het sporten. Ook een patiënt zegt al snel dat hij wel weet dat het anders moet, maar denkt: “Ik weet dat het niet goed is, maar…” Daar bereik je zelden gedragsverandering op de lange termijn mee. We weten dat dat een meer coachende rol van de professional vergt. Uit onderzoek blijkt dat dat effectiever is dan informatie geven. Maar dat is niet zo gebruikelijk in de behandelkamer, en gezien de setting ook wel logisch.

Waarin onderscheid je je met MGV-trainingen?

Ik geloof dat elke patiënt zijn of haar gedrag kan veranderen en dat een goed gesprek daar de trigger voor kan zijn. Mondzorgprofessionals zijn bij uitstek professionals die met veel impact de motivatie van de patiënt kunnen beïnvloeden. Ik geef niet al te veel theorie, maar focus me meteen op de vertaalslag naar de praktijk en werk met veel voorbeelden. Ik wil professionals op een heel dynamische en praktische manier laten ervaren hoe ze MGV kunnen leren en hoe ze daar steeds beter in kunnen worden. En niet onbelangrijk: een training moet ook gewoon leuk zijn.

Klopt het dat het bij MGV vooral gaat om intrinsieke motivatie die te herkennen is in behoudtaal en verandertaal?

Daar ligt inderdaad een groot deel van de evidence van de methodiek. Wat iemand zichzelf hoort zeggen heeft een voorspellende waarde voor de toekomst. Het is belangrijk dat de patiënt zelf aangeeft dat hij iets wil veranderen. Een professional komt in de praktijk negen van de tien keer met verandertaal waarop de patiënt – let maar eens op bij je volgende gesprek in de behandelkamer – bijna altijd met behoudtaal reageert. Die zegt bijvoorbeeld dat hij het snapt, maar vraagt zich tegelijkertijd af of het wel echt zo is of denkt dat hij dat toch niet gaat doen. Maar dat zegt hij niet tegen de zorgverlener. Mensen geven dus vaak sociaal wenselijke antwoorden. De kunst is om de behoudtaal in het hoofd van de patiënt te laten veranderen in verandertaal. Ze moeten zich bijvoorbeeld zelf gaan realiseren dat als ze niet goed tandenpoetsen een gaatje erger wordt, er meer gaatjes komen, ze misschien wel pijn krijgen of dat hun gebit minder mooi wordt.

Wat motiveert mensen dan vooral?

De motivatie heeft vaak een dieperliggende oorzaak. Ik denk dat rokers bijvoorbeeld nooit enthousiast zijn om te stoppen met roken. Daarvoor kun je ze niet motiveren. Ze zijn wel ergens anders voor gemotiveerd: langer leven, een kinderwens, kleinkinderen zien opgroeien. Daarvoor zijn ze misschien bereid om te stoppen met roken. In een actieplan met de vakinhoudelijke argumenten van een zorgprofessional zit voor een patiënt ook niet de motivatie. Voor tandenpoetsen, rageren, stoken, flossen lopen ze niet echt warm. De motivatie ligt bij iets anders. En dat zorgt er misschien voor dat ze bereid zijn om hun gebit beter schoon te houden. Professionals zoeken de motivatie vaak in de verkeerde hoek. De ene patiënt zegt dat hij niet uit zijn mond wil ruiken, een ander is bang voor mogelijke pijn, en weer een ander wil vooral een mooi gebit. Dat is het fundament waar je als professional verder mee kunt en een plan van aanpak voor kunt maken. En dat hoeft niet per se logisch te zijn. Dit besef is vaak een grote eyeopener. Als je eenmaal doorhebt dat een patiënt niet warm wordt van een plan van aanpak, maar wel van wat hem bezighoudt of drijft, dan krijg je een heel ander gesprek.

Zijn zorgverleners en patiënten wel eerlijk genoeg tegenover elkaar? Spelen ze niet vaak een bepaalde rol om het gezellig te houden, terwijl beide partijen wel weten dat er eigenlijk geen ander gedrag komt?

In de praktijk worden vaak veel gesloten vragen gesteld met als gevolg veel sociaal wenselijke antwoorden. Bijvoorbeeld: Lukt het u om vanaf nu beter te poetsen of te gaan flossen? Dan zegt de patiënt al snel dat hij beter gaat poetsen en stapt de deur uit. Het is beter om open vragen te stellen. Hoe groot is de kans dat u de komende weken dagelijks gaat flossen? Dan hoor je eerder van de patiënt wat die nu echt denkt. Daar kun je dan in een volgend gesprek weer op terug komen.

Een eerlijke boodschap is negen van de tien keer voor de ander negatief. Eerlijk zijn betekent ook dat de professional er voor openstaat dat de patiënt geen zin heeft om te poetsen of te flossen. Mag die na een gesprek besluiten dat niet te gaan doen en zijn eigen plan kiezen in plaats van te kiezen voor het ideale plan van de zorgverlener? Dat vergt enerzijds loslaten en anderzijds oprechte interesse tonen in hoe iemand tegenover de voorstellen van de professional staat.

Voor veel patiënten is het ideale plaatje misschien ook niet haalbaar, maar is een deel ervan wel mogelijk. Zouden zorgverleners het ideale plaatje niet wat vaker los moeten laten?

Iemand die nog ambivalent is of geen probleem ziet, zal niet snel geneigd zijn om zijn gedrag te veranderen. In de gesprekken die ik voerde ging ik steeds minder tijd besteden aan het plan van aanpak en meer tijd aan het ontlokken en vergroten van motivatie. Want als die groot genoeg is, kunnen mensen heel veel dingen zelf doen en komen ze eerder met vragen naar je toe. Het is belangrijk dat de patiënt verandertaal uitspreekt en zijn eigen motivatie hoort uitspreken. “Ik wil niet dat het gaatje groter wordt”. “Ik wil mijn tanden behouden.” “Ik wil geen pijn aan mijn gebit krijgen.”

Maar wat doe je met patiënten die het allemaal niks kan schelen en eigenlijk ook niets willen?

Als dat het geval is, dan is je plan van aanpak, zoals je dat nu aanvliegt, ook niet succesvol en houd je elkaar alleen maar voor de gek. Maar er zijn in mijn ogen niet heel veel patiënten die helemaal niks willen. Er was kennelijk wel een reden om toch te komen. Dat kun je altijd nog uitvragen: “Vanwaar dat u toch gekomen bent?” “Wat is voor u belangrijk?” Dat kan de start zijn voor een ander gesprek, vanuit de agenda van de ander. Ik geloof namelijk dat we hier als zorgprofessionals echt het verschil kunnen maken. De impact die jij kunt hebben op patiënten ‘die het niks kan schelen’ is, als het je lukt, vaak heel groot.

En als iemand niks wil, afscheid van elkaar nemen?

Ik denk dat MGV altijd probeert te ontlokken om van iets kleins iets veel groters te maken. Hoe effectiever je bent in MGV des te kleiner de groep patiënten die weerstand hebben en niks willen wordt. Dat is de grootste winst. Veel professionals merken dat als ze het net wat anders aanpakken ze meer resultaat kunnen boeken. Bij patiënten die echt geen motivatie hebben maak je misschien wel de keuze om niet te veel tijd te besteden aan een actieplan.

Hoe houd je zorgverleners gemotiveerd die een beetje moedeloos worden en merken dat ze weinig resultaat boeken?

Als je het leuk vindt om elke keer weer smerige monden te reinigen moet je niet aan MGV beginnen. Maar als je je daar aan ergert en er van baalt dat je steeds in herhaling valt met informatie geven, dan heb je echt iets aan MGV. Leren zoeken naar andere sporen, andere wegen bewandelen. Dat kan weer energie en meer lol in je vak geven.

Vraagt MGV niet veel energie van de zorgverlener?

Ja en nee. In het begin wel. Je werkt toch volgens wat andere patronen. En dat moet je eerst door zien te krijgen. Als je eenmaal in de gaten hebt hoe verandertaal werkt kun je al snel 80% van je gesprekken zo doen. De reacties en de antwoorden zijn ook bijna altijd hetzelfde, want het is een heel logisch iets. De patronen heb je dus vrij snel in de gaten. Als je dit in je hebt, kun je er heel veel mee.

Zorgverleners kunnen het zelf ook lastig vinden om altijd gezond gedrag te vertonen. Kun je jezelf in de strijd gooien?

De vraag is hoe je dat doet. Als iemand zegt dat hij het lastig vindt om te veranderen, en je zegt dat je het snapt en het zelf ook lastig vindt, dan is het niet helder en erg overtuigend. Je kunt wel een situatie geven waarin je het zelf niet altijd even goed lukt, en aan de patiënt vragen hoe hij met zo’n situatie omgaat. Dan breng je jezelf in als mens en laat je merken dat het voor die ander ook lastig kan zijn. Dat is waarschijnlijk wel efficiënt.

Nog een ander belangrijk punt?

De mondzorg heeft als voordeel dat er, door de setting, lading op het gesprek staat. Een patiënt die zijn motivatie uitspreekt aan een mondzorgverlener onthoudt dat vaak veel langer dan als hij dezelfde zin bij de kapper uitspreekt. Eén zin met verandertaal kan daardoor heel lang onthouden worden. Daar kun je dus gebruik van maken.

Pleit dat er ook voor om een gesprek iedere keer net iets anders aan te gaan?

Het is helemaal prima om daarin wat te variëren. Als je overigens vraagt naar motivatie bij de patiënt is de kans groot dat hij daar mogelijk nog nooit over heeft nagedacht. Schrik er dus niet van als er niet meteen een reactie terug komt. Zie de vraag meer als een zaadje planten. Laat vervolgens dat zaadje bij de patiënt thuis tot bloei komen. Dat kost jou verder geen tijd en bij een volgend bezoek kun je daar dan op terug komen.

Korte biografie Stijn van Merendonk

Stijn van Merendonk is opgeleid tot fysiotherapeut en leefstijlcoach. In de praktijk ontdekte hij al snel dat hij voor langetermijngedragsverandering bij patiënten veel meer resultaten kon bereiken als hij motiverende gespreksvoering toepaste.

In 2009 richtte hij de Academie voor Motivatie & Gedragsverandering op. Van daaruit organiseert hij MGV-trainingen voor onder meer (huis)artsen, fysiotherapeuten, tandartsen, mondhygiënisten, assistenten, docenten, psychologen, psychiaters en paramedici.

Motivational Interviewing is een methodiek die in 1980 in Amerika werd ontwikkeld door prof. W.R. Miller en prof. S. Rollnick.

 

Waaier

In samenwerking met de KNMT, waarvoor Stijn van Merendonk ook MGV-trainingen verzorgt, ontwikkelde hij een zogenaamde Waaier MGV. De waaier geeft aan hoe je kunt omgaan met vijftien moeilijke praktijksituaties. Hoe reageer je bijvoorbeeld als een patiënt alleen maar “ja, maar”, zegt? Of “ja”, zegt, maar nee doet? Of wat als iemand veel praat of heel moeilijk doet? Wat werkt in dergelijke situaties mogelijk wel en wat werkt averechts? Deze waaier is bedoeld voor bij een basistraining.

De KNMT heeft de waaier verspreid onder 2000-2500 tandartspraktijken in Nederland.

 

Behoud- en verandertaal

In de motiverende gespreksvoering wordt gewerkt met de termen ‘behoudtaal’ en ‘verandertaal’.

Bij verandertaal gaat het om de uitspraken die duiden op veranderen. Bij behoudtaal gaat het om uitspraken om de situatie zoals die is te behouden. Bij motiverende gespreksvoering probeert de professional verandering uit te lokken door zijn of haar manier van vragen te stellen.

Hoe reageer je als professional bijvoorbeeld  als de patiënt vertelt dat hij al een tijdje niet of nauwelijks heeft geflost? Behoudtaal is dan bijvoorbeeld:

  • Waarom is het flossen verwaterd?
  • Waarom lukt het niet?

Dit soort vragen leidt vaak tot defensieve reacties en behoud van de situatie.

Bij verandertaal probeert de professional de patiënt juist aan te zetten om tot oplossingen en verandering te komen. Verandertaal is bijvoorbeeld:

  • Wat zou helpen om het flossen vol te houden?
  • Wat is voor jou een logisch moment om te flossen?

In het ideale geval reageert de patiënt met uitspraken die verandering in gang zetten.

Labels:
To post a reply please login or register
advertisement
advertisement